Dagelijks sterven 7.400 Europeanen aan niet-overdraagbare ziekten die het gevolg zijn van alcohol, tabak, ultra-bewerkt voedsel, fossiele brandstoffen en arbeidsomstandigheden. In 2010 stelde de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) beleidsmaatregelen voor om dat aantal met een derde terug te brengen. Nog niet de helft daarvan is omgezet, signaleert de WHO in een dik rapport over de strategieën waarmee de industrie overheden beïnvloedt.
Niet-overdraagbare ziekten zijn al die aandoeningen waarvan een infectie niet de directe oorzaak is. Daarbij gaat het over cardiovasculaire ziekten, kanker, diabetes chronische aandoeningen van de luchtwegen, geestelijke stoornissen en neurologische aandoeningen. Bij elkaar zijn deze ziekten verantwoordelijk voor negentig procent van de jaarlijkse sterfgevallen in Europa en tweederde daarvan, zo stelt de WHO, zijn direct aan risicofactoren toe te rekenen.
Alcohol, tabak, ultra-bewerkte voeding, fossiele brandstoffen en arbeidsomstandigheden (zoals het werken met kanker- en andere ziekteverwekkende stoffen) veroorzaakt naar schatting 2,7 miljoen doden per jaar, 7.400 per dag. Dat is gemiddeld bijna een kwart van alle doden die er jaarlijks te betreuren zijn.
Omdat het de afgelopen veertien jaar zo slecht lukte beleidsmaatregelen door te voeren om het aantal vermijdbare doden terug te dringen, helpt de Europese afdelingen van de WHO overheden en andere ‘stakeholders’ met een rapport dat in kaart brengt hoe de industrie het klaarspeelt hun commerciële belangen ten koste van maatschappelijk welzijn en volksgezondheid door te drukken.
Pinkwashing en patiëntenorganisaties
Het 139 pagina’s tellende rapport wil ‘belanghebbenden bijstaan en mobiliseren om de invloed van de commerciële industrie op gezondheidsbeleid te identificeren, te voorkomen en te matigen.’ Geld geeft macht om de norm te stellen. In het eerste hoofdstuk leggen de auteurs uit ‘hoe bedrijven het denken vormgeven, verantwoordelijkheid ontkennen en de schuld naar het individu doorschuiven.’
De strategie om het eten van junkfood als een persoonlijke keuze weg te zetten en obesitas als het gevolg van een gebrek aan beweging zijn bekende voorbeelden. Gelardeerd met 30 uitvoerig gedocumenteerde, waargebeurde voorbeeldsituaties – case studies – komen er nog veel meer aan bod. ‘Pinkwashing’ voorbeeld. Waarbij bedrijven die met hun producten onderdeel zijn van het kankerprobleem als sponsor zichtbaar zijn op evenementen tegen borstkanker.
Case study nummer 9 geeft een voorbeeld van farma-lobbyen door misbruik te maken van patiëntenorganisaties en families. (In dit verband wijst MMV er graag op dat zij in Nederland de enige kankerpatiëntenorganisatie is die niet op een of andere wijze ondersteuning ontvangt vanuit de farmaceutische industrie.)
FoodDrinkEurope ‘We hebben allemaal voedsel nodig – en we hebben allemaal bewerkte voeding nodig’
In de reactie van Rebacca Fernández op FoodNavigator komt veel samen van wat het WHO-rapport onder de aandacht brengt. Fernández is wetenschappelijk directeur van FoodDrinkEurope. Ze beticht de WHO van misleiding. ‘De consumptie van bewerkt voedsel te verbinden met de tabaksindustrie en fossiele olie-industrie is onverantwoordelijk en schandalig misleidend.’ Het verweer concentreert zich op de vermeende onduidelijkheid over wat ultra-bewerkte voeding precies is.
Onafhankelijke wetenschappers omarmen de NOVA classificatie, anderen doen dat niet. Daarbij mogen industrie-gelieerde wetenschappers de schadelijkheid van ultra-bewerkte voeding graag ter discussie stellen aan de hand van fabrieksbrood en ontbijtgraanproducten. Die vallen in de vierde groep – ultra-bewerkt – van de NOVA classificatie, maar zijn in epidemiologisch onderzoek nauwelijks geassocieerd met negatieve gezondheidsuitkomsten.
Fernández’ uitspraak ‘We hebben allemaal voedsel nodig – en we hebben allemaal bewerkte voeding nodig’, is vooral verwarrend. De wetenschappers van de Wereldgezondheidsorganisatie waarschuwen voor ultra-bewerkte voeding, niet voor bewerkte voeding.
Bij bewerkte voeding volgens de derde groep van de NOVA-classificatie gaat het om ‘redelijk eenvoudige producten (2 à 3 ingrediënten) die ontstaan door voedingsmiddelen uit groep 1 en 2 te combineren en die een bewerkingsproces zoals koken ondergaan. Voorbeelden daarvan zijn ingeblikte groenten en fruit, vis of peulvruchten, gezouten en gesuikerde noten, gezouten en gerookt vlees, kaas, onverpakt vers brood en alcoholische dranken op basis van fermentatie.
Vertegenwoordigers van de voedselindustrie mogen echter graag ook groep 1 en 2 in de strijd gooien. Waaronder minimaal bewerkte producten vallen zoals thee (gedroogd en gefermenteerd) voorgesneden en gewassen groenten of gedroogde kruiden.
Beeld: Maurits90
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief