De vijf-jaarsoverleving van sommige kankersoorten is vergeleken met dertig jaar geleden sterk verbeterd. Maar overleving is nog iets anders dan gezondheid. ‘Het is belangrijk dat we de langetermijnbijwerkingen van kanker en kankerbehandelingen erkennen en aanpakken.’ Een kleinschalige studie toont dat een dieetinterventie op afstand, haalbaar en effectief kan zijn bij de bestrijding van chronische vermoeidheid.
Onderzoekers, waaronder een diëtist en een student, van Ohio State University gingen aan de slag met tien overlevers van diffuus B-cel lymfoom (DLBCL). Dat is een agressieve variant uit de groep Non-Hodgkinlymfomen. Zowel voor DLBCL, als voor Non-Hodgkin is de overleving duidelijk verbeterd. De incidentie (hoe vaak de diagnose gesteld word) nam echter snel toe.
In Nederland lag het aantal nieuwe gevallen van DLBCL tussen 1989 en 1998 stabiel op circa 850 per jaar. Sindsdien laat de grafiek een sterke stijging zien die na 2010 afvlakt tot 1.565 gevallen in 2018. Verbeterde overleving enerzijds en meer gevallen anderzijds betekent bij elkaar opgeteld een almaar groeiende groep overlevers. Dat is in de Verenigde Staten weinig anders. En chronische vermoeidheid is de meest voorkomende bijwerking van kankerbehandelingen, zegt Tonya Orchard, onderzoeker aan het intergratieve kankercentrum van Ohio State University op Euralert.
Ontstekingsremmende voeding
‘Dit is met name het geval bij lymfoompatiënten. Van de overlevers meldt zestig procent vermoeidheid die na het voltooien van de behandelingen voortduurt. Wij geloven dat bepaalde soorten voedsel rijk zijn aan specifieke nutriënten die zouden kunnen helpen inflammatie in het lichaam te verminderen en vermoeidheid te verbeteren.’
Die overtuiging stoelt mede op de resultaten van eerder onderzoek vanuit dezelfde universiteit, waarbij ontstekingsremmende voeding effectief bleek tegen chronische vermoeidheid na borstkanker. Destijds ging het om een gerandomiseerd klinisch onderzoek met dertig deelnemers. In de interventiegroep verbeterde de vermoeidheidscore gemiddeld 5,5 keer meer dan in de controlegroep. De interventiegroep sliep ook beter en hun bloed bevatte duidelijk meer carotenoïden (beta-cryptoxanthine, luteïne, zeaxanthine), lycopeen en omega 3-vetzuren.
Aan de jongste studie namen slechts tien personen deel en er was geen controlegroep. De deelnemers waren in remissie en hadden twee jaar na beëindiging van hun chemokuren nog altijd met vermoeidheid te kampen. Over een periode van twaalf weken hadden ze acht keer – op afstand wegens corona – persoonlijk contact met een diëtist.
Deze gebruikte de ontmoetingen om hoogte krijgen van de voedselvaardigheden en –voorkeuren van de deelnemers, met het doel de consumptie van ontstekingsremmende voedselgroepen stapsgewijs omhoog te brengen. In een tempo dat aansloot bij de individuele ambities en beperkingen.
Daarbij richtte de aandacht zich op volkoren granen, specifieke groenten en fruit en voedsel dat rijk is aan omega-3 vetzuren. Dat vertaalde zich in praktische doelen. Zoals: eet tenminste één vitamine C-rijk stuk fruit per dag, elke dag oranje of gele groenten, dagelijks één portie groene bladgroenten, drie porties volkoren granen en twee porties omega 3-rijke voeding.
Gezonder dieet, meer ervaren energie
Negen van de tien deelnemers maakten de drie maanden vol en acht deelnemers haalden de doelstellingen voor wat betreft de meeste voedselgroepen. Alleen de consumptie van noten en zaden bleef achter. Een en ander resulteerde in een flinke verbetering op de ‘gezond eten index’ – mede door een gelijktijdige lagere consumptie van suiker en verzadigd vet – en nog net klinisch relevante verbetering van de chronische vermoeidheid.
Overigens blijkt uit het verslag in Nutrition and Cancer dat de deelnemers al voor de start van de interventie gezonder dan gemiddeld aten. Op de bovengenoemde index scoorden ze 66 punten, tegen 58 punten voor de gemiddelde Amerikaan in de leeftijd tussen 31 en zeventig jaar. Aan het eind van de onderzoeksperiode scoorden ze 82 punten.
Opmerkelijker was dat de groep voor aanvang van de studie op vermoeidheid eveneens gelijk scoorde met het Amerikaanse gemiddelde. ‘Dus het zou kunnen dat de deelnemers niet de overlevers vertegenwoordigen die waarschijnlijk het meest van deze interventie zouden profiteren. Namelijk degenen die ernstig vermoeid zijn.’ Het lijkt er op dat de deelnemers al voor de interventie het nodige deden om hun conditie te verbeteren. Dat is in elk geval de kwestie bij Angel Kowalski, die figureert in deze nieuwsvideo op de website van OSU comprehensive cancer center.
Recent berichtte MMV over Gronings en Australisch onderzoek naar de rol van sport bij het verminderen van de bijwerkingen van chemo. De Amerikaanse onderzoekers pleiten voor meer voedingsonderzoek en motiveren dat met de almaar groeiende groep kankeroverlevers.
‘Als we naar het grotere plaatje kijken’, zegt Tonya Orchard, ‘is het zo belangrijk dat we de langetermijnbijwerkingen van kanker en kankerbehandelingen erkennen en aanpakken. Zoals chronische vermoeidheid. Voeding is een toegankelijke en realistische mogelijkheid om een positieve impact te maken op de kwaliteit van leven van kankerpatiënten.’
Beeld: Angel Kowalski met zijn echtgenote in de keuken (OSU james.mulimedia-newsroom.com)
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief