Zolang de noodzakelijke eiwitten nog niet binnen zijn, blijft het lichaam om voedsel vragen. En omdat ultra-bewerkt voedsel weinig eiwitten bevat, eet je er teveel van. Dat is kort samengevat de ‘proteïne hefboomwerking hypothese’ van twee Australische professoren. Volgens hen verklaart dit de obesitasepidemie. Ze presenteerden nieuw onderzoek dat hun aanname ondersteunt.
Hun onderzoeksteam vond de bevestiging in het Australische nationale voedings- en beweegonderzoek; een representatieve steekproef zo’n tien jaar geleden door het Australische Bureau voor de Statistiek uitgevoerd onder een kleine tienduizend inwoners. Hun voedingsgewoonten werden bij die gelegenheid vastgelegd met behulp van een zogeheten Food Frequency Questionair (FFQ).
In epidemiologische onderzoek naar voeding en gezondheid is de FFQ het gebruikelijke instrument, bij voorkeur aangevuld met bloed-, urine-, en ontlastingsmonsters. Met behulp van dergelijke vragenlijsten zijn schattingen te maken over de inname van calorieën, macro- en micronutriënten en giftige stoffen. In deze onderzoeksgroep kan de voedselconsumptie worden afgezet tegen de fysieke kenmerken van de deelnemers, zoals lengte en gewicht, en de mate waarin zij lichamelijk actief zijn.
Onder leiding van professor David Raubenheimer bekeken onderzoekers van de universiteit van Sydney van elke deelnemer wat deze at, wanneer op de dag en hoe zich dat verhield tot de energiebehoefte. Daarbij brachten ze het soort voedsel in kaart en om hoeveel eiwitten, koolhydraten en vetten het daarbij ging.
Eiwitverwatering
Hun analyse toonde onder andere dat degenen van wie het ontbijt weinig eiwitten bevatte, gedurende de dag steeds meer gingen eten. Omgekeerd nam de voedselinname onder degenen die eiwitrijk ontbeten in de loop van de dag juist af. Hoewel voor beide groepen het ontbijt de minste calorieën bevatte en het avondeten de meeste, namen de ‘eiwitarme ontbijters’ over het geheel genomen meer calorieën tot zich.
Bovendien kwamen die calorieën voornamelijk uit – eiwitarme – gemaksvoeding van ultra-bewerkte aard. De onderzoekers noemen dit ‘eiwitverwatering’ en concluderen dat ‘overconsumptie gedreven wordt door een sterke menselijke trek in proteïnen’ die ‘interacteert met onevenwichtige voedselomgevingen’.
Of zoals Raubenheimer het op de website van zijn universiteit samenvat: ‘Deze resultaten ondersteunen een samenhangende ecologische en mechanistische verklaring voor obesitas. Waarin eiwitarm, hoog-bewerkte voedsel tot een hogere energie-inname leidt in reactie op een verstoord nutriëntenevenwicht, aangedreven door een dominante trek in proteïnen.’
Raubenheimer ziet een ‘centrale rol voor proteïnen in de obesitasepidemie, met duidelijke implicaties voor de globale gezondheid.’ Dat een grote deel van de wereldbevolking eiwitten tekortkomt, is een feit dat ook in dit artikel over landbouw en bodemgezondheid op deze site ter sprake kwam. Maar zoals Raubenheimer het formuleert, lijkt het alsof obesitas het enige probleem is dat junkfood veroorzaakt. En dat is een suggestie die voedingswetenschappers als Carlos Monteiro uitdrukkelijk tegenspreken.
‘Het verband tussen de consumptie van ultra-bewerkt voedsel en verschillende chronische ziekten, blijft ook bestaan na correctie voor nutriënten uit voeding’, schreef Monteiro recentelijk in een editorial in de British Medical Journal. Eenvoudigweg meer proteïnen toevoegen, gaat de problemen niet oplossen. ‘Herformuleringen van ultra-bewerkte producten zal met name problematisch zijn als ze vervolgens gepromoot worden als ‘premium’ of ‘gezond’. Ze zouden hoe dan ook ten dele, voornamelijk of uitsluitend formuleringen van chemicaliën blijven’, aldus Monteiro.
In tegenspraak
Hoewel de redactie van vakblad Obesity het onderzoek van Raubenheimer en collega’s uitverkoos tot een van de beste vijf artikelen van het jaar, moet het belang van de ‘proteïne hefboomwerking hypothese’ niet overdreven worden. Raubenheimer noemt het mechanisme ‘een revolutionair inzicht’, uit het artikel in Obesity blijkt echter dat het effect weliswaar statistisch zo goed als zeker bestaat, maar in omvang bescheiden is.
In tegenspraak met de gedachte van verkeerd verdeelde macronutriënten als grote boosdoener van fabrieksvoedsel, is het inmiddels beruchte onderzoek van Kevin Hall uit 2019. Uit dit volgens de regelen der kunst uitgevoerde klinische onderzoek bleek dat dezelfde proefpersonen van ultra-bewerkt voedsel, gemiddeld vijfhonderd calorieën meer per dag meer aten dan van vers voedsel.
De twee soorten maaltijden waren zo ontworpen dat ze calorisch gelijk waren. Ook voor wat betreft macronutriënten (koolhydraten, eiwitten en vetten), suiker, zout en voedingsvezel waren de maaltijden gelijk. De deelnemers mochten eten zo veel ze wilden. De extra calorieën die ze onder het bewerkte voedingsregime tot zich namen kwamen uit koolhydraten (280) en vetten (230). Van proteïnehonger leek geen sprake. De extra calorieën leverden na twee weken gemiddeld een kilo extra lichaamsgewicht op. Toen de proefpersonen naar het onbewerkte voedsel wisselden verloren ze die kilo weer.
Foto Klaus Nielsen
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief