Geldtekort, personeelstekort en een tekort aan maatschappelijk draagvlak. De gezondheidszorg zoals die nu functioneert is op termijn onhoudbaar. De politiek moet prioriteiten stellen en ‘scherpe keuzes’ maken, schrijft de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid in een rapport dat ze gisteren overhandigde aan de demissionair minister voor Volksgezondheid.
Meer ouderen, meer chronisch zieken, meer dure behandelingen en medicijnen. Deze trends zetten zich de komende decennia onverminderd voort. Op dit moment is ongeveer één op zeven werkenden in de zorg actief. De WRR schat dat dit bij ongewijzigd beleid in 2040 zal zijn gestegen naar een op de vier en nog twintig jaar later naar een op de drie. De honderd miljard euro die de zorg nu jaarlijs kost, zal tegen die tijd verdrievoudigd zijn.
Deze toename is groter dan de economische groei en dat leidt onherroepelijk tot problemen. ‘Het zijn getallen die niet met de realiteit in overstemming kunnen zijn’, zegt WRR-lid Marianne de Visser op de website van de NOS. ‘Bovendien betekenen ze dat als je al dat geld en al die mensen inzet voor de zorg, je ze niet voor andere publieke doelen kunt inzetten. Bijvoorbeeld het onderwijs. Het gaat aan alle kanten knellen.’
Bezuinigingen op onderwijs en sociale zaken zorgen via een omweg weer voor hogere zorgkosten waarschuwt De Visser. ‘Onderwijs en armoedebestrijding zijn hele belangrijke beleidsonderdelen om brede lagen van de bevolking in een betere gezondheid te brengen. Daar moet je in blijven investeren.’
Simpelweg bezuinigen op de grootste kostenpost – personeel – is funest. Dat bewijzen de voortdurende personeelstekorten. Er zijn grenzen aan hoeveel meer je met hetzelfde aantal medewerkers kunt doen. Iedereen weet dat er meer nodig is dan efficiënter werken alleen, maar een samenhangende aanpak van de knelpunten blijft uit. De Visser: ‘Wij luiden de noodklok.’
Voorbereiden op schaarste, wennen aan scherpere keuzes
Hoewel de Raad pleit voor een beter personeelsbeleid en het aantrekken van artsen en verpleegkundigen uit het buitenland, concludeert ze dat meer personeel en doelmatiger werken alleen, geen duurzame oplossing biedt. We zullen moeten wennen aan het idee van schaarste. Verdeeld over drie pijlers formuleert het adviesorgaan twaalf aanbevelingen.
Een pijler betreft de samenleving. Die moet voorbereid worden op schaarste in de zorg. Door de bevolking bijvoorbeeld met behulp van burgerplatforms bij het thema te betrekken, moet draagvlak ontstaan voor het idee dat niet elke behandeling altijd voor iedereen beschikbaar is. Vanuit dat besef moet een strategie ontstaan voor de sectoren waar het nu al misloopt: ouderenzorg, jeugdzorg en de geestelijke gezondheidszorg.
Een tweede pijler betreft de zorgsector zelf. Die moet in haar ‘uitvoerend vermogen versterkt worden’. Onder meer behandelingen en hulpmiddelen gaan toetsen op (kosten)effectiviteit; zoals nu voor een deel bij medicijnen gebeurt. Ook de bestaande zorg binnen alle sectoren moet op kosteneffectiviteit onderzocht worden. Vergoeding van niet-passende zorg moet ophouden. Het moet duidelijk zijn wie voor wat verantwoordelijk is. Bijvoorbeeld: een minister zou niet in staat mogen zijn voorbij te gaan aan beslissingen van de bevoegde instantie.
Voor de politiek, de derde pijler, heeft de raad de meeste aanbevelingen. Den Haag moet ‘scherpere keuzes maken’, gericht op de lange termijn, met realistische inschattingen van wat de beslissingen betekenen voor de samenleving en de toegankelijkheid en kwaliteit ‘in kwetsbare delen van de zorg’. De uitgaven aan collectieve zorg moeten op een zelfde manier beheerst worden als bij de andere publiek sectoren.
Daarbij is de overheid geroepen op een ‘meer verplichtende manier en vanuit verschillende beleidsterreinen’ in te zetten op ‘brede gezondheid en preventie’.
Preventie
In een korte podcast die het ruim vierhonderd pagina’s tellende rapport begeleidt, betoont Marianne de Visser zich kritisch op de ontwikkelingen op dit vlak. Jaarlijks twintig miljard euro van het zorgbudget gaat op aan ziekten die te voorkomen zijn. Met de per saldo nog altijd verder verslechterende leefstijl van de bevolking zullen deze kosten blijven stijgen.
Toch gaat ‘op dit moment in totaal maar twee van de honderd miljard euro naar preventie toe. En daar zitten ook dingen bij als vaccinatie, screening. Dus het is echt niet alleen maar leefstijlinterventies. Daar moet geld bij. En daar moet ook meer aandacht voor zijn in de gemeenten.’ Het nationaal preventieakkoord noemt De Visser een mooie eerste stap. ‘Maar het is niet verplichtend, erg vrijblijvend.’ De Visser wil dat er serieus wordt nagedacht over vet- en suikertaks.
‘We hebben btw op gezonde voeding die omhoog gegaan is. Dat zijn allemaal argumenten waarvan wij zeggen: herbezinning is nodig. Want preventie is ongelofelijk belangrijk om ziekten te voorkomen.’ Juist op het thema preventie is een regering nodig die in staat is vooruit te zien en een perspectief te geven voor de lange termijn, zegt Gijsbert Werner, wetenschappelijk medewerker bij de WRR.
Want in tegenstelling tot acute zorg is het effect van preventie pas na jaren zichtbaar. En dan nog alleen op populatieniveau. ‘De luchtkwaliteit verbeteren door de maximum snelheid te verlagen in dichtbevolkte gebieden. Dat is één van de maatregelen die zijn doorgerekend. Daar win je x-duizend levensjaren mee. Maar je kan nooit iemand aanwijzen die daardoor geen beroerte of geen hartinfarct krijgt.’
‘
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief