Non-alcoholische leververvetting komt veel vaker voor dan de door alcohol veroorzaakte variant. De overconsumptie van suikers is een belangrijke factor. Met name fructose staat onder verdenking. Zwitsers onderzoek laat zien dat gewone tafelsuiker zeker niet vrijuit gaat.
Onder de suikers is fructose is een vreemde eend in de bijt. Het is twee keer zo zoet als glucose, maar het laat de bloedsuikerspiegel en de insulineproductie grotendeels ongemoeid. Dat voordeel komt met een nadeel. Waar glucose direct klaar is voor gebruik in spier-, hersen- en immuuncellen daar moet fructose eerst door de lever, die er vet van maakt.
Gewone tafelsuiker – sucrose – bestaat voor twee gelijke helften uit fructose en glucose. Je zou dus denken dat de lever het ook voor de helft in vet omzet. Maar dat blijkt niet het geval te zijn, toont een nieuwe publicatie in Journal of Hepatology van een oudere klinische studie. Daarin keken wetenschappers van de Univerziteit van Zurich met behulp van een signaalstof naar de vorming van vet door de lever.
Verrassing
De onderzoekers verdeelden een kleine honderd jonge mannen in vier groepen. Een groep kreeg dagelijks 80 gram glucose te drinken, een andere groep eenzelfde hoeveelheid fructose en in de drankjes van derde groep was tachtig gram sucrose (glucose/fructose) opgelost. De drie groepen hadden dezelfde energie-inname als de controlegroep.
Zoals te verwachten viel, verhoogden de drankjes met glucose de vetproductie van lever slechts een beetje (21 procent) ten opzichte van de controlegroep. De verrassing zat hem in de sucrose, die zorgde voor een stijging van 128 procent. Meer nog dan pure fructose, dat de vetproductie in de levers van de proefpersonen met gemiddeld 116 procent verhoogde.
‘De verhoogde vetproductie in de lever hield aan tot meer dan twaalf uur na de laatste maaltijd of suikerconsumptie’, zegt onderzoeksleider Philipp Gerber in het persbericht dat de universiteit eergisteren op haar website plaatste. ‘Onze resultaten zijn een belangrijke stap in de beoordeling van de schadelijke effecten van toegevoegde suikers. Ze zijn van grote betekenis voor toekomstige dieetrichtlijnen.’
In Zwitserland bedraagt de dagelijkse consumptie van toegevoegde suikers honderd gram per hoofd van de bevolking. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) houdt een bovengrens aan van vijftig gram, met een voorkeur voor 25 gram. Het Moermandieet adviseert de consumptie te beperkten tot een theelepel (ca. zes gram) honing per dag.
Leververvetting en gedragsproblemen
Non-alcoholic fatty liverdisease komt naar schatting voor in een kwart van de wereldbevolking en dan vooral in de ontwikkelde landen. Negentig procent van de volwassenen met obesitas ontwikkelt het, zestig procent van de mensen met diabetes type 2 en twintig procent van de mensen met een normaal gewicht. In Uitzicht verscheen onlangs een artikel over deze meest voorkomende chronische leveraandoening, die steeds vaker bij kinderen wordt vastgesteld.
Op deze website verscheen eerder dit artikel over mogelijke effecten van fructose op het gedrag. De veranderingen die fructose op celniveau teweegbrengen, zouden niet alleen de vetopslag stimuleren, maar ook een ‘fourageer-response’. Daarbij hoort ADHD-achtig gedrag zoals risico’s nemen, sneller beslissen, impulsiteit, agressiviteit en ‘novelty seeking’.
Beeld: “SugarSin – Love, Shine and Excitement” by Alan Stanton is licensed under CC BY-SA 2.0
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief