Loodhoudende benzine is in Europa en de VS sinds een kwart eeuw uit de handel. Maar de toxische erfenis ervan dragen we met ons mee. Dit zware metaal veroorzaakt onder meer kanker. Amerikaanse wetenschappers beperkten zich tot de neurotoxische eigenschappen en berekenden dat de zwaarst getroffen generatie gemiddeld 9 punten aan intelligentie heeft ingeleverd.
Precies honderd jaar geleden ontving Thomas Midgley een onderscheiding voor het ontwikkelen van tetraethyllood. Toegevoegd aan benzine voorkwam deze vloeistof het ‘pingelen’ van motoren. Tetraethyl is een zenuwgif. Dat was autofabrikant General Motors en oliemaatschappij Standard Oil vanaf het begin bekend. Minstens vijftien werknemers kwamen bij de productie ervan om het leven en een veelvoud daarvan werd ernstig ziek.
Ook Midgley zelf was ziek geworden. Maar dat bleef decennia een goed bewaard geheim. In lijn met het door de industrie gesponsorde onderzoek bleef hij volhouden dat ‘ethyl’ onschadelijk was. Om zijn woorden kracht bij te zetten, goot hij voor een publiek van journalisten ethyl over zijn hand en hield het een minuut lang onder zijn neus. Een publiciteitsstunt die doet denken aan de claim van een Monsanto-lobbyist dat glyfosaat zo onschadelijk is dat je er zonder problemen een kwart liter van kunt drinken.
Dankzij de onvermoeibare inzet van de geoloog Clair Patterson raakte loodhoudende benzine aan het einde van de twintigste eeuw uit de gratie. De Amerikaanse geoloog besteedde veertig jaar van zijn leven aan de kwestie. Zijn queeste kruiste het pad van machtige tegenstanders en deed zijn carrière bepaald geen goed deed. In 1971 werd hij zelfs uitgesloten van het National Research Council dat speciaal was ingesteld om de gevaren van atmosferisch lood te onderzoeken.
Lood in het bloed: maal 625
Patterson was het milieuprobleem op het spoor gekomen tijdens zijn metingen aan lood-isotopen. Zijn doel was op deze wijze de ouderdom van de aarde te bepalen, maar hij had de grootste moeite zuivere monsters te bemachtigen. De meeste monsters bevatten tweehonderd keer meer lood dan volgens de theorie verwacht mocht worden. Nadat Patterson in 1953 de leeftijd van de aarde had vastgesteld op 4,5 miljard jaar, beet hij zich vast in gelode benzine.
In de ijskap van Groenland liggen de bewijzen van zijn gelijk opgestapeld. Patterson realiseerde zich dat in het ijs van gletsjers, samengeperst tot massief ijs, duizenden jaargangen sneeuwval een betrouwbaar archief vormden van evenzovele jaren atmosferische omstandigheden. Zijn metingen – die daarmee tevens de basis legden voor het moderne ijskernwetenschap – toonden aan dat negentig procent van het lood na 1923 de atmosfeer is ingeblazen.
Op het moment – 1965 – dat Clair Patterson zijn eerste harde bewijzen publiceerde, moest de grootste lood-uitstoot nog beginnen. Na de verbanning van ‘super’ daalde het loodgehalte in het bloed van Amerikanen met de helft. ‘Maar omdat lood blijvend is, hebben we tegenwoordig ongeveer 625 keer meer lood in ons bloed dan een eeuw geleden’, vat Bill Bryson in zijn boek ‘Een kleine geschiedenis van bijna alles’ de situatie samen. Om daar aan toe te voegen dat de hoeveelheid in de atmosfeer als gevolg van industriële activiteit elk jaar nog toeneemt met ongeveer 100duizend ton.
Intelligentie
De acute gevaren van een te grote blootstelling zijn in de ontwikkelingslanden nog hoogst actueel. Bill Bryson doet een greep uit de symptomen: blindheid, slapeloosheid, nieraandoeningen, doofheid, kanker, verlamming en stuipen. Wetenschappers van Duke University in North Caroline, VS, schrijven dat ook steeds meer bekend wordt over de gevolgen op lange termijn.
Blootstellingen in de kindertijd die bloedwaarden tot gevolg hadden die destijds als ongevaarlijk golden, verstoorden waarschijnlijk de ontwikkeling van meerdere orgaansystemen. ‘In het bijzonder het brein, de botten en cardiovasculaire systemen. Resulterend in subtiele tekorten tot en met belangrijke gevolgen – zoals voor de cognitieve vaardigheden, fijne motoriek en emotionele stabiliteit – die iemands levensloop kunnen beïnvloeden.’
Opleiding, gezondheid, welstand en levensgeluk kunnen bepaald zijn door uitlaatgassen. Volwassenen die in de jaren zestig, zeventig en tachtig opgroeiden in de nabijheid van drukke verkeersaders kunnen, zo stellen de onderzoekers in PNAS, ook gevolgen hebben voor hun oude dag. ‘Deze tekorten blijven door de jaren heen grotendeels voortbestaan en verhogen vermoedelijk het risico op moeilijk te behandelen leeftijdgerelateerde chronische ziekten, inclusief hart-en vaatziekten en dementie.’
De bijdrage van de wetenschappers uit North Carolina is een uitvoerige rekenexercitie waarbij ze bloedwaarden uit bevolkingsonderzoek relateerden aan data over de uitstoot van lood en de effecten daarvan op de ontwikkeling van hersenen en de intelligentie. Ze schatten dat 170 miljoen nu nog levende Amerikanen vanaf hun vroege jeugd zijn blootgesteld aan hoge loodconcentraties. ‘Meerdere miljoenen van hen aan niveaus die vijf keer of nog hoger lagen dan die tegenwoordig als drempelwaarde gelden.’
Al met al, concluderen de onderzoekers, komt de Amerikaanse bevolking hierdoor 824mijoen IQ-punten tekort. De grootste verliezen bevinden zich in de generaties die geboren zijn op het hoogtepunt van de looduitstoot. Dat was tussen 1965 en 1985. Zeven procent van de kinderen uit de geboortejaren 1966 tot 1975 groeide op met de grootste blootstelling: meer dan 30 microgram lood per deciliter bloed.
Dat correspondeert met een achteruitgang van het IQ met 7,4 punten. Ten opzichte van de honderd punten waar veel mensen mee gezegend zijn, lijkt dat misschien verwaarloosbaar. Maar aangezien het gemiddelde IQ 85 punten bedraagt kan een dergelijk verlies op individueel niveau grote impact hebben. ‘Groot genoeg om individuen met een beneden gemiddeld IQ in het bereik te duwen van een te diagnosticeren geestelijke beperking.’
Beeld: Niels Roza
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief