Op 2 april was het Moermandieet op de radio. Het programma Theater van het sentiment besteedde er aandacht aan vanwege een krantenbericht van 2 april 1984: ‘Tien procent van de kankerpatiënten volgt deze hype’. De MMV-voorzitter en een oud-Moermanarts gaven tekst en uitleg. ‘Als je kanker hebt, moet je wat extra doen.’
Marlie Hillekens vertelt dat Cornelis Moerman een huisarts was die na jarenlang onderzoek en werk als huisarts tot de overtuiging kwam dat kanker het gevolg is van een ontspoorde stofwisseling. Vanuit die overtuiging ontwikkelde hij de therapie waar het Moermandieet een onderdeel van is. ‘Hij heeft tot 92-jarige leeftijd patiënten behandeld en overleed 95-jarige leeftijd aan een beroerte’, aldus Hillekens.
De populariteit van het dieet nam een vlucht in de jaren zeventig toen er in de media – op dagbladen en televisie – veel aandacht voor was. ‘Er waren in die tijd grote landelijke bijeenkomsten waar Moerman sprak’, zegt Hillekens. ‘In het ziekenhuis kon je als kankerpatiënt aangeven dat je het Moermandieet volgde. Dan werd dat gefaciliteerd.’
Marlie’s moeder begon er in de jaren zeventig mee. ‘Mijn moeder had op het moment dat ze begon nog een jaar te leven volgens de arts. Uiteindelijk heeft ze nog 38 jaar geleefd.’
Waarom was en is het dieet populair?
‘Het dieet geeft invulling aan de behoefte van mensen om zelf regie te hebben in het genezingsproces. Je kunt zelf iets doen’, zegt de MMV-voorzitter. Ook het idee dat voeding van invloed is op onze gezondheid vinden mensen logisch en draagt bij aan de populariteit. ‘Voeding is onze brandstof en beïnvloedt elke cel van ons lichaam. Met slechte voeding kan je je gezondheid schaden en met goede voeding ondersteun je deze, dat begrijpen mensen wel.’ Ook is het dieet geliefd vanwege de resultaten die je ermee kunt bereiken. ‘Veel mensen ervaren dat de kwaliteit van leven ermee wordt verbeterd en dat ze ook minder bijwerkingen hebben van de chemotherapie.’
Na het interview stromen er apps binnen van luisteraars, maar ook een telefoontje van Moermanarts Henk Schram (83) uit Berlicum. In 1975 kwam hij voor het eerst bij Moerman en zijn verhaal overtuigde Schram het eens te gaan proberen. In 1976 behandelde hij zes patiënten. In het programma somt hij van een aantal patiënten wat details op. ‘Die zes mensen gingen allemaal heel goed’, zegt hij. Ondersteuning van een partner noemt hij als belangrijke voorwaarde.
‘Is het dieet niet voor iedereen veel beter?‘
De presentatrice Astride Jong leest een bericht voor van een luisteraar die slechts enkele elementen uit het dieet haalde, omdat het dieet zo moeilijk vol te houden is. Dat herkent Schram die honderden patiënten behandelde met de Moermantherapie. Sommigen kwamen maar een of twee keer. ‘Daar kon je de donder op zeggen dat ze het niet volhielden.’ Maar anderen gingen heel goed en zeiden tegen de oncoloog: ‘Ik los het zelf wel op.’ Maar dat zijn echt uitzonderingen hoor!’
‘Meneer Schram is het niet gezonder voor iedereen om worteltjessap te drinken in plaats van cola?’ , vraagt De Jong.
Schram: ‘Ja, dat klopt natuurlijk. Maar eigenlijk is dat niet een adequate vraag. Als iemand kanker heeft, moet ‘ie wat extra doen. Het Moermandieet is zo goed omdat het de zelfwerkzaamheid van de patiënt op de eerste plaats staat, dat je merkt dat je iets kunt doen, en dat je je daardoor beter voelt. Als je ziet hoe de oncologen er nu tegenover staan… zij gedragen zich als de goden die ervoor zorgen dat de patiënt nog een paar dagen langer leeft. Dat is iets heel anders. Bij het Moermandieet zorgde de patiënt zelf dat het goed gaat.’
Rauwe eidooier?
Hillekens legde uit dat het een vegetarisch dieet is dat draait om verse, onbewerkte en biologische voedingsmiddelen, met name groenten, fruit en volkoren granen. ‘De gedachte was dat elke hap en elke slok moesten bijdragen aan de gezondheid.’ Alle voedingsmiddelen die daar niet aan voldoen, waren verboden. Aardappelen en pasta verving je door zilvervliesrijst. Volkorenbrood at je als bijgerecht, bijvoorbeeld bij de erwtensoep die je dagelijks at. Koffie, thee en water verving je door karnemelk en versgeperste groentesappen van bijvoorbeeld rode biet, wortel en knolselderij. Ook at je dagelijks rauwe eidooier.
Rauw? Dat roept verbazing op. ‘Tot die rauwe eidooier klonk het als extreem gezond eten’, reageert de interviewster.
Hillekens: ‘Het is ook extreem gezond, dus dan klinkt het ook zo.’
Schram benadrukt dat de rauwe eidooier één van de hoofdbestanddelen van het dieet is. ‘Maar dat was een doodzonde in Nederland, terwijl het een oud gebruik is. Toen ik als huisarts begon, aten alle oudjes van 70 en 80 jaar een rauwe eidooier. En er kreeg niemand een besmetting. Ik doe het zelf ook.’
Hoe eet je die eidooier dan rauw? Dat vertelt Hillekens: ‘Die doe je door de sladressing of door de karnemelk, zoals mijn moeder vroeger. Zo zijn er allerlei toepassingen te bedenken. Bijvoorbeeld ’s morgens bij het ontbijt; biogarde met muesli en fruit en daar klop je dan een eidooier doorheen.’
Angst voor besmetting hoeven we volgens dokter Schram niet te hebben. ‘Ja, als je zo’n ei drie weken laat liggen, dan is het wel eens besmet, maar dat zie je meteen. Dan is het blauw of stinkt het geweldig. Als het echt slecht is, dan zie je het.’
De uitzending is in zijn geheel hier terug te luisteren. De inbreng van Henk Schram volgt vanaf 1 uur en 28 minuten. In Uitzicht nr. 3 van 2021 staat een interview met dokter Schram vanaf pagina 20. In deze Uitzicht staat een uitgebreid interview met Marlie Hillekens.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief