Overlevers van kanker die wandelen, hebben veel betere vooruitzichten dan de lotgenoten die niet wandelen. Hoe hoger het wandeltempo, hoe lager de sterfte. Amerikaans bevolkingsonderzoek vond dat de langzaamste wandelaars, vergeleken met de snelsten, ruim twee keer zo grote kans op overlijden hadden.
‘Mensen die behandeld zijn voor kanker leven langer dan ooit en dat is goed nieuws. Maar het is belangrijk dat we beter begrijpen op welke manieren de behandelingen het wandeltempo beperken.’ Zegt Elizabeth Salerno, assistent professor chirurgie op de website van de Washington University. ‘Het wandeltempo is in potentie een risicofactor waar je iets aan kunt doen. Nieuwe behandel- en revalidatiestrategieën zouden de gezondheid van deze patiënten kunnen verbeteren.’
Salerno is eerste auteur van een artikel dat vorige week verscheen in vakblad Cancer Epidemiology Biomarkers & Prevention. Alleen beschikbaar als samenvatting. Onderzoekers van drie Amerikaanse universiteiten en National Institutes of Health (NIH) baseerden zich op de gegevens van 233duizend deelnemers uit de NIH-AARP Diet and Health Study.
Non-Hodgkin
De deelnemers, in de leeftijdsgroep 50 tot 71 jaar, werden geïncludeerd tussen 1994 en 1996. Op dat moment hadden ruim dertigduizend van hen een kankerdiagnose. Tien jaar later beantwoorden de deelnemers vragen over mobiliteit: of ze konden lopen en zo ja in welk tempo. De onderzoekers gingen na hoe het de deelnemers tot 2011 vergaan was.
Na statistische analyse en gecorrigeerd voor leeftijd en gezondheidsfactoren bleek dat de deelnemers met een kankerdiagnose 42 procent vaker in het langzaamste tempo bleken te wandelen dan de deelnemers zonder diagnose. De kans dat ze helemaal niet konden lopen lag 24 procent hoger.
Binnen de groep deelnemers met een diagnose hadden degenen die het langzaamst liepen een 122 procent grotere kans te overlijden dan degenen met het snelste wandeltempo. Hun kans specifiek aan kanker te overlijden ontliep het algemene overlijdensrisico weinig: gemiddeld 112 procent. Maar hier was de spreiding wel groter tussen 83 en 145 meer kans.
Een positieve verband tussen wandeltempo en overleving was significant voor negen soorten kanker: borst-, colon-, rectaal-, melanoom-, prostaat-, long-, blaas-, mond- en keelkanker en Non-Hodgkin fymfoom. De associatie was nog sterker als de overlevers helemaal niet meer konden lopen. Alle bovengenoemde soorten plus eierstok-, baarmoeder-, en maag en neuro-endocriene kankers.
Overigens vonden de onderzoekers onder de deelnemers zonder kankerdiagnose, een verband tussen langzaam lopen en sterftekans, maar dat was minder sterk dan onder mensen met een diagnose.
Verbeterkansen
Deelnemers meldden vijf jaar of langer na diagnose en behandeling problemen met lopen. Wat volgens de onderzoekers een indicatie is dat deze beperkingen wijdverspreid zijn en lang aanhouden. Ze zien hierin mogelijkheden om interventies te ontwikkelen die patiënten helpen hun loopvaardigheden en tempo te ontwikkelen.
Vervolgonderzoek moet ophelderen, zegt Salerno, welke oorzaken achter de loopproblemen schuilen. ‘Het mogelijk dat het langzame lopen veroorzaakt wordt door de kanker zelf, ongunstige gevolgen van de behandeling of door veranderingen in leefstijl. Er is nog veel te leren over deze ingewikkelde samenhangen. Maar ons onderzoek onderstreept het belang van wandeltempo als een factor om in de gaten houden en zelf op in te grijpen.’
Onder druk doen botten het beter
Hoewel bevolkingsonderzoek geen definitief bewijs levert voor langzaam wandelen als oorzaak van een kortere overleving, lijken de onderzoekers daar dus weldegelijk toe te neigen. Dat is niet verwonderlijk gezien de groeiende stapel wetenschappelijk bewijs die in het voordeel spreekt van beweging. Zo is inmiddels algemeen aanvaard dat fysieke inspanning de immuunfunctie verbetert.
Welke biologische mechanismen daar allemaal voor verantwoordelijk zijn dat is onderwerp van onderzoek. Vorige maand deden onderzoekers van de Universiteit Texas in Nature verslag van een van een tot nog toe onbekende route. Ze identificeerden in het beenmerg een zogeheten niche, waar nieuwe botcellen en lymfocyten worden geproduceerd. En ze toonden aan hoe stimulatie door beweging deze niche in conditie houdt.
De krachten op de bovenbenen, veroorzaakt door lopen en hardlopen, was nodig om de productie van botcellen vanuit deze niche te onderhouden. De botvormende cellen scheiden een groeifactor uit die de vorming van lymfocyten – B- en T-cellen – bevorderen. ‘Bestaand onderzoek heeft aangetoond dat fysieke inspanning botsterkte en immuunfunctie kan verbeteren’, zegt Sean Morrison op de website van het Children’s Medical Center Research Institute van de universiteit, ‘en onze studie ontdekte een nieuw mechanisme waarlangs dat gebeurt.’
“News presenter Dionne Stax walking Vierdaagse” by Roberto Maldeno is licensed under CC BY-NC-ND 2.0
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief