Een nieuwe analyse van bestaand onderzoek benadrukt de positieve kracht van dagelijkse lichamelijke oefening op ons immuunsysteem. Juist in deze geïsoleerde tijden doen we er goed aan fit, actief en gezond te blijven, bepleiten de auteurs.
Dat sport een positieve rol speelt bij het verkrijgen en in stand houden van een optimaal functionerend immuunsysteem, is algemeen aanvaard. Er is ook weinig discussie over de vraag wat langdurig intensief sporten met de weerstand doet. Dat onderdrukt het immuunsysteem juist tijdelijk en verhoogt zo de gevoeligheid voor infecties. In beeldspraak: de ramen van het immuunsysteem staan uren tot dagen open voor infecties.
Paradox
Vooral voor onervaren sporters is dat een lastige tegenstelling. Want wat is intensief? Wat iemand als zwaar ervaart, beoordeelt dezelfde persoon enkele weken later als ‘matig intensief’. Hoe sterk moet een trainingsprikkel zijn om de conditie te verbeteren en wanneer is die prikkel te sterk om constructief te zijn?
De veiligste weg, ook om andere redenen verstandig, is de conditie heel voorzichtig op te bouwen. Zoals we in deze tips en achtergronden bij het (hard)lopen ook aanbevelen.
Maar misschien hoeven we wat het immuunsysteem betreft helemaal niet zo beducht te zijn op het risico van een verlaagde afweer, denken James Turner, gezondheidswetenschappers aan de universiteit van Bath – Groot Brittannië en Richard Simpson, immunoloog en voedingswetenschapper aan de universiteit van Arizona, VS. Zij stelden twee jaar geleden de ‘open-venster-hypothese’ ter discussie. Hun conclusie op basis van bestaande wetenschappelijke literatuur: daarvoor is slechts beperkt betrouwbaar bewijs te vinden.
Vatbaarder, ja of nee?
Onlangs publiceerden Turner en Simpson, samen met leidende wetenschappers op het gebied van inspanningsfysiologie en immunologie uit Australië, Duitsland en de Verenigde Staten, een nieuwe literatuurstudie over dit thema. Het vrij toegankelijke artikel verscheen in Exercise Immunology Review onder de titel ‘Kan sport de immuunfunctie beïnvloeden zodat het vatbaarder wordt voor infecties?’
Verhelderend aan de opzet van het artikel is dat bovengenoemde auteurs deze vraag met ‘nee’ proberen te beantwoorden en drie andere auteurs het antwoord ‘ja’ beargumenteren. Dat levert een aardig overzicht op van de argumenten voor en tegen, en de verschillende wijze waarop deze gewogen kunnen worden.
Een van de punten waarover de auteurs het bijvoorbeeld eens zijn is dat een argument dat sinds de jaren negentig de ‘open-raam-hypothese’ ondersteunt, niet meer relevant is. De lagere IgA in mondslijm en de lagere hoeveelheid witte bloedcellen (leukocyten) in het bloedplasma na een zware inspanning, markeren geen slechtere immuunfunctie:
‘De huidige interpretatie is dat deze specifieke meting een herverdeling laat zien van lymfocyten uit het bloed naar de weefsels na inspanning. Al wordt dit nog niet bevestigd door experimenten in mensen.’
Andere oorzaken
Toch zijn onder topsporters infecties van de bovenste luchtwegen, na blessures de meeste voorkomende oorzaak voor het missen van trainingen. Daarvoor zijn voldoende andere oorzaken aan te voeren, menen Turner en Simpson. Zoals een slechte voedingsstatus, slaapgebrek, stress, verstoord dag-nachtritme, (inspannings)astma, vliegreizen, temperatuurschommelingen en een verhoogde blootstelling aan virussen. Topsportevenementen zijn tenslotte massale aangelegenheden waarbij publiek en sporters dicht op elkaar zitten.
Kanker
Op deze plek is het goed ook een ander punt van overeenstemming tussen de auteurs te belichten: ‘Regelmatige perioden van matig tot sterk intensieve inspanning zijn gunstig voor het normaal functioneren van het immuunsysteem en helpen waarschijnlijk het risico verlagen op luchtweginfecties, luchtwegaandoeningen en sommige kankers.’
Geen angst
In het begeleidende persbericht stelt Turner dat onder de huidige omstandigheden het vermijden van blootstelling aan virussen voorop staat. ‘Maar mensen moeten het belang van fit, actief en gezond blijven in deze tijd niet over het hoofd zien.’
Mede-auteur John Campbell voegt daar aan toe: ‘Mensen hoeven niet te vrezen dat training hun immuunsysteem onderdrukt en hen vatbaarder voor het coronavirus maakt. Zolang je de afstand tot anderen volgens voorschrift bewaart, heeft regelmatig sporten een geweldig positief effect op onze gezondheid en ons welbevinden. Zowel voor vandaag als in de toekomst.’
Langer en zwaarder trainen is niet schadelijk. Is dat door ziekte of een beperking niet mogelijk dan luidt de boodschap: ‘beweeg meer’ en ‘iets is beter dan niets’.
Beeld: Mariët Mostert
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief