Waar de ene vegetariër moeiteloos een vleesloos eetpatroon handhaaft, daar bezwijkt de andere aan een onbedwingbare trek in vlees en vis. Amerikaans onderzoek suggereert dat hier meer meespeelt dan een gebrek aan motivatie en wilskracht. Kun je aanleg hebben om wel of geen vegetariër te zijn?
Van oudsher zijn de belangrijkste redenen om geen vlees of vis te eten van religieuze aard. Het Boeddhisme verbiedt het eten van dieren weliswaar niet, maar veel volgers leggen de leer wel zo uit. Zo ook het Hindoeïsme. Dat verplicht niet tot vegetarisme, maar stelt het wel als bijzonder deugdzaam voor. Met als gevolg dat ongeveer twintig procent van de Indiase bevolking tot de vegetariërs te rekenen is. Ook het Christendom heeft vleesvrije stromingen. Bijvoorbeeld de Zevende-dags Adventisten. oosters orthodoxe christenen zou je flexitariër kunnen noemen; zij worden geacht bijna de helft van het jaar van vlees en vis af te zien.
Daar zijn morele (dierenleed) en ecologische redenen bijgekomen. En het is ook nog eens goed voor je gezondheid. MMV is zeker niet enige club die een vegetarisch dieet propageert. Ondanks de veelgehoorde bedenkingen met betrekking tot voedingstekorten kun je met een vegetarisch voedingspatroon prima honderd worden. Daarvan zijn de Zevende-dags Adventisten in Loma Linda, Californië, wel de beste getuigen. Zij bevolken een van officiële vijf ‘blue zones’ die de wereld rijk is.
Desondanks blijft het een marginaal deel van de bevolking dat zich vegetariër noemt. In Nederland is dat volgens de Vegetariërsbond twee procent. Nagenoeg gelijk aan Groot Brittannië waar de National Diet and Nutrition Survey in 2014 op 2,3 van de volwassenen uitkwam en 1,9 procent van de kinderen. Het werkelijke aantal strikte vegetariërs is waarschijnlijk veel lager, schrijven Amerikaans en Britse onderzoekers in PlosOne. Volgens meerdere bronnen waarnaar ze in hun artikel refereren, geeft 48 tot 64 procent van de zelfverklaarde vegetariërs namelijk aan wel degelijk vis, gevogelte en rood vlees te eten.
‘Dit suggereert dat het verlangen zich aan een vegetarisch dieet te houden, teniet gedaan wordt door omgevings- en/of biologische beperkingen. En het doet de vraag rijzen of alle mensen wel in staat zijn te overleven en te floreren op een strikt vegetarisch dieet.’ Met gebruik van de data van UK Biobank gingen de wetenschappers op zoek naar het biologische deel van de verklaring.
Snipjes DNA wijzen naar vetstofwisseling en hersenwerking
Daartoe doken ze in het DNA van 329duizend Britten van en dat van 5,324 ‘strikte vegetariërs’ om dat te vergelijken met dat 329duizend omnivoren. Om zo min mogelijk genetische ruis op te pikken, bestonden beide groepen uit deelnemers van Kaukasische komaf. Wat uit de vergelijking van de witte Britten meteen opvalt, is dat de vegetariërs minder wegen (een twee punten lager bmi) dan de controlegroep. Al was het de onderzoekers daar niet om te doen.
Doel was het vinden van zogeheten single nucleoide polyorphisms – afgekort tot SNP en uitgesproken als ‘snip’. Volgens de definitie is een polymorfisme is een afwijkende codering van een bepaald gen dat zo vaak voorkomt (bij meer dan één procent van de populatie) dat niet meer van een genetische mutatie gesproken wordt. Er zijn allerlei SNP’s bekend die geassocieerd zijn met een grotere kans op ziekten. En naar nu blijkt ook met de kans succesvol vegetariër te zijn.
Bij de ‘genoom brede associatiestudie’ die de onderzoekers uitvoerden, sprong er een SNP uit op chromosoom 18 waaraan een viertal genen gelinkt zijn. Drie daarvan kwamen ook voor in een groep van 34 genen die met twee andere analysemethoden boven water kwamen. De betreffende genen hebben belangrijke functies in het vetmetabolisme en de hersenwerking.
Nabeel Yaseen, emeritus professor pathologie aan de Northwestern University in Chicago en eerste auteur van de studie, wijst erop dat op het gebied van complexe vetzuren plantaardige producten wezenlijk van vlees verschillen. ‘Mijn speculatie’, zegt hij op de website van zijn universiteit, ‘is dat vlees mogelijk vetcomponenten bevat die sommige mensen nodig hebben. Misschien dat mensen met een voor vegetarisme gunstige genetische aanleg, in staat zijn deze componenten zelf samen te stellen.’
In hun artikel geven de auteurs verschillende voorbeelden van de wisselwerking tussen metabolisme, fysiologische effecten en smaakervaring. We eten meer van iets dat lekker smaakt. Maar de smaakperceptie wordt sterk beïnvloed door het fysiologische effect dat op zijn beurt weer door het metabolisme kan worden voorgeschreven. Een voorbeeld is alcoholconsumptie. Wie weinig van het enzym aanmaakt dat het giftige afvalproduct van alcohol (aceetaldehyde) naar azijnzuur omzet, zal weinig trek in een tweede glaasje hebben.
Foto boven: Een Indiase Thali is een complete maaltijd, meestal vegetarisch. Pixabay
Foto onder: Injera is een soort pannenkoek van gefermenteerd tefdeeg, gegeten met verschillende gestoofde peulvruchten, kruiden en groenten. Artem G.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief