De verlenging met tien jaar van de markttoelating van glyfosaat was onder meer te danken aan het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen (Ctbg). Dat verklaarde het plantengif veilig. Maar het RIVM vond de ontkenning van een link tussen glyfosaat en Parkinson ‘niet logisch’, ontdekte Zembla. En deskundigen kwalificeren de beoordeling van de kankerstudies als bevooroordeeld.
Ondanks het positieve glyfosaatadvies vanuit het Cbtg, stemde minister Pieter Adema van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in Brussel niet mee over de toelating. Aanvankelijk was de minister zelfs van plan geweest tegen te stemmen, blijkt uit een gelekt advies van het ministerie aan de regering. Een beroep op de Wet open overheid leerde de redactie van Zembla (BNNVARA) dat Adema (CU) zijn standpunt mede onder druk van de VDD bijstelde.
Parkinson
In de uitzending verklaart de minister zich nader. ‘Zorgen in samenleving en gesprekken met externe wetenschappers’ hadden hem daartoe gebracht. Het bleek te gaan over de toenemende zorgen dat het plantenbestrijdingsmiddel de hersenziekte Parkinson kan veroorzaken. Tijdens een hoorzitting kon deskundige Bas Bloem geen harde bewijzen aandragen en ontkende Ingrid Becks, directeur van het Cbtg, elk verband tussen glyfosaat en Parkinson. Waarover het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) in een van de opgevraagde documenten stelt: ‘De conclusie dat er geen verband bestaat tussen Parkinson en glyfosaat is niet logisch’.
Een verband is er namelijk weldegelijk: bij agrariërs die het meest met glyfosaat in aanraking komen, ontwikkelt zich vaker Parkinson. Of dat verband op toeval berust of oorzakelijk is dat moet toekomstig onderzoek inderdaad nog uitwijzen. De proefdieronderzoeken waar het Cbtg zich bij de beoordeling van glyfosaat op baseerde, zijn niet opgezet om het risico op hersenziekten als Parkinson te identificeren. Ingrid Beck van het Cbtg: ‘Dat is nog een stukje dat toegevoegd moet worden aan ons kader.’
Overigens zijn er wel aanwijzingen uit experimenteel onderzoek in de richting van effecten op de hersenen via verstoring van het darmmicrobioom. Ingrid Beuker benadrukt tegenover Zembla dat het hier om indirecte conclusies gaat. Evenals het angstige gedrag van muizen die via de voeding aan glyfosaat zijn blootgesteld zijn dat wel ‘dingen waar we heel kritisch naar moeten kijken’. Minister Adema: ‘Er is echt meer onderzoek nodig. Daarom vond ik een onthouding passender.’ De minister wijst op de signaalwaarde van zijn stemonthouding in Brussel. ‘Dit is de eerste keer dat we ook echt afweken van het advies van het Cbtg.’
Kankerrisico wegredeneren
In 2015 was de commotie groot toen de kankeronderzoeksinstituut IARC van de Wereldgezondheidsorganisatie glyfosaat als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend’ classificeerde. De Europese autoriteiten kwamen tot een andere conclusie. En nu dus weer. Kort nadat he Cbtg afgelopen oktober met haar positieve oordeel kwam, presenteerden Italiaanse onderzoekers de eerste resultaten van nieuw proefdieronderzoek. Dat toont een verhoogd risico op leukemie bij, voor proefdieronderzoek, relatief lagere doseringen. Becks: ‘Daar moeten we ook weer heel goed naar gaan kijken en meewegen in het licht van alles wat we weten.’
Tussen de 2.300 studies die het Cbtg wel beoordeelde waren er ook enkele die een toename van tumoren uitwezen bij de proefdieren die aan glyfosaat blootgesteld waren. Onder meer met hulp van Ad Ragas, hoogleraar risicobeoordeling aan de Radboud Universiteit, ploos Zembla uit hoe het Cbtg tot een andere risicobeoordeling komt dan het IARC. Samenvattend komt het in de woorden van de Duitse toxicoloog Peter Clausing op het volgende neer: ‘Er is duidelijk bewijs dat de autoriteiten hun eigen regels hebben overtreden en aanbevelingen genegeerd.’
In dit begeleidende artikel gaat Zembla stap voor stap in op de discutabele keuzes die het Cbtg bij de beoordeling maakte. Zo speculeert het dat de tumoren spontaan kunnen zijn ontstaan of het gevolg zouden kunnen zijn van virale infecties. De limietdoseringen zouden te hoog zijn. Daarnaast legden de rapporterende landen de lat hoger dan de OESO-handleiding, waarop zij hun beoordelingen baseren, aanraadt.
Zo pasten ze bij de analyse van het aantal tumoren de zogeheten tweezijdige toetsing toe; wat er op neerkomt dat er ongeveer twee keer zoveel tumoren nodig zijn om tot statistische significantie te komen. Gevraagd naar het waarom gaf het Cbtg aan dat dit zou staan in de ‘protocollen’ van de muizenstudies. Dat blijkt na controle niet het geval te zijn. Over de ‘Europese afspraken’ die in tweede instantie als motivatie worden aangevoerd, kan de woordvoerder ‘ondanks herhaald vragen van Zembla’ verder niets vertellen.
‘Ik zie dat ze wetenschappelijke aanwijzingen dat glyfosaat mogelijk kankerverwekkend is, systematisch wegredeneren’, concludeert Ragas. ‘In ieder geval worden de protocollen, die moeten garanderen dat je één voor één netjes alle stappen zet, geschonden.’
Foto: een met glyfosaat bespoten veld (Wikipedia)
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief