‘Voeding was altijd mijn ding. Vooral gezonde voeding.’ Na de diagnose borstkanker in 2002 maakt Jeannette Matser (60) uit Wageningen er nóg meer haar werk van. Ze heeft een eigen praktijk als natuurvoedingskundige en is een zeer geliefd thuiskok. ‘Alle groente die ik gebruik, is biologisch-dynamisch, komt uit de volle grond en zit vol levenskracht. Ook van mij, want ik snijd alles zelf.’
Jeanette Matser is begin 40 als ze in 2002 een knobbeltje in haar borst ontdekt. Aanvankelijk maakt ze zich niet echt zorgen, totdat het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis in een second opinion spreekt over een ‘zeer agressieve tumor’. Dezelfde week nog volgt onderzoek naar uitzaaiingen in lever en botten. ‘Ik was in shock.’ Ze was moeder van een jong gezin en deed de ontdekking een dag voor haar 12,5 jarig huwelijksjubileum. ‘Ik was in shock.’ De kinderen van 6, 9 en 11 jaar oud hadden nog de leeftijd van de directe vragen: ‘Mam, ga je dan dood?’ Al wil ze hen zo min mogelijk belasten, eerst kiest ze bewust voor zichzelf. ‘Ik was altijd druk voor anderen, maar besefte: nú moet ik voor mezelf zorgen. Ik had zoveel vragen. Hoe kón het dat mij dit overkwam? Ik at mijn hele leven verse groenten en leefde gezond, al was ik wel erg matig met vetten. Later begreep ik dat kanker veel voorkomt in onze familie. Waarschijnlijk is er een genetische oorzaak, maar ik heb geen behoefte om dat te laten onderzoeken. Dan ontstaan er weer nieuwe dilemma’s om over na te denken. Een tante kreeg ook jong borstkanker en haalde een hoge leeftijd; daar houd ik me aan vast.’
‘Nog elke dag dankbaar’
Er waren geen uitzaaiingen in de organen, wel in de lymfen. De behandeling was zwaar. Vlak voor Kerst 2002 kreeg Jeanette de eerste chemokuren; vóór Pasen werd zij geopereerd en rond Pinksteren begonnen de bestralingen. ‘Elke feestdag herinnert mij aan de behandelingen die ik heb ondergaan’, zegt ze. ‘Ik ben nog elke dag dankbaar dat het zo goed met mij gaat. Ik begon met tekenen en maakte een grote zonnebloem op de muur, net een zon met stralen. Het hart heb ik na de operatie zelf ingekleurd, de bloemblaadjes deden de kinderen. Na elke bestraling één bloemblaadje. Het was een manier om te verwerken en maakte visueel hoe ver de behandeling was. Verder wilde ik het leven weer zo snel mogelijk ‘gewoon’ laten zijn. Zelf op het schoolplein staan om de kinderen op te halen. Ik heb vooraf aan ouders en juffen laten weten, dat ik daar niet over mijn ziekte wilde praten. Ik stond er voor de kinderen en wilde hen de aandacht geven die ze nodig hadden.’
‘In het ziekenhuis was ik vanaf het begin open over wat ik verder aan mijn gezondheid deed. Behalve tekenen en ritmische massage was dat ook iscadortherapie. Wat voeding betreft was ik zoekende. Ik stopte radicaal met koffie, suiker en vlees, ontbijt sindsdien met het Budwigpapje en begon met groentesappen. Ik kookte altijd één maaltijd voor het hele gezin. Twee jaar na de diagnose begon ik aan de opleiding Natuurvoedingskundige.’
Maaltijdenservice
De belangstelling voor natuurvoeding ontstond al vóór de diagnose kanker. Als dieetkok in het ziekenhuis volgde Jeanette een eigen koers. ‘Collega’s in de keuken vonden dat ik veel te veel groenten gebruikte’, lacht ze. ‘Voeding is altijd mijn ding geweest. Vooral gezonde voeding. Ik ging werken in een natuurvoedingswinkel waar een wereld voor me openging. Allemaal producten die ik niet kende en een benadering van voeding die nieuw voor me was. Mijn interesse was gewekt.’
Het was vooral nieuwsgierigheid die Jeanette motiveerde om de studie te volgen. ‘Ik was benieuwd hoe je gezonde voeding ‘gewoon’ kon laten zijn’, vertelt ze. In 2009 start ze in het plaatselijk wijkcentrum het project Eettafel. Voor een schappelijke prijs konden mensen er een vegetarische en gezonde maaltijd nuttigen. ‘Ik trok altijd eerst een bouillon van verse groenten. Dat vonden mensen al zó lekker ruiken. Ik wilde met de Eettafel mensen de kans geven een betaalbare gezonde maaltijd te eten en hen tegelijkertijd laten ervaren hoe lekker vegetarische maaltijden zijn.’ Jeanette krijgt hulp van vrijwilligers, stagiaires en mensen met een taakstraf en trok met haar warme maaltijdservice wekelijks ruim veertig mensen uit de wijde omtrek. Na drie jaar stopt ze ermee. ‘Ik was medevennoot geworden van de winkel en kwam tijd tekort.’
‘Mensen reageren heel enthousiast’
Toch begint de beroepskok na een paar jaar opnieuw. ‘Een kennis benaderde mij met de vraag of ik iemand kende die een vegetarische maaltijd kon bereiden voor haar demente moeder. Ik dacht: dat kan ik zelf wel doen. Toen voormalige klanten van de Eettafel daar lucht van kregen, vroegen zij of ze weer maaltijden konden afnemen. Dat doe ik nu vanuit huis. Elke week heb ik vier keuzemenu’s en bereid ik in totaal veertig gerechten. Koken voor meerdere mensen doe ik graag. Sommige gerechten worden smakelijker als je een grotere hoeveelheid bereid, zoals erwtensoep en stamppotten. Alle groente is biologisch-dynamisch, komt dus uit de volle grond en zit vol levenskracht. Ja, ook van mij, want ik snijd alles zelf. Met liefde. Ik wissel af met peulvruchten en granen die elkaar qua eiwitten goed aanvullen. Mensen reageren heel enthousiast op mijn gerechten; de smaak verrast hen.’
Onwetendheid
Jarenlang combineerde Jeanette haar werk in de natuurvoedingswinkel met een eigen praktijk als natuurvoedingskundige. Afgelopen jaar richtte zij zich volledig op haar praktijk. ‘Best spannend’, zegt ze, ‘maar het loopt goed. Mensen met overgewicht, diabetes, allergieën weten mij te vinden. Jong en oud. Ik informeer altijd naar hun complete spijsvertering: hoe kauw je, hoe is je ontlasting? Er is veel onwetendheid. Mensen weten niet meer wat goed voor hen is. Ze doen mee aan allerlei hypes, zoals een koolhydraatarm dieet, en merken dat voeding iets met hen doet. Maar kennis over het hoe, wat en waarom ontbreekt. Dat breng ik mensen graag bij.’
De diagnose kanker heeft Jeanette bewuster gemaakt van het leven en hoe je daarin je eigen keuzes moet maken. ‘Ik besef meer dan ooit dat je nooit klaar bent met je ontwikkeling. Ik sta steviger in het leven, durf zichtbaar te zijn in plaats van mij achter anderen te verschuilen. Ik ben blij en dankbaar voor wat het leven mij te bieden heeft en geniet van elke dag.’
RECEPT van Jeannette
Rode biet met boekweit en notenburger
Ingrediënten per gerecht voor 2 personen
Geroosterde boekweit (het roosteren maakt de boekweit mooi rul)
Neem:
- 150 gram boekweit
- 375 cl water of groentebouillon (warm)
- 1-1,5 theelepel zout
- 1 theelepel oregano
- 1 eetlepel amandelroom
Bereiden:
- Zeef de boekweit in een grove zeef
- Rooster de boekweit in een pan met dikke bodem langzaam, zodat ze lichtbruin van kleur wordt. Blijf roeren, om aanbranden te voorkomen.
- Blus de boekweit met het warme vocht en breng het aan de kook.
- Voeg het zout toe.
- Kook de boekweit zachtjes in 8 minuten gaar.
- Schep voorzichtig de oregano erdoor.
- Zet de pan op een warm plekje weg (in bed) voor het na wellen (minimaal een half uur)
- Schep vlak voor het opdienen de amandelroom door de boekweit.
Rode bietjes (ook lekker als salade!)
Neem:
- 375 gram rauwe bieten
- 3 jeneverbessen, gekneusd ( voor de bietenbouillon)
- 1 eetlepel olie
- klein gesnipperd uitje
- ½ theelepel karwijzaad
- Geraspte gember naar smaak of peper
- 2 theelepels appeldiksap of een geraspte appel
- eventueel zout
- verse peterselie
Bereiden:
- Boen de bieten goed schoon met een groente borstel, schil de biet met een dunschiller ( van de schillen kan je rode-bouillon trekken met de jeneverbessen).
- Snijd de bieten in kleine blokjes.
- Verwarm een pan met dikke bodem, voeg olie toe en smoor hierin zachtjes de ui, smoor de bieten mee en voeg wat bietenbouillon toe.
- Kook de bietjes gaar ( pas op voor aanbranden).
- Breng op smaak met geraspte gember of peper en appeldiksap en als laatste de peterselie.
Notenburger (ook lekker als snack!)
Neem:
100 gram (droog geroosterde) gemengde noten, grof gemalen
100 gram fijn geraspte wortel
100 gram fijne havervlokken
1 ei
kleine fijn gesnipperde ui
olkjfolie
kruiden naar smaak, bijvoorbeeld kerriepoeder
Bereiden:
- Verwarm een koekenpan, voeg wat olie toe en fruit zachtjes de ui zodat hij zacht wordt.
- Meng in een kom de noten, wortel, havervlokken, het ei en de ui. Kneed het goed door, tot een smeuïg geheel.
- Laat het mengsel een half uur rusten.
- Vorm er platte balletjes van (als het te nat is, voeg dan wat boekweitmeel toe; is het te droog dan een klein beetje water)
- Bak de balletjes voorzichtig in de koekenpan met wat olijfolie, of 20 minuten in de oven op 175° C.
Tekst: Christine Steenks
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief