Iraanse onderzoekers gaven de helft van een groep patiënten rondom hun bypass-operatie extra vitamine E en zink. Deze patiënten lagen korter op de intensive care en mochten eerder weg uit ziekenhuis dan die uit de placebogroep. Hoewel de verschillen in ligduur klein waren ‘is dat met zo’n gemakkelijke en goedkope interventie toch als een prestatie te beschouwen’, concluderen de onderzoekers.
Elke operatie is een trauma dat risico’s met zich meebrengt, maar het verleggen van kransslagaders rondom het hart behoort tot de zwaardere categorie. De ingreep ‘lokt een systematische ontstekingsreactie uit die wordt veroorzaakt door het chirurgische trauma zelf, het stilleggen van het hart en de hernieuwde doorbloeding na afloop’, schrijven de onderzoekers in European Journal of Clinical Nutrition.
‘De motivatie voor het gebruik van de combinatie zink en vitamine E is gelegen in hun antioxidatieve en tegelijk immuun modulerende effecten.’ En aangezien de operatie vaak gepaard gaat met verlaagde zink- en vitamine E-waarden in het bloed, leek het ze de moeite waard deze aan te vullen.
Dosering
De helft van een groep van 78 mannelijke vrouwelijke patiënten rond de leeftijd van zestig jaar, kreeg daags voor de operatie en verdeeld over drie doses een stootkuur van 1.200 IE vitamine E (alfa-tocoferolacetaat) en 120 milligram zink (zinkgluconaat). Vanaf de tweede dag na de operatie tot drie weken erna was de dosering een maal daags 200 IE vitamine E en 30 mg zink. De andere helft van de groep kreeg een placebo.
Resultaten
Op tal van uitkomstmaten (bijvoorbeeld koorts, infectie, sterfte binnen 30 dagen) presteerde de suppletiegroep iets beter, maar geen van deze uitkomsten bereikten statistische significantie. Dat was wel het geval voor de ligduur op de intensive care (87 uur versus 126) en de totale ligduur (9 versus 7 dagen) in het ziekenhuis.
Niet verwonderlijk lagen de serumwaarden voor vitamine E en zink in de suppletiegroep bij alle drie de meetmomenten duidelijk hoger. Dat ging samen met lagere waarden voor een aantal ontstekingsmarkers (CRP, PTX3, Interferon gamma, MDA). Tussen de groepen was geen verschil in interleukine 4. Tot slot had de interventiegroep minder hoge waarden van een enzym – aspartaat aminotransferase AST – dat op weefselschade duidt.
Bewegen helpt ook
De Nederlandse situatie wijkt flink af van die in Iran. Nederlandse patiënten gaan bij dezelfde operatie gemiddeld genomen eerder naar huis dan de Iraanse ‘laag-risico’ groep. ‘Na een bypass-operatie wordt standaard uitgegaan van vijf tot acht dagen’, meldt het sint Antoniusziekenhuis in Utrecht. Een in eigen huis uitgevoerd onderzoek liet een flinke toegevoegde waarde zien van bewegen.
Van de groep die vanaf de eerste dag begon met bewegen (twee keer twintig minuten lichte oefeningen zoals zitten en lopen), ‘kon zestig procent op dag 4 of 5 na de operatie al naar huis’. In de groep die volgens het oude protocol op de eerste dag nog niet uit bed mocht, lag dat percentage op 38.
Ook wat de karakteristieken van de patiënten betreft zijn er grote verschillen. Zo hadden de Iraanse patiënten geen overgewicht en had slechts vijftien procent ‘een geschiedenis van roken’. Het massieve drugsprobleem waar de Iraanse samenleving onder gebukt gaat, komt tot uitdrukking in het detail dat ruim de helft van de studiedeelnemers een ‘een geschiedenis van opiumgebruik’ had.
Beeld: Wikipedia
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief