Meer stappen zetten, bleek in een groot cohortonderzoek het risico op kanker, hart- en vaatziekten, dementie en overlijden flink te verminderen. En een hogere pasfrequentie, lijkt voordelen te bieden die daar bovenuit stijgen. ‘Onze kernboodschap is dat mensen om hun gezondheid te beschermen zich in het ideale geval niet alleen tot doel stellen dagelijks tienduizend stappen te zetten, maar ook om sneller te lopen.’
Dat zegt Matthew Ahmadi van de universiteit van Sidney. Samen met een team van de universiteit van Zuid-Denemarken ging hij de gangen na van een kleine tachtigduizend deelnemers van het Britse Biobank-cohort. Hun activiteit werd objectief gemeten met behulp van een geavanceerd soort stappensteller. Dat is anders dan bij de meeste – veelal oudere – cohortonderzoeken, die de mate van activiteit alleen scoren op basis van zelfrapportage.
Dankzij de gebruikte technologie konden de onderzoekers binnen het totale aantal dagelijkse stappen verder onderscheiden naar ‘incidentele stappen’, ‘doelbewuste stappen’ en de ‘top 30 minuten pasfrequentie’. Deze onderverdeling maakten ze op basis van het aantal stappen per minuut. Hoe hoger de pasfrequentie, hoe hoger de snelheid en de inspanning. Zie voor meer informatie de grafieken onderaan dit bericht.
De deelnemers stroomden tussen 2013 en 2015 in. Bij aanvang waren de mannen en vrouwen in de leeftijd van 40 tot 79 jaar allemaal ziektevrij. Oktober vorig jaar waren er 2.813 kankerdiagnoses geteld en 1.325 overlijdens als gevolg van kanker, rapporteren de onderzoekers in JAMA Internal Medicine. Het aantal hart- en vaatincidenten lag ruim drieënhalf keer zo hoog, op 10.245, maar het aantal daaraan te betreuren doden bedroeg met 628 nagenoeg de helft.
Aan andere oorzaken overleden 190 deelnemers. Een van die overige doodsoorzaken was dementie; waarover de teams in een apart artikel in JAMA Neurology berichten. In alle gevallen gaat een toename van het aantal gezette stappen gepaard met een geleidelijke afname van het risico op kanker en dementie.
Datzelfde geldt voor het risico te overlijden aan hart- en vaatziekten en het algemene overlijdensrisico. Globaal ligt de maximale risicoreductie – van veertig tot 55 procent – rond tienduizend stappen per dag en een pasfrequentie van circa tachtig stappen per minuut. Dat komt overeen met stevig doorwandelen. Maar er zijn verschillen.
Toe- en afnemende meeropbrengsten
Bij kanker blijft het risico dalen naarmate het aantal dagelijkse stappen oploopt. Terwijl de optimale hoeveelheid stappen bij overlijden door hart- en vaatziekten rond tienduizend ligt. Daarboven neemt het voordeel steeds verder af.
De pasfrequentie die bij hart- en vaatziekten de grootste risicoreductie geeft, ligt net als bij kanker rond tachtig. Bij een groter aantal passen per minuut neemt het voordeel nog sneller af dan bij het aantal stappen per dag het geval is. Bij een pasfrequentie van 175 per minuut – snel hardlopen – halveerde het voordeel zelfs. Terwijl dat tempo bij kanker gemiddeld slechts tot een zeer lichte afname leidde.
Ook bij dementie neemt boven de tienduizend dagelijkse stappen het nut af. Maar de optimale pasfrequentie ligt wat hoger en het voordeel blijft gelijk als de pasfrequentie oploopt tot 175. Dit doet vermoeden dat hardlopen een geschikte strategie kan zijn snel het aantal stappen te bereiken dat nodig is om de kans op kanker en dementie te minimaliseren.
Overigens gaat Matthew Ahmadi niet zover dat te adviseren. Hij beperkt zich tot de grote lijn: ‘De omvang en reikwijdte van deze studies en het gebruik van bewegingssensoren om de pols, maakt dit het tot nu toe meest robuuste bewijs dat 10.000 stappen per dag het uitgelezen aantal is voor gezondheidsvoordelen. En dat sneller lopen geassocieerd is met voordelen die daar bovenuit gaan.’
Primaire en secondaire preventie
Bovenstaand onderzoek valt in de categorie observationele studies. Daar hoort altijd de waarschuwing bij dat de gevonden verbanden niet als definitief bewijs van de oorzaak mogen gelden. Ook al is statistisch gecorrigeerd voor alle mogelijke mede-oorzaken (‘confounders’) en dat de mogelijkheid van ‘omgekeerde oorzakelijkheid’ blijft bestaan.
In dit geval zou dat betekenen dat mensen die gezonder zijn eenvoudigweg meer én sneller lopen. Om dat bewijzen zijn zeer langlopende grootschalige interventiestudies nodig die praktisch onhaalbaar zijn.
Bovenstaande studie suggereert een duidelijke preventieve werking van veel en snel lopen tegen kanker. Vorig jaar berichtte MMV over een observationele studie die suggereert dat mensen die al kanker hebben gehad daar ook gebaat zijn – dat is secundaire preventie. De langzaamste lopers hadden daar een ruim twee keer zo grote kans te overlijden dan de snelste lopers.
Over de mogelijke oorzaken waarom beweging ook dementie lijkt te voorkomen, verschijnen ook boeiende studies. Begin dit jaar besteedde MMV aandacht aan het werk van een Amerikaans team dat in de hersenen van overleden deelnemers een stofje aantrof dat de synapsen van zenuwcellen in topconditie houdt. Tot op het eind van hun leven functioneerden de bezitters van deze synapsen normaal, ook als hun hersenen voor het overige alle kenmerken van Alzheimer vertoonden.
Beeld: visualpharm.com
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief