Komen kinderen die vegetarisch opgroeien tekort? De vleeslobby mag dat graag doen geloven en internationale studies laten ruimte voor twijfel. Een langlopende studie onder Canadese kinderen vond geen verschillen in lengte, gewicht, bloedvetten en enkele belangrijke voedingsstoffen. Wel was er een grotere kans op ondergewicht.
Overheden en gezondheidsautoriteiten bevelen steeds nadrukkelijker een meer plantaardige voedingswijze aan. Vleesminderen baat de gezondheid van mens en milieu, zo is de boodschap. Algemeen wordt een gevarieerd vegetarisch voedingspatroon – met zuivel en eieren – voor volwassenen als volwaardige voedingswijze beschouwd. Voor kinderen bestaan er wetenschappelijk gezien nog twijfels, schrijven de Canadezen in vakblad Pediatrics.
Kinderen van Zevende-Dag Adventisten in Californië floreren op een vegetarisch voedingswijze. Vergeleken met niet-vegetarische kinderen waren ze zelfs een tot twee centimeter langer en ook wat lichter. Studies zonder Zevende-Dag Adventisten zagen meestal geen lengteverschil, maar waren te klein om statistische duidelijkheid te verschaffen, met name op het punt van gewicht. Enkele kleine studies wezen wel in de richting van lagere ijzerwaarden voor vegetarisch gevoede kinderen.
Geen ijzergebrek
Wetenschappers van de universiteit van Toronto deden dus geen overbodig werk door een grote groep kinderen op deze punten te onderzoeken. Het gaat om bijna negenduizend kinderen die bij de start van het onderzoek in 2008, tussen 6 maanden en 8 jaar oud waren. Hun gegevens zijn verzameld tot 2019. Van hen kregen er 248 vanaf het begin vegetarisch te eten.
Na een gemiddelde opvolgperiode van drie jaar weken deze kinderen niet af van hun vleesetende leeftijdgenoten. Ze waren even lang en net zo zwaar. Daarbij bevatte hun bloed evenveel ijzer, vitamine D en cholesterol. Kinderen – vegetarisch en niet-vegetarisch – die geen melk drongen hadden een iets lager LDL-cholesterol.
Vegetarische kinderen hadden een paar maanden langer borstvoeding gehad, slikten twee keer vaker ijzersupplementen (10,6 procent), iets vaker een vitamine D-supplement (50 tegen 42 procent) en hun moeder waren iets lichter (BMI 24 tegen 25). Voor wat betreft gewicht kwamen de vegetarische kinderen steeds net wat lager uit: 3,3 procent was hen was obees (tegen 4,2 procent), 10,8 procent had overgewicht (tegen 13,9 procent), ze hadden net iets vaker een normaal gewicht (79,7 tegen 78,6 procent) en hadden twee keer zo vaak ondergewicht: 6,2 tegen 3,3 procent.
Om uitspraken te kunnen doen over een veganistische voedingswijze – dus helemaal geen dierlijke producten – op de ontwikkeling van kinderen, was de studiegroep nog altijd te klein. Slechts 25 van de 9.000 kinderen aten veganistisch. Ook was niet duidelijk waarom de ouders hun kinderen geen vlees te eten gaven. Bijvoorbeeld uit financiële, religieuze, ethische of gezondheidsredenen. Dat kan invloed hebben op de kwaliteit van de voeding.
Conflicterende belangen
Vleeslobbyisten zullen bij deze studie overigens meteen op de lange lap tekst wijzen die onder het kopje ‘Competing Interests’ is opgenomen. Weliswaar is de studie gefinancierd door de Canadese gezondheidsautoriteiten en een stichting van twee ziekenhuizen, veel van de auteurs hebben eerder onderzoek voor commerciële ‘plantaardige opdrachtgevers’. Met name David Jenkins heeft een lange lijst met samenwerkingen op zijn naam staan. Van hem wordt bovendien vermeld dat zijn twee dochters een vegetarisch kookboek hebben uitgebracht, zijn vrouw onderzoek doet voor de voedselindustrie en dat zijn zus geld heeft gekregen – van de stichting die ook dit onderzoek mede financierde – voor het ontwikkelen van een kookboek bij een van zijn studies.
Foto door Pavel Danilyuk via Pexels
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief