Honing komt voor in een tal van kleuren, variërend van wit, amber, rood en bruin tot bijna zwart. De smaak, kleur en structuur hangen af van het type bloemennectar waarvan de honing is gemaakt. Honing is heerlijk in de keuken maar is ook een van de oudste geneesmiddelen ter wereld.
Eco-honing
De laatste jaren wordt er weer veelvuldig onderzoek verricht naar de unieke compositie van honing en welke honingsoorten van toepassing kunnen zijn bij welke kwalen en ziektes. De gezondheidseffecten hangen natuurlijk wel samen met de kwaliteit en de omgeving van de honing. De beste honing is koudgeslingerde eco-honing. Hiernaast is het een vereiste dat de honing pesticidevrij is. Het best kun je gebruik maken van ruwe onbewerkte eco-honing en dan nog het liefst uit eigen omgeving om zo allergieën als hooikoorts te kunnen verminderen en voorkomen.
Onderzoeken laten zien dat zien dat wonden sneller genezen met honing dan met welk ander geneesmiddel ook. Dit komt doordat honing het wondvocht aan de wond onttrekt en daarmee ook de bacteriën dan wel gifstoffen. Door zeer regelmatig honing op een wond aan te brengen blijft vocht zich van binnen naar buiten bewegen.
Steriliserend
Daarbij komt nog dat honing een zelf steriliserende werking heeft waardoor bacteriën en schimmels niet kunnen overleven. Uit onderzoek is gebleken dat honing het aantal bacteriën op de huid met een factor honderd laat afnemen. Daarnaast zorgt honing er ook voor dat de wond niet vast gaat zitten aan eventueel verband waarmee de wond wordt verpakt.
Een andere werking is stimulatie van epitheelvorming (de bovenste laag van de cellen van de huid) van wondranden. Lindehoning heeft de beste antibacteriële werking, gevolgd door acacia, fruit en klaverlinde.
Tegen maagzweer
Honing bestrijdt tevens de helicobacter pylori bacterie. Deze bacterie wordt gezien als de veroorzaker van het ontstaan van maagzweren.
Hiernaast zorgt honing ervoor dat onze lever grote hoeveelheden glycogeen aanmaakt. Deze stof houdt onze bloedsuikerspiegel op peil wat ons uithoudingsvermogen verhoogt en chronische vermoeidheid vermindert.
Bij kanker
Meer recente studies laten zien dat fytonutriënten die gevonden worden in rauwe honing, kanker en de groei van tumoren kunnen voorkomen. De substanties waar het om gaat zijn caffeïnezuur methylcaffeate, fenylethyl caffeate en fenylethyl dimethylcaffeate. Onderzoekers zijn erachter gekomen dat deze substanties darmkanker bij dieren voorkomen door enzymen die de vorming van kanker stimuleren, te deactiveren.
Wanneer rauwe honing wordt verwerkt en verwarmd, verminderen de positieve effecten op onze gezondheid van deze fytonutriënten aanzienlijk. Het is belangrijk om honing op een donkere en koele plek te bewaren.
Manuka honing
Manuka honing geniet de laatste tijd veel belangstelling door zijn unieke gezondheidsvoordelen en kankerpreventieve werking. Menuka honing is afkomstig van de Leptospermum Scoparium. Deze boom komt voor in Nieuw Zeeland en Australië. De Menuka honing heeft een donkere kleur en een pittige smaak. Sommigen vinden de smaak lijken op heidehoning.
Het heeft een sterk antibacteriële werking en wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat Menuka honing infecties tegengaat en genezing bevorderd. De werkzame stof methylgloxal is in grote hoeveelheden in deze honing te vinden, wat het zijn sterke werking geeft. Een ander onderzoek toont aan dat het dagelijks innemen van een kleine hoeveelheid Menuka honing ervoor zorgt dat apoptosis (dood van kankercellen) wordt gestimuleerd.
Kinderen onder een jaar wordt afgeraden om deze rauwe honing te geven. Honing kan namelijk de botulismebacterie bevatten waar kinderen onder een jaar nog niet immuun voor zijn.
Wanneer te verkrijgen:
Het gehele jaar (zomer en herfst beste seizoenen).
Vitamines en mineralen:
Per 100 g vers | |
Vitamine B2 | 0,03 mg |
Vitamine B6 | 0,05 mcg |
Vitamine C | 3,2 mg |
Literatuur:
- Mandal DM, et al. Honey: its medicinal property and antibacterial activity. Asian Pac J Trop Biomed. Apr 2011; 1(2): 154–160.
- Simon A, et al. Wound care with antibacterial honey (Medihoney) in pediatric hematology–oncology. Supportive Care in Cancer, January 2006, Volume 14, Issue 1, pp 91-97.