De rode, paarse en gele pigmenten uit groenten fruit en wortelgewassen staan bekend om hun gezonde eigenschappen. Finse onderzoekers zetten op een rijtje wat deze bij diabetes type 2 kunnen betekenen. Japanse onderzoekers knutselden het rode pigment uit bietjes in het erfgoed van tomaten en aardappelen.
Er zijn twee grote groepen natuurlijk plantaardige pigmenten. De groep waar de voedingswetenschappers van de universiteit van Turku – Finland – zich mee bezighouden zijn anthocyaninen, ook wel anthocyanen genoemd. Daar zijn honderden van bekend. Ze komen veel voor in bloemen. Afrikaantjes worden bijvoorbeeld speciaal voor hun kleurstof geteeld. Gemengd door kippenvoer levert dat oranje eidooiers op.
In plantaardig voedsel zijn deze pigmenten ruim aanwezig in bessen, bramen, kersen, bloedsinaasappels en gekleurde groenten met de aubergine voorop. Tekenend voor de rijke complexiteit van de natuur is dat deze tot de flavonoïden behorende verbindingen op hun beurt ook weer in verschillende vormen komen.
In alle gevallen bevatten de anthocyaninen een suiker (is dat niet het geval dan zijn het anthocyanidinen), maar in een deel van de gevallen heeft deze suikergroep een structuur die het onverteerbaar maakt. Daaruit volgt dat de ene vorm in de bloedbaan verschijnt en de andere niet. De Finnen gingen na wat de recente literatuur te melden heeft over de effecten van beide variëteiten en deden verslag in vakblad Journal of Agricultural and Food Chemistry.
Rode kool
Beide vormen oefenen een gunstige invloed uit op diabetes type 2, concluderen de auteurs. Dat komt door hun stabiliserende werking op de energiehuishouding, ontstekingsactiviteit en het microbioom van de darm. De auteurs vermoeden dat de ‘onverteerbare’ anthocyaninen het meest van voordeel zijn. Gezien de huidige belangstelling voor het microbioom komt dat niet als een verrassing. Want juist de moleculen die niet door de darmwand in de bloedbaan verdwijnen, blijven achter als voedingsbron voor de gunstige micro-organismen in de darm.
Daarnaast spelen er andere mechanismen. Zo lijken de ‘onverteerbare’ varianten de activiteit van enzymen te remmen die zorgen voor de afbraak van suikers tot glucose en de opname daarvan door de darm. In het lichaam lijken ze een wat betere anti-oxidatieve capaciteit te hebben en een sterkere werking op het energiemetabolisme. In de darm versterken ze een divers microbioom en daarmee de barrièrefunctie van de darm. Een en ander heeft een remmende werking op de ontstekingsactiviteit.
Bessen bevatten de best verteerbare anthocyaninen. De moeilijk verteerbare variant komt met name in paars voedsel voor. De literatuur waar de auteurs van de review zich op baseren noemt paarse zoete aardappelen, paarse aardappelen, rode kool en paarse wortelen.
Rode biet
Van een geheel andere orde zijn de betalaïnen. Deze pigmenten ontlenen hun naam aan Beta vulgaris, de plantensoort die er de meeste van bevat. Afhankelijk van hun kleur zijn deze weer onder te verdelen in betacyaninen (rood) of betaxanthinen (geel). Japanse onderzoekers monteerden de genen die bieten en bloemen (Mirabilis jalapa) hun rode kleur geven in het erfelijk materiaal van tomaten en aardappelen. Vervolgens testten ze extracten van de vruchten die uit de transgene planten groeiden op hun ontstekingsremmende werking.
Dat deden ze op geïsoleerde cellen – macrofagen in dit geval – en in proefdieren. Extract van de ‘rode biettomaten’ temperde de activiteit van ontstekingsgenen in de cellen meer dan extract van de normale tomaten, staat in de samenvatting van het onderzoek in Biotechnology and Bioengineering te lezen. In de proefdieren werkte het transgene extract beter tegen darmontsteking dan extract van gewone tomaten, of suppletie met betalaïne.
Interessant genoeg bewerkten de genetisch van bietpigmenten voorziene aardappelen geen anti-oxidatieve effecten. ‘Vermoedelijk komt dat door de aanwezigheid van onbekende antagonisten (tegenwerkende krachten) in transgene aardappelen die de ontstekingsremmende functie van betacyanine tegenwerken’, speculeert het persbericht op de website van Tokyo University of Science.
Dat toont ook een tabel die de uitwerking weergeeft van de verschillende combinaties op de activiteit van een van ontstekingsparameters in de proefdieren. Daaruit blijkt dat de normale tomaten plus betalaïne nagenoeg dezelfde werking hebben als de transgene tomaten.
Studieleider Gen-ichiro Arimura, ziet een commerciële toekomst voor het transplanteren van gezonde eigenschappen. ‘Hoewel er natuurlijke plantaardige bronnen voor betalaïnen bestaan, zoals rode bieten, worden deze pigmenten onstabiel in hoge temperaturen en extreme zuurtegraden. Dat is een indicatie dat transgene tomatenplanten die deze pigmenten produceren, als gezondheidsvoedsel waarschijnlijk effectiever zijn als ze rauw gegeten worden.’
Waarmee de professor biotechnologie onbedoeld een argument aanlevert voor de regelmatige consumptie van vers gemaakte bietensap.
Beeld: Tokyo University of Science
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief