Gezondheidsonderzoek hanteert verkeerde normen voor de definitie van gezond gewicht. Overgewicht is acht keer dodelijker dan de schattingen op basis van de BMI momenteel aangeven. Dat stelt sociaal geograaf Ryan Masters na analyse van 18.000 levens en 4.500 sterfgevallen. Zijn onderzoek rekent af met de ‘obesitas paradox’.
Deze paradox bestaat daaruit dat overgewicht aan de ene kant de kans vergroot op diabetes, hart- en vaatziekten en een aantal kankersoorten, maar aan de andere kant de het overlijdensrisico niet tot nauwelijks vergroot. Veel op bevolkingsonderzoeken gebaseerde berekeningen komen zelfs uit op een licht verlaagd overlijdensrisico voor mensen met een BMI (Body Mass Index) tussen 25 en 30, de definitie van overgewicht. Terwijl cardiovasculaire ziekten en kanker toch doodsoorzaken nummer één en twee zijn.
Afgebeeld in een grafiek heeft deze paradox de vorm van de letter U. Waarbij de linker poot van de U een verhoogd risico op voortijdig overlijden aangeeft voor de magerste mensen en de rechter poot het risico bij ernstig overgewicht, uitgedrukt in een BMI van dertig en hoger. In werkelijkheid ligt het verband tussen lichaamsgewicht en gezondheid veel genuanceerder, betoogt Ryan Masters van de University of Colorado (VS).
In vakblad Population Studies behandelt hij drie thema’s die de risicoverhoudingen van overgewicht scheeftrekken. Ten eerste houdt de BMI geen rekening met iemands lichaamsbouw. Een hoger cijfer als gevolg van veel spiermassa telt in de bevolkingsonderzoeken even zwaar als een hoger cijfer als gevolg van vetmassa. Ten tweede en derde houden de huidige risicocalculaties geen rekening met veranderingen in lichaamsgewicht door de tijd heen.
Zo heeft een recent ontstaan overgewicht heeft veel minder negatieve gevolgen voor de levensverwachting dan levenslang overgewicht. En omgekeerd voorspelt recent ontstaan gewichtsverlies weinig goeds, maar dat wordt op een hoop gegooid met van nature slanke mensen. Alle drie deze factoren zijn op zichzelf al voldoende om de huidige risicobeoordelingen op de schop te nemen. Bij elkaar opgeteld betekenen ze een aardverschuiving.
Gezond gewicht: BMI tussen 18,5 en 22,5
Zich baserend op data uit het NHANES-cohort (National Health and Nutrition Examination Survey) verzameld tussen 1988 en 2015, ontdekte Masters dat twintig procent van de mensen met een ‘gezond gewicht’ in het decennium daarvoor nog overgewicht of obees was. Hun gezondheidsprofiel was duidelijk slechter dan de van mensen die ook de tien jaar ervoor op dat gezonde gewicht waren.
Terwijl 37 procent van de mensen met overgewicht en zestig procent van de mensen met obesitas in het voorgaande decennium een lager BMI hadden. Hun gezondheidsprofiel was duidelijk beter dan dat van mensen die datzelfde gewicht toen ook al met zich meedroegen.
Gewichtsverlies op latere leeftijd kan het gevolg zijn van ziekten die juist het gevolg zijn van levenslang overgewicht. ‘Mijn stelling is dat we het overlijdensrisico bij een laag BMI kunstmatig hebben opgeblazen’, zegt Masters op de website van zijn universiteit. Tegelijk is het risico van overgewicht onderschat door de grote groep gezonde mensen die pas recent is aangekomen.
‘De consequentie van een hoge BMI voor de gezondheid en het overlijdensrisico zijn niet als een schakelaar. Steeds meer onderzoek suggereert dat deze afhankelijk zijn van hoe lang je er mee zit.’ Daarbij speelde ook de vetverdeling geen rol in de risicobeoordelingen. In de VS gaat men er vanuit dat overgewicht verantwoordelijk is voor twee tot drie procent van de overlijdens, Masters komt uit acht keer hoger uit.
Gecorrigeerd voor bovenstaande vertekeningen, bleef er geen statistisch significant hoger sterfterisico over in de categorie ondergewicht. Wordt grafiek die de relatie weergeeft tussen BMI en sterfterisico getekend volgens de methode van Masters, is de U-vorm verdwenen. Daarvoor in de plaatst komt een opwaarts gerichte lijn met het laagste risico voor mensen met een BMI tussen 18,5 en 22,5 en een geleidelijk oplopend risico vanaf daar.
Masters hoopt dat zijn onderzoek wetenschappers ‘extreem voorzichtig’ maakt bij het trekken van conclusies op basis van BMI als momentopname. En dat de beleidsmakers zich realiseren dat huidige ‘crisis in de volksgezondheid’ gevoed wordt door een obesogene omgeving. ‘Voor de generaties uit de jaren zeventig en tachtig, die hun hele leven in deze omgeving geleefd hebben, zien vooruitzichten op een gezonde oude dag er niet rooskleurig uit. Ik hoop dat mijn werk bijdraagt aan betere discussies over de vraag wat we daar als samenleving aan kunnen doen.’
Kanker en leefstijl
Aanpassing van de norm voor een gezond gewicht zal ook leiden tot realistischer resultaten voor onderzoek naar de bijdrage van leefstijl bij het voorkomen en/of behandelen van ziekte. Recent berichtte MMV over een Nederlandse studie naar effect van leefstijl op het risico van recidief bij blaaskanker. Dat bleek effect bleek minimaal. In het bewuste onderzoek leverde overgewicht punten op voor de gezonde-leefstijlscore.
Foto door SHVETS production
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief