Zowel de alvleesklier als de lever neemt een belangrijke plaats in bij het handhaven van onze gezondheid en beide spelen ze om die reden een prominente rol bij de behandeling van kanker.
Bij ongeveer 1650 personen per jaar wordt in Nederland de diagnose alvleesklierkanker gesteld; tweemaal zo vaak bij mannen als bij vrouwen. Vaak gaat het om mensen boven de 60. Zo’n 15 procent van de kankerpatiënten heeft diabetes.
Twee functies
De alvleesklier heeft een tweetal functies:
– aanmaak van ongeveer 1,2 liter sap (spijsverteringsenzymen) per dag. Deze vloeistof wordt op commando van de hersenen of van de maagwand aan de dunne darm afgegeven. Pas nadat deze enzymen hun werk hebben gedaan, kunnen voedingsstoffen via de wand van de dunne darm in ons lichaam worden opgenomen.
– productie van hormonen (insuline, glucagon en somatostatine) die direct aan het bloed worden afgegeven, waar zij een essentiële rol bij de suikerstofwisseling in ons bloed spelen.
Over de precieze oorzaak van alvleesklierkanker is niet veel bekend binnen de reguliere geneeskundige opvattingen. Maar uit het bovenstaande is het niet moeilijk te begrijpen dat de samenstelling van ons dieet een grote invloed heeft op het gezond houden en het daarmee goed laten functioneren van de alvleesklier. Risicofactoren voor het ontstaan van alvleesklierkanker hebben alles te maken hebben met onze leefstijl. Daarin speelt voeding een dominante rol.
Overgewicht en abdominale obesitas (vetzucht in de buikregio), tekort aan foliumzuur en vitamine D, het eten van rood vlees en zetmeelrijke voeding, te lage inname van fruit en te weinig lichaamsbeweging zijn allemaal negatieve factoren. De keerzijde daarvan is dat een volwaardig dieet een voorname rol kan spelen in het voorkomen van deze vorm van kanker. Andere risicofactoren die genoemd worden zijn roken, chronisch ontstekingen en erfelijke aanleg.
Alvleesklierkanker komt voor in een tweetal vormen die nauw overeenkomen met de twee genoemde functies van deze klier. De meest voorkomende kanker ontstaat in de lobjes die de spijsverteringsenzymen produceren en worden adenocarcinomen genoemd. De tumoren die ontstaan in de cellen welke voornamelijk hormonen produceren, worden de zgn. neuro-endocriene of hormoonproducerende tumoren genoemd. Deze tumoren komen veel minder vaak voor en zijn in de regel minder agressief.
Klachten en symptomenbij alvleesklierkanker
Een niet goed werkende alvleesklier uit zich vaak direct in klachten als buikpijn, misselijkheid, braken en diarree. Als gevolg daarvan worden belangrijke voedingsstoffen niet opgenomen. Dit leidt tot verzwakking en vermagering. Wanneer er sprake is van alvleesklierkanker, kunnen daarbij ook symptomen optreden als verminderde eetlust en een zeurende pijn in de bovenbuik of in de rug.
In het merendeel van de gevallen wordt alvleesklierkanker pas heel laat ontdekt en is de tumor al geruime tijd in de alvleesklier aanwezig. Een gevorderde tumor kan de galweg dichtdrukken waardoor er geelzucht kan optreden. Een buisje plaatsen om de afvoer van gal weer aan de gang te krijgen is meestal het enige wat de chirurg kan doen.
Na lichamelijk onderzoek en aanvullend bloedonderzoek kunnen nog meer aanvullende onderzoeken gedaan worden, zoals de volgende beeldvormende technieken:
– Echografie.
– Echo-endoscopie. Hierbij wordt echografie gecombineerd met een onderzoek waarbij met behulp van een dunne buis of slang in het lichaam kan worden gekeken. Dit onderzoek wordt meestal uitgevoerd om te zien hoe ver de tumor doorgegroeid is naar het omgevende weefsel en de bloedvaten in de buurt van de alvleesklier.
– CT-scan. Hierbij wordt gebruik gemaakt van röntgenstraling en een computer die het mogelijk maakt om organen en/of weefsels zeer gedetailleerd in beeld te brengen, Vaak is hier een contrastvloeistof nodig.
– MRI-scan: (=Magnetic Resonance Imaging) of NMR (=Nuclear Magnetic Resonance). Hierbij worden met behulp van een magneet en radiogolven signalen in het lichaam opgewekt. Deze signalen worden weer opgevangen en verwerkt door een computer die er afbeeldingen van maakt.
– MRCP (Magnetic Resonance Cholangio Pancreatography). Dit is een vorm van MRI die zeer gedetailleerde beelden kan laten zien van de lever, de galblaas en de pancreas.
– PET-scan. Kankercellen hebben meestal een verhoogde stofwisseling in vergelijking met normale cellen. Dat betekent dat kankercellen veel meer suiker gebruiken. Bij een PET-scan wordt van tevoren een kleine hoeveelheid radioactief suiker in het bloed gespoten. Deze radioactieve suiker concentreert zich vervolgens op de plekken waar de kankercellen zitten. De radioactiviteit is terug te zien op de beelden die de scan maakt. Meestal wordt de PET-scan gebruikt om duidelijkheid te geven of er uitzaaiingen zijn, in welk stadium de ziekte verkeert en om te beoordelen wat het effect van de therapie op kankercellen is geweest.
– Bij de genoemde beeldvormende onderzoeken is het mogelijk om een biopsie of punctie uit te voeren (afnemen van resp. een stukje weefsel of cellen) om de kenmerken van de tumor microscopisch beter te onderzoeken.
Het eigenlijke doel van de behandeling van alvleesklierkanker is uiteraard genezing. Dit is echter niet vaak mogelijk omdat alvleesklierkanker doorgaans in een laat stadium wordt ontdekt. Uitzaaiingen of doorgroei van het gezwel in het omliggend weefsel heeft dan vaak al plaatsgevonden.
Als er geen uitzaaiingen zijn, is een genezende operatie mogelijk maar dat geldt slechts bij ongeveer 15 procent van de patiënten. Wanneer de tumor niet verwijderd kan worden, vindt in een aantal gevallen een operatie plaats om afsluiting van de galwegen of afsluiting van de twaalfvingerige darm op te heffen. Bij uitzaaiïngen naar de lever zijn Trans Arteriële Chemo Embolisatie (TACE) en Radio Frequency Ablation (RFA) steeds meer toegepaste methoden van behandelen.
Bij TACE worden de geneesmiddelen via een katheter zoveel mogelijk op de plaats van bestemming gebracht terwijl RFA gebruik maakt van ultrageluid dat door middel van een naald in de tumor wordt gebracht.
Als de tumor niet via een operatie verwijderd kan worden, kan bestraling worden toegepast als pijnbestrijding. De tumor laten verschrompelen voor een latere operatie is een andere mogelijkheid. Dit kan ook als aanvullende behandeling na een operatie. In de regel wordt deze behandeling gegeven samen met chemotherapie om de groei van de tumor te remmen.
Complementair
De moderne leefstijl is van grote invloed op het ontstaan van alvleesklierkanker. Een gezonde leefstijl heeft daarentegen een gunstig effect bij de behandeling van alle vormen van kanker. Afhankelijk van met name de conditie van de patiënt kunnen naast het dieet aanvullingen (supplementen) ingezet worden om tekorten aan te vullen, het afweersysteem (immuunsysteem) te versterken en het herstelmechanisme te verbeteren. Wanneer herstel niet mogelijk blijkt, zal de kwaliteit van leven doorgaans aanzienlijk verbeteren.
De complementaire geneeskunde heeft heel wat te bieden bij de behandeling van alvleesklierkanker.
Zo zijn er de metabole therapieën die zijn gebaseerd op het principe dat kanker veroorzaakt wordt door een omgeving die het toestaat dat zich tumorcellen vormen en vermenigvuldigen. Daarom is deze behandeling erop gericht dat het lichaam de strijd met de kankercellen aan gaat.
Een tweede methode is ontgifting zoals colonreiniging ((colon=dikkedarm) met stimulatie van de lever en de galblaas om de gifstoffen die de tumor maakt, uit te kunnen scheiden.
Verder is een antikankerdieet van belang. Dat dient samengesteld te zijn uit volwaardig voedsel dat ons lichaam niet belast, uiteraard zonder toevoegingen. Als aanvulling hierop valt te denken aan supplementen zoals hoge dosis vitaminen, enzymen, mineralen, laetril, klierextracten, maar ook tumorremmers en stoffen die het immuunsysteem stimuleren. Daarnaast kunnen ook nog andere therapieën worden ingezet om een beter resultaat te behalen. Dat alles is bedoeld om de natuurlijke afweer te versterken en de conditie van het lichaam te verbeteren om zo de tumor onder controle te houden of zo mogelijk de tumor te vernietigen.
Ga in ieder geval niet zelf dokteren. Voor een complementaire behandeling raden wij u aan een arts voor niet-toxische tumortherapie te consulteren. De lijst met namen, adressen en telefoonnummers vindt u via de site van de ANTT of die van het NGOO.
Er zijn verschillende benamingen in omloop voor de metabole- of stofwisselingstherapieën: orthomoleculaire oncologie, nutritionele oncologie, Houtsmullertherapie, Moermantherapie, Gersontherapie en niet-toxische tumortherapie. Orthomoleculair is hierbij een centraal begrip. Het betekent: de juiste samenstelling van moleculen, de juiste moleculaire omgeving. De eerste orthomoleculaire geneeskundige van Nederland was Cornelis Moerman.
Niet-toxische-tumor therapie (NTTT) staat, zoals uit de naam af te leiden valt, voor een behandeling met niet-giftige medicamenten. Hieronder vallen alle genoemde complementaire behandelingen.
Wanneer een therapie toegepast wordt naast de reguliere is het belangrijk om te weten wat de eventuele interacties kunnen zijn tussen de chemo- en radiotherapie, en de voor te schrijven niet-toxische medicamenten.
Moermantherapie
Cornelis Moerman (1893 – 1988) ontwikkelde een dieet dat bestaat uit volwaardige voeding met daarbij een overmaat aan enzymen. Het traditionele Moermandieet is zowel ontgiftend als ondersteunend en stimulerend voor de psyche. Om een maximaal effect te hebben van de therapie is een volledige aanvulling van de “essentiële stoffen” die door Moerman gevonden zijn nodig. De zogenaamde “essentiële stoffen” worden voorgeschreven aan de hand van de klinische lichamelijke verschijnselen die Moerman uitgebreid beschreven heeft. De door de therapie verkregen specifieke stimulering van de stofwisseling in de lichaamscellen maakt het mogelijk dat de zogenaamde kankerstofwisseling kan overgaan in een normale energieleverende stofwisseling. De rol van de enzymen ligt met name bij het afbreken van de tumor en het ondersteunen van de alvleesklier. MMV (voorheen Moermanvereniging) probeert deze therapie onder de aandacht te brengen van een breed publiek.
Gerson therapie
Max Gerson (18881-1959), een Duitse arts, benadrukte dat er geen kanker bestaat bij een normale stofwisseling. Het oorspronkelijk voor suikerziekte ontwikkelde dieet paste hij ook met succes toe bij kankerpatienten. Hij combineerde een krachtige ontgifting door middel van koffieklisma’s, met een vetarme, zoutloze voeding die met name bestaat uit biologisch geteelde vruchten en groenten en heel veel verse sap van vruchten. Vlees is niet toegestaan. Daarbij supplementen als vitaminen, mineralen, orgaanextracten en enzymen. De therapie wordt momenteel door zijn dochter beheerd in Californië en Mexico.
Beard-Kelley-Gonzalez therapie
Deze therapie bestaat uit een speciaal zeer individueel samengesteld dieet met veel supplementen waarin pancreasenzymen een belangrijke plaats innemen. De ontgiftende maatregelen in de therapie zijn overgenomen van Max Gerson. De alvleesklier staat centraal in deze therapie. Dr. Gonzalez behandelde in zijn eigen praktijk in New York kankerpatiënten met deze therapie. Bij de behandeling van alvleesklierkanker was dr. Gonzalez naar eigen zeggen redelijk succesvol.
Budwig-dieet
De Duitse biochemicus dr. Johanna Budwig heeft een dieet ontwikkeld dat de zuurstofvoorziening van de cel moet verbeteren. Het zogenaamde Budwigpapje neemt in het dieet een belangrijke plaats in. Dit papje is gebaseerd op lijnzaadolie en cottagecheese (Hütenkäse). Het dieet wordt aangevuld met volwaardige voeding, sappen en koffieklisma’s.
Ayurveda
Ayurveda betekent wetenschap van het leven. Het is waarschijnlijk de oudste geneeskunde. Al meer dan 6.000 jaar wordt deze in India gepraktiseerd. Het is een geneeskunde die gebaseerd is op een holistische behandeling. Preventie van ziekten is ook hier het belangrijkste en deze wordt bereikt door het behouden van een goede gezondheid. Bij iedere patiënt wordt een gedetailleerd onderzoek gedaan waarbij met name gebruik wordt gemaakt van polsdiagnostiek. Het is veel meer dan een geneeskunde, het is tevens een leefstijl en een filosofie.
Gecombineerd worden geneeskunde, dieet, massage, ontgifting, meditatie en ademhalingsoefeningen. In de medicijnen bevinden zich voornamelijk plantaardige stoffen, zoals carctol (een mengsel van acht Indiase kruiden).
Naast de besproken metabole therapieën kan ook, eventueel aanvullend, gebruik gemaakt worden van:
-Vitamine C, intraveneus toegediend in hoge dosis. Kankercellen kunnen hierdoor gedood worden. Normale weefsels worden beschermd voor de eventuele chemotherapie en de kwaliteit van het leven wordt verbeterd.
-Dendritische celtherapie Dendritische cellen (een soort witte bloedlichaampjes) van de patiënt worden buiten het lichaam vermeerderd en in contact gebracht met onbehandeld tumorweefsel dat tijdens een operatie is weggenomen. De dendritische cellen worden als het ware getraind om de kankercellen te herkennen en te vernietigen. Wanneer de afweercellen weer aan de patiënt teruggegeven worden, kunnen zij hun werk uit gaan voeren. Uiteraard is hier het Moermandieet een uitstekende aanvulling en ondersteuning om het lichaam in een optimale conditie te brengen om het herstel zo goed mogelijk te laten verlopen. Hier meer informatie over de betreffende behandelcentra.
-De anti-neoplaston therapie. Dr. Stanislaw Burzynski, een Poolse arts en biochemicus die nu in Amerika woont, heeft een groep van eiwitten en aminozuur-afgeleiden ontdekt die in ons lichaam voorkomen en de vorming van kanker remmen. Vandaar de naam die hij gegeven heeft: anti-neoplastons. Ze worden gezien als ons biochemische verdedigingssysteem, dat functioneert naast ons afweersysteem (immuunsysteem). Burzynski heeft gevonden dat kankerpatiënten een groot tekort hebben aan deze anti-neoplastonen. Aanvullen van deze anti-neoplastonen moet de tumor kleiner maken en zelfs doen verdwijnen.
-714-X. Gaston Naessens, een Franse bioloog, heeft meer dan 50 jaar geleden een niet-toxische behandeling van onder andere kanker ontwikkeld genaamd 714-X. Deze is gebaseerd op de theorie dat er microscopisch kleine organismen, somatiden genaamd, in het bloed voorkomen. Bepaalde soorten hiervan komen specifiek voor in het bloed van mensen die kanker hebben of een andere ernstige ziekte. 714-X helpt het lichaam om de kankercellen aan te vallen. Het beschermt, stabiliseert en reactiveert het immuunsysteem zodat het lichaam zichzelf kan verdedigen tegen kankergroei en uitzaaiingen. 714-X is afkomstig van de kamferboom.
-Burton’s immuno-augmentative therapie (IAT). Dit is een therapie met bloedeiwitten (bloedfracties) die van nature in het bloed voorkomen om kanker te bestrijden, maar onvoldoende voorkomen in het bloed van een kankerpatiënt. De bedoeling van de injecties is het immuunsysteem weer goed te laten functioneren. De injecties bevatten eiwitten die sterk lijken op de kankerremmende factoren TNF (Tumor Necrose Factor) en HRF (Histamine relaesing factors). Burton zelf ziet het niet direct als een therapie, maar een manier om kanker onder controle te houden en te bestrijden. Dr. Burton beveelt geen specifiek dieet aan.
-Essiac is een kruidenthee die door zuster Caisse samengesteld is en sinds 1922 gebruikt wordt om kankerpatiënten te genezen. De kruiden in deze thee, zoals klis- en rabarberwortel, hebben een anti-kanker werking. Naast het gebruik van de thee dient ook een voedingstherapie te worden gevolgd.
-Thymus extracten. De thymus is een klier die in de borst ligt en die met het toenemen van de leeftijd steeds kleiner wordt. De factoren die de thymus produceert, stimuleren het eigen afweersysteem. Het was de Zweedse arts Sandberg die voor het eerst patiënten behandelde met een waterig extract van de thymus. Vrijwel niemand van deze patiënten overleed op latere leeftijd aan kanker. De arts Pesic heeft de therapie verder uitgewerkt. De behandelingen met thymusextracten hebben als resultaat dat het afweersysteem zich herstelt en de gezondheidstoestand en vitaliteit toeneemt. In combinatie met maretakpreparaten (Iscador) wordt een sterkere positieve invloed gezien op het immuunsysteem.
-Iscador. De maretak is een zeer waardevolle bron van het geneesmiddel Iscador, dat wordt samengesteld naar het recept van de antroposoof Rudolf Steiner (1861-1925). Op basis van de ongebruikelijke kenmerken van de plant gaf Steiner het advies om kanker te bestrijden met het voornamelijk injecteren van een gefermenteerd extract van de parasitaire plant. De maretakpreparaten versterken het immuunsysteem door de thymus te stimuleren en het aantal witte bloedcellen te doen toenemen. Ze werken thermotherapeutisch en remmmen de groei van kankercellen door TNF-alfa. Als de Iscador geen invloed heeft op de groei van de tumor, verbetert het de kwaliteit van leven en kan het levensverlengend werken.
-Ukrain, een extract van de Chelidonium majus (stinkende gouwe) en thiofosforzuur, waarvan gezegd wordt dat het effectief is bij vele vormen van kanker. Bij alvleesklierkanker kan het het leven aanzienlijk verlengen. Er wordt wel gewaarschuwd dat het ernstige bijwerkingen kan geven.
-Curcumine (van kurkuma) kan ingezet worden bij preventie en bij de behandeling van kanker. Curcumine remt deling van de tumorcellen en zet kankercellen aan tot zelfmoord. Daarbij remt het de aanleg van nieuwe bloedvaatjes naar de tumor toe. Het kan ook waardevol zijn bij de reguliere behandeling van alvleesklierkanker. Het versterkt bepaalde cytostatica.
Psychische en psychosociale hulp en ondersteuning kunnen ook een duidelijke bijdrage leveren. Carl Simonton (in het boek “Op weg naar herstel”) toonde aan, dat het mogelijk is door middel van visualisatie ons immuunsysteem te activeren. Ook ons psychisch welbevinden is belangrijk. , Dit blijkt uit de positieve invloed van psychotherapie (Lawrence Leshan: “Een kans op herstel”). Instellingen op dit gebied zijn het Helen Dowling Instituut in Utrecht en Het Behouden Huys in Haren.
Er is dus op verschillende vlakken zeker wel wat te doen met behulp van complementaire behandelingen voor de patiënt bij wie alvleesklierkanker of een andere vorm van kanker is vastgesteld. De patiënt dient zoveel mogelijk geïnformeerd te worden over de verschillende mogelijkheden zodat een bewuste keus gemaakt kan worden. Een keus gemaakt door de patiënt zelf, uiteraard wel onder begeleiding van een speciaal geschoold en getraind arts of therapeut..
Adressen en andere informatie zijn te verkrijgen bij de Infolijn-AG.
De alvleesklier ziet er langgerekt en trosvormig uit, is bij een volwassene 12 tot 15 centimeter lang en heeft een dikte van 1 tot 3 centimeter. De klier ligt in de bovenbuik, vlak voor de wervelkolom. De kop van de alvleesklier ligt in de bocht van de twaalfvingerige darm, terwijl de staart achter de maag langs, schuin omhoog naar links gaat.
Meest recente berichten
Idealistische ‘Schijf for Life’ ontkent de fysiologie van een alleseter
Gezond dieet halveert de kans op Covid
30 oktober: MMV-Ledendag met Frits Muskiet en Hanno Pijl