De consumptie van ultra-bewerkte voeding verhoogt het risico op multi-morbiditeit, rapporteert een internationaal onderzoeksteam deze week in The Lancet Regional Health. Het verhoogde risico bleef overeind na correctie voor overgewicht en tekorten aan micronutriënten. Dit ‘suggereert dat de invloed van ultra-bewerkte voeding op de ontwikkeling van kanker en cardiometabole ziekten verder reikt dan de voedingswaarde van ultra-bewerkte voedingsproducten’.
Multimorbiditeit definiëren de wetenschappers van onder meer het Internationale agentschap voor kankeronderzoek (IARC-WHO) als het gelijktijdig bestaan van tenminste twee van de drie meest voorkomende niet-overdraagbare ziekten: kanker, cardiovasculaire ziekten en diabetes type 2. Van elk van deze ziekten bestaat grondig observationeel onderzoek dat een link toont met de consumptie van ultra-bewerkte voeding. Maar van multimorbiditeit met kanker nog niet, motiveren de auteurs hun keuze in The Lancet Regional Health.
‘Deze studie draagt bij aan de evidence base die een potentiële rol suggereert voor een hogere consumptie van ultra-bewerkt voedsel bij de opeenstapeling van chronische ziekte en multimorbiditeit’, benoemen ze de toegevoegde waarde van hun werk.
Frisdrank, dierlijke producten, sauzen en margarine
Voor de kwalificatie van voedselgroepen als ultra-bewerkt, gebruikten de onderzoekers de NOVA-classificatie. Deze indeling rekent ook fabrieksbrood en ontbijtgranen tot de UPF’s (Ultra processed foods). In de meeste onderzoeken gaat de consumptie daarvan niet gepaard met een verhoogd ziekterisico, met name niet bij de volkorenvarianten daarvan. Zo ook hier: ‘Consumptie van ultra-bewerkte broden en ontbijtgranen was met paar procentpunten lager risico geassocieerd, hoewel op de grens van statistische zekerheid.’
Productgroepen die het duidelijkst het risico verhoogden zijn ‘met suiker en kunstmatige stoffen gezoete dranken en dierlijke producten’. Daarbij ging het om een tien procent hoger risico. Met eenzelfde percentage, maar een lagere statistische zekerheid deden ook sauzen, margarines en halvarines (‘spreads’) dat. Consumptie van zoetigheid, toetjes, hartige snacks, plantaardige zuivel- en vleesvervangers en kant-en-klaarmaaltijden gaf geen verhoogd risico op het ontwikkelen van twee niet-overdraagbare ziekten.
Deze resultaten zijn afkomstig van 267duizend deelnemers uit het EPIC-cohort; een langlopende studie waaraan zeven Europese landen meedoen, waaronder Nederland. De bij aanvang gezonde deelnemers werden in de jaren negentig geïncludeerd en de gemiddelde opvolgduur bedroeg iets meer dan tien jaar. Exclusief alcoholische dranken consumeerden de mannelijke deelnemers gemiddeld 413 gram ultra-bewerkt voedsel per dag en vrouwen 326 gram.
De eerste ziekte die zich bij de deelnemers ontwikkelde was kanker (22duizend gevallen), diabetes type 2 en cardiovasculaire problemen (elk 11duizend gevallen). Het meest voorkomende patroon bij de 4.461 deelnemers met multimorbiditeit, was kanker die zich ontwikkelde nadat cardiovasculaire problemen waren vastgesteld. Gevolgd door kanker bij mensen met diabetes type 2 en diabetes die zich ontwikkelde in mensen met een cardiovasculaire ziekte.
Niet alleen door teveel calorieën en te weinig vitaminen
Een veelgehoorde verklaring voor de negatieve gezondheidseffecten van ultra-bewerkte voeding is dat het te lekker en te behapbaar is. Daardoor eet je er snel teveel van, wat leidt tot overgewicht en dat is ongezond. Maar, stellen de onderzoekers, gecorrigeerd voor overgewicht – gedefinieerd als bmi – was het effect weliswaar zwakker maar nog altijd significant. Het armoedige nutriëntenprofiel kan de uitkomsten ook niet helemaal verklaren, omdat het effect overeind bleef onder de deelnemers die voldoende micronutriënten uit gezonde voeding tot zich namen.
Dit ‘suggereert dat de invloed van ultra-bewerkte voeding op de ontwikkeling van kanker en cardiometabole ziekten verder reikt dan de voedingswaarde van ultra-bewerkte voedingsproducten’. De link tussen de consumptie van deze producten en multimorbiditeit is daarom waarschijnlijk te verklaren tot aspecten die niet met nutriënten te maken hebben, schrijven de auteurs. ‘Deze mechanisme omvatten bijvoorbeeld de verandering van de voedselmatrix, toevoeging van bepaalde additieven tijdens de bewerking (bijvoorbeeld aspartaam) en vervuiling van verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld bisfenol A). Elk van deze zou effecten kunnen hebben op de stofwisseling of het darmmicrobioom. En zo bijdragen aan het daaropvolgende ziekterisico.’
Afbeelding van Parentingupstream via Pixabay
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief