Zout (keltisch zeezout en himalayazout)

Achtergrondinformatie
Zout is een eeuwenoude smaakmaker die niet meer weg te denken is uit de hedendaagse voedingsmiddelen. Er zijn verschillende soorten zout. De meest gebruikte (en goedkoopste) soort is tafelzout of keukenzout. Dit is een bewerkte (geraffineerde) steenzout, dat bestaat uit natriumchloride, anti-klontermiddel en toegevoegd jodium.
Zeezout wordt gewonnen door zeewater in te dampen. Het heeft een andere smaak en werking dan keukenzout. Het wordt niet bewerkt, en bevat naast natriumchloride ook magnesiumchloride, natriumsulfaat, calciumchloride en magnesiumbromide.
Himalayazout is evenals tafelzout steenzout, dat wordt gewonnen uit oude steenlagen of mijnen. Himalayazout wordt ook niet bewerkt en bevat, evenals keltisch zeezout nog andere mineralen en spoorelementen, wel in een iets andere verhouding dan keltisch zeezout.

Matig met zout
Matig met zout, klinkt steevast het advies. Omdat we er snel teveel van eten.
De norm is vastgesteld op 6 gram zout per dag. Maar de gemiddelde Nederlandse vrouw eet 7,5 gram zout per dag, en mannen 9,9 gram. Bijna tachtig procent van dit zout komt overigens uit industrieel bewerkt voedsel dat MMV – ook om die reden – ten zeerste afraadt.
Mensen die lijden aan ‘metabool syndroom’ – een lichamelijke conditie die meestal samengaat met overgewicht, hoge bloeddruk en insulineresistentie – zijn vaak zoutgevoelig. Bij zoutgebruik gaat de bloeddruk bij hen sterk omhoog. Ook bij kanker is vaak sprake van insulineresistentie. Om die reden is het advies zout matig te gebruiken. Het gebruik van kaliumzout (33 procent natriumchloride, 66 procent kaliumchloride) kan een optie zijn. Overleg met uw arts en breng dan ook jodium ter sprake.
Het gebruik van keukenzout of tafelzout wordt afgeraden. Dit is een geraffineerde steenzout die bestaat uit natriumchloride, anti-klontermiddel en (soms) toegevoegd jodium.

Voedingsstoffen en werking
Onbewerkte zoutsoorten bevatten naast veel natrium (34-39 procent) een geringe hoeveelheid andere mineralen (kalium, calcium, magnesium, ijzer) en sporenelementen (zoals zink).

Voor onze gezondheid is de verhouding tussen kalium en natrium heel belangrijk. In ons lichaam bevindt kalium zich hoofdzakelijk in de cellen, terwijl natrium in de vloeistof tussen de cellen voorkomt. Gezond weefsel bevat ongeveer 250 mg kalium per 100 gram weefsel. Jong kankerweefsel bevat nog ongeveer 50 mg kalium per 100 gram weefsel, terwijl langer bestaand kankerweefsel nagenoeg geen kalium meer bevat. Bij dit kankerweefsel is alle kalium uit de cellen “gespoeld” en is er natrium voor in de plaats gekomen.

Dit gebeurt ook met cellen die niet de beschikking hebben over een goede celademhaling en in het algemeen bij gedegenereerde cellen. Kalium is voor de cel onontbeerlijk omdat cellen alleen met behulp van deze stof zuurstof uit het bloed kunnen opnemen.

Een van de eerste tekenen van ontsporing van de celstofwisseling is het uitspoelen van kaliumzouten uit de cel. Bij de behandeling van kanker spelen groenten en fruit in de visie van MMV een belangrijke rol. Alle fruit en groenten bevatten namelijk veel meer kalium dan natrium, wel zes tot honderd maal zoveel. Bovendien is dit kalium aan zeer veel verschillende zuren gebonden, waardoor het beter in de cel kan worden opgenomen. Bepaalde zuren zijn betrokken bij de stofwisseling in de cel en slepen dan het daaraan gebonden mineraal automatisch de cel mee in. Omdat elke fruit- en groentensoort zijn eigen zuren heeft die de smaak bepalen, is het voor een gevarieerde zuurvoorziening ook gewenst dat men gevarieerd fruit en groenten eet, zo mogelijk rauw. Door verhitting  (koken) worden de aanwezige enzymen onwerkzaam. Die enzymen spelen een cruciale rol bij de behandeling van kanker.

Door weinig zout te gebruiken maar juist veel fruit en rauwe groenten te eten, wordt het kaliumgebrek in de zieke cellen hersteld. De cel gaat daardoor beter ademen, dat wil zeggen meer zuurstof gebruiken waardoor ze weer een gezonde cel wordt.

Dat betekent niet dat we helemaal geen natrium nodig hebben. Ons lichaam heeft natrium nodig om de vochtbalans op peil te houden. Daarnaast zorgt het voor het goed functioneren van onze spieren en hersenen. Mensen die te weinig natrium in hun lichaam hebben, hebben een grotere kans op hartziekten.

Keltisch zeezout
Wie kiest voor het gebruik van ongeraffineerd zout kan het beste voor Keltisch zeezout kiezen, ook wel sel gris (grijs zout) genaamd. Keltisch zeezout is ongeraffineerd, onbewerkt en ongewassen. Ongewassen is erg belangrijk, omdat wanneer het zout gewassen wordt het mineraal magnesium verloren gaat. Keltisch zeezout is rijk aan mineralen en spoorelementen (zo’n 92!). Van alle zouten heeft keltisch zeezout het laagste gehalte natriumchloride, hierdoor is het het zachtste zeezout ter wereld.

Keltisch zeezout bevat ook jodium. Te weinig jodium in het lichaam kan tot oedeem, zwellingen, droge huid, haaruitval, geheugenverlies, vermoeidheid, slaperigheid en verlies van spierweefsel leiden maar teveel jodium is net zo slecht. Het lichaam reageert op een jodiumtekort door een gewichtstoename. Het lichaam probeert vocht vast te houden zodat er een kleine reserve aan jodium kan worden aangemaakt. Wanneer iemand jodiumrijk voedsel gaat eten dan verdwijnen de vochtopeenhopingen en kan de persoon kilo´s lichter worden. Teveel jodium eten kan leiden tot hoofdpijn, misselijkheid en hartkloppingen. Daarnaast kan het leiden tot een overactieve schildklier. Jodium moet daarom in lage dosis worden genomen.

Wie ervoor kiest helemaal geen zout te eten, moet dus in de gaten houden wel voldoende jodium binnen te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld via zeewier, zeekraal, supplementen en ook brood.

Wanneer te verkrijgen: 
Het gehele jaar.