Het idee van wijn als levenselixer is passé. Maar nieuwe studies die uitkomen blijven het gemengde beeld over matig alcoholgebruik bevestigen. Canadees onderzoek vond een duidelijke relatie tussen alcoholgebruik en de ernst van allergische reacties. En een Spaanse studie vond een minstens zo duidelijk verband tussen matige wijnconsumptie en een lager risico op hartaanvallen.
De tijd dat het dagelijkse glas rode wijn officieel als een gezonde gewoonte gold, behoort al lang tot het verleden. Oude epidemiologische studies voorspelden een langer leven voor matige drinkers, maar die conclusies waren vertekend door de groepen niet-drinkers die om verschillende redenen een slechtere gezondheid bleken te hebben. Bijvoorbeeld omdat ze vroeger juist heel erg veel hadden gedronken.
Nieuwe studies die daarvoor corrigeren, leidden tot een overdrijving in de andere richting. In 2018 publiceerde The Lancet een studie die in de media geïnterpreteerd werd alsof elk glas bier, wijn of gedestilleerd het leven met dertig minuten zou bekorten.
Dat klopte niet, maar deze interpretatie werd door de bij het onderzoek betrokken Erasmusuniversiteit zelf de wereld in geholpen. Gewezen op de fouten, bleef de voor het misverstand verantwoordelijke onderzoeker bij de stelling dat er geen veilige ondergrens voor het gebruik van alcohol is aan te geven. Ook al zag de Lancet-studie een twintig procent lager risico op hartaanvallen bij matig alcoholgebruik, een effect dat overeind bleef tot maar liefst 5 glazen per dag. Consumptie boven tien glazen per week was geassocieerd met een groter overlijdensrisico.
Wat zegt de Gezondheidsraad?
Eenzelfde moeizame omgang met het beschikbare bewijs valt bij de Gezondheidsraad te bespeuren. De jongste ‘Richtlijnen goede voeding’ ontraden het gebruik van alcohol en wie toch drinkt, krijgt het advies de consumptie tot één glas te beperken. Waarbij de Raad uitgaat van de Nederlandse maatvoering van standaard wijn-, bier- en borrelglaasjes. Daar past circa 10 gram alcohol in.
Toch blijkt uit het achtergronddocument over alcohol dat de raad ‘grote bewijskracht ziet’ voor een aantal gunstige uitkomsten die samenhangen met matig alcoholgebruik. Zo is het sterfterisico bij de consumptie van 6 gram alcohol vijftien procent lager dan bij geen alcohol. Verder is de kans op beroerte bij innames tot vijftien gram lager (en vanaf dertig gram juist hoger) en ook op coronaire hartziekten en hartfalen.
Ook bij wat minder matige innames ziet de Gezondheidsraad nog sterk bewijs voor positieve gezondheidsuitkomsten. Zo is het risico op diabetes type 2 rond de twintig procent lager en wel bij een dagelijkse inname tot 24 gram alcohol voor vrouwen en zelfs het dubbele voor mannen. Ten opzichte van niet-drinkers ligt het risico op dementie 25 procent lager bij hoeveelheden tot dertig gram per dag.
Matigheid is hier het sleutelwoord. De gemiddelde consumptie enkele dagen opsparen en dan binnen korte tijd achterover gooien is ronduit ongezond. Zo vergroot binge drinken het risico op coronaire hartziekten met 45 procent ‘in vergelijking tot een gelijkmatig gespreid alcoholgebruik met overeenkomstige gemiddelde inname’.
Kanker
De moeilijkheid zit hem erin dat matig drinken ook met enkele negatieve uitkomsten gepaard gaat. Dagelijks vijf tot vijftien gram alcohol geeft een vijf procent hoger risico op borstkanker en vijftien tot dertig gram vergroot dat risico tot tien procent. Bij dagelijks drie tot zes standaard glazen (30 tot 60 gram alcohol) stijgt het darmkankerrisico met twintig procent. Er zijn ook aanwijzingen voor een anti-kankereffect.
De Gezondheidsraad ziet een ‘geringe bewijskracht’ voor een ‘lager risico op longkanker’ bij een dagelijkse hoeveelheid die de vijf gram niet te boven gaat. Waarbij de raad aantekent voor de ‘meest voorzichtige schatting’ te hebben gekozen. Een andere studie – op pagina 38 van het achtergronddocument – komt tot een risicoreductie van ruim twintig procent bij een consumptie van vijf tot vijftien gram alcohol ten opzichte van 0,1 tot 4,9 gram alcohol per dag.
Overigens is de consumptie van rode wijn bij MMV incidenteel toegestaan bij kanker in remissie en bij een preventief eet- en drinkpatroon, maar niet bij kanker.
Risico-analyse via wijnsteenzuur
Epidemiologische studies naar eet- en drinkgewoonten zijn afhankelijk van zelfrapportage. Deelnemers die veel drinken hebben de neiging hun consumptie te rooskleurig in te schatten. Dat kan zwaardere drinkers ten onrechte in de lichtere categorie terecht doen komen en de eventuele gunstige effecten van matig alcoholgebruik verdunnen.
Een studie van de universiteit van Barcelona kon dat probleem deels omzeilen door wijnsteenzuur in de urine als maatstaf te gebruiken voor de wijnconsumptie. De onderzoekers voerden hun analyses uit op ruim 1.200 deelnemers van de PREDIMED-studie. Dit was een Spaanse interventiestudie die twintig jaar geleden werd opgezet om het preventieve effect van het mediterrane dieet onderzoeken in mensen met hart- en vaatziekten of een hoog risico deze te krijgen.
Een zwakte van de studie, die kort voor kerst in European Heart Journal werd gepubliceerd, is het feit dat ze deels gefinancierd is door de wijnsector en dat verschillende auteurs eerder ook al geld kregen van alcohol-gerelateerde organisaties. Een andere beperking is dat de studie niet keek naar andere alcoholische dranken dan wijn. De auteurs brengen de meeste gunstige resultaten prominent in beeld: een vijftig procent lager risico op cardiovasculaire ziekten voor de deelnemers die 12 tot 35 glazen (met 10 gram alcohol) per maand consumeerden.
Daar gaan enkele belangrijke nuances achter schuil. Ten eerste dat deze relatie aan de mannelijke deelnemers te danken was. Zij liepen in dit geval een 69 procent lager risico. Bij vrouwen was dit slechts 31 procent en statistisch niet significant. Ten tweede dat vooral de deelnemers die minder wijn dronken, namelijk 3 tot 12 glazen per maand, een lagere kans hadden om aan hart- en vaatziekten te overlijden. En dat deze trends in risicoreductie statistisch een stuk minder duidelijk waren.
Alcohol en (noten)allergieën
Alcohol kan de druppel zijn die allergische reacties uit de hand doet lopen. Tenminste in het geval van een notenallergie, zo blijkt uit een studie van de McGill University (Canada). De onderzoekers analyseerden de data van 1.135 volwassenen die met anafylaxie bij de spoedeisende hulp binnen kwamen. Anafylaxie is een systemische allergische reactie die levensbedreigend kan zijn als deze in op een anafylactische shock uitloopt.
Voedselallergieën waren goed voor zes van tien gevallen van anafylaxie, gevolgd door insectenbeten en medicijnen. Insectenbeten leiden vaker tot een gevaarlijk lage bloeddruk en allergische reacties op noten gingen vaker samen met opgezwollen luchtwegen. Alcoholgebruik verhoogde het risico op anafylaxie bij een notenallergie met vijftig procent.
Een effectief trucje om de consumptie te verminderen is het gebruik van kleine glaasjes.
Beeld Foodiesfeed
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief