NTTT-arts Ann van Veen gaf op de MMV-ledendag in Dongen op 5 november college over epigenetica: een laag bovenop de genen die te beïnvloeden is met leefstijl. En dat is goed nieuws. ‘Met gezond gedrag kan je je vervuilde genen weer schoon krijgen.’
‘U bent wat uw grootmoeder at’, luidt de introductie op de eerste sheet. ‘Hoe de keuzes die je maakt jouw genen en die van je kinderen kunnen beïnvloeden.’
De toon is gezet voor een stevig college epigenetica. Met algemene informatie, praktische tips en regelmatig een uitstapje de diepte in voor de liefhebber. Ann van Veen, arts voor Niet- Toxische Tumor Therapie in Venray, begint met uitleg van ons endorfinesysteem. Dit systeem staat continu aan in ons brein en wordt gereguleerd door endorfine en dopamine. ‘Onze hersenen worden voortdurend blootgesteld aan prikkels. De endorfines sussen de stress die dit oplevert.’ Het probleem is dat we tegenwoordig continu zijn blootgesteld aan prikkels en dat het endorfinesysteem hierdoor gemakkelijk uitgeput kan raken.
Werkt dit systeem onvoldoende? Dan ervaar je dat in het lichaam als ‘tekortkomen’ en dat komt terug in je gedrag. Je gaat dan bijvoorbeeld gedrag vertonen dat op korte termijn ‘belonend’ werkt, doordat het dopamine oplevert. Bijvoorbeeld: meer eten, meer kopen, meer werken of genotmiddelen gebruiken. Het probleem is dat jezelf hiermee voor de gek houdt. Het verzadigende ‘geluksgevoel’ blijft uit en het triggert je om op zoek te gaan naar een volgende dopamineprikkel. ‘Kinderen hebben hier al last van’, vertelt Van Veen. Onlangs was er een moeder op het spreekuur met haar 10-jarige zoon die urenlang kon gamen. Toen de moeder daar paal en perk aan stelde, was hij ‘binnen een paar dagen weer gezellig en normaal’.
‘We eten 400 procent meer gluten dan vijf jaar geleden’
Ook met wat we eten, beïnvloeden we het endorfinesysteem. En daarin is nogal wat veranderd de afgelopen decennia. ‘We eten 400 procent meer gluten en 300 procent meer soja dan vijftig jaar geleden. En via zuivelproducten krijgen we 500 procent meer caseïne binnen dan zeventig jaar geleden.’ In deze producten bevinden zich veel exorfines, volgens Van Veen. ‘Als je lichaam daar meer van binnenkrijgt dan het kan afbreken, treedt verstoring op. Die kan leiden tot epigenetische veranderingen op de cellen.’
Muizen die tijdens hun zwangerschap op een dieet werden gezet van endorfine/dopaminestimulators (suikers, vetten en exorfinen) kregen nakomelingen met 200 procent minder dopaminereceptoren en 300 procent minder endorfinereceptoren. De genen van de moedermuizen hadden zich aangepast aan dit abnormale dieet en gaven de ‘verworven eigenschap’ door aan de volgende generatie. ‘Er is geen enkele reden om aan te nemen dat dit bij mensen anders zou zijn’, aldus Van Veen. Dit geldt ook voor de epigenetische aanpassing aan andere factoren, zoals trauma.
Van Veen noemt een experiment waarbij mannelijke ratten werden blootgesteld aan elektrische schokken, terwijl tegelijkertijd een kersenbloemsemgeur werd verneveld. De nakomelingen van deze vaderratten begon te schokken bij het ruiken van kersenbloesem. ‘Ze hadden het trauma-geheugen van hun vaders geërfd.’
‘Overstimulatie leidt tot luie genen’
Juist voor de preventie van ziekten is aandacht voor epigenetica belangrijk. ‘De omgevingsinvloeden tijdens de zwangerschap en net na de geboorte zijn bepalend voor de gezondheid van hart, bloedvaten en het centrale zenuwstelsel tijdens volwassenheid. Met hoe we eten en leven, beïnvloeden we de ontwikkeling van onze kinderen.’
Door epigenetische markeringen verandert de functie van een gen zonder dat de DNA-code verandert. Zulke markeringen ontstaan door bijvoorbeeld stress, roken of eetgewoontes, waardoor genen aan of juist uit worden gezet. ‘Overstimulatie leidt tot luie genen, terwijl schaarste juist tot actieve genen leidt. Ziekte is de prijs die we betalen voor onze luxe.’ Wanneer genen lang blootgesteld worden aan abnormale hoeveelheden, verminderen ze hun expressie, om de abnormale toestand zoveel mogelijk te normaliseren. Zo ontstaat een epigenetische verandering.
Op het GAD-enzym die de omzetting van glutamaat naar GABA regelt, gaat ze wat dieper in. De aanmaak van dit enzym wordt bijvoorbeeld geremd door nicotine, E621 en gluten.
In het boek ‘Dirty Genes’ beschrijft dr. Ben Lynch hoe je door middel van een combinatie van voeding, supplementen, slaap, stressvermindering en verminderde blootstelling aan toxines je genen ‘schoon’ kunt maken. Dus: ‘Zoveel mogelijk biologisch eten. Eet tot je bijna (80 procent) vol zit en dan stop je. Eet maximaal drie maaltijden per dag, eet geen tussendoortjes en kauw, kauw, kauw je voedsel. Eet na je avondmaaltijd niet meer en start met het ontbijt na minimaal twaalf uur vasten.’ Ook attendeert ze op het belang van voldoende slaap, ontspanning en beweging. ‘Beweging verlaagt de insulinespiegels en de ontstekingsactiviteit en vermindert daarmee de kans op kans op hart- en vaatziektes,’
‘Lastig om je serotonine op peil te houden bij verstoord MAOA-gen’
Om de epigenetica iets meer in te kleuren, licht Van Veen een drietal genen uit. Zoals het MTHFR-gen, dat belangrijk is bij de ‘methylatie’, een biochemisch proces dat cruciaal is bij het aan- en uitschakelen van je genen. Maar ook het DAO-gen die belangrijk is voor de afbraak van histamine, het MAOA-gen die je serotonine op peil houdt en het PEMT-gen ‘onmisbaar voor je celmembramen’. Ze benadrukt dat het niet om één gen gaat, maar dat het de combinatie is die zorgt voor een goed functionerend lichaam. Ze noemt een aantal voedingsmiddelen die een goede werkzaamheid bevorderen. Vanwege het foliumzuur spelen de groene bladgroenten – rucola, spinazie, veldsla, andijvie – de hoofdrol. Maar ze noemt ook: amandelen, vette vis, champignons.
‘Gezond ouder worden begint met bescherming van uw telomeren.’ Telomeren beschermen het DNA op het moment dat het zich gaat delen, daarbij geholpen door het enzym telomerase. ‘Hoe langer je telomeren zijn, hoe langer je leeft.’ Een sheet in de presentatie toont hoe de leefstijlfactoren bijdragen aan de bescherming dan wel afbraak van de telomeren. Wat te consumeren? Opnieuw plek voor vette vis, rode druiven, maar ook groene thee, cacao groente en fruit… ‘en wat blijkbaar ook helpt, is veel lachen!’
‘Eet jezelf op door regelmatig te vasten’
Verreweg de beste manier om een (gezond) lang leven te hebben is caloriebeperking en het vermijden van slecht voedsel. Maar spermidine blijkt daarnaast ook een veelbelovende stof om de afbraak van telomeren te vertragen en autofagie te stimuleren. Spermidine zit in: broccoli, tarwekiemen en sojabonen. ‘Autofagie is automatische celafbraak. Zelfvertering. Jezelf ‘opeten’ eigenlijk.’ Dat opeten van ‘celcomponenten’ gebeurt tijdens het vasten. ‘Door het energietekort gaat de cel opzoek naar ‘restproducten’, gaat de cel schoonmaken en worden beschadigde celorganellen gerepareerd of vervangen. Autofagie wordt ook gestimuleerd door sporten en bepaalde stoffen, zoals spermidine, fisetine en resveratrol.
Dus: vasten. ‘Intermitterend vasten is niets meer of minder dan vasten met tussenpozen. ‘Het verlaagt de kans op allerlei klachten, zoals hartvaatziekten.’ Dat het werkt, is logisch als je kijkt naar de geschiedenis. ‘Vasten is zo oud als de mensheid zelf; er was gewoon niet altijd eten beschikbaar. Vroeger moesten mensen regelmatig vasten, in afwachting van de volgende vangst of gevonden voeding. De landbouw heeft hier op grote schaal een einde aan gemaakt. Er is altijd eten, alleen niet altijd van een goede kwaliteit.’
Van Veen wijst ook op het onderzoek (de DIRECT-studie) die laat zien dat de tumor beter reageert op de chemotherapie bij vrouwen die het dieet volgden. ‘Er was geen verschil in bijwerkingen tussen beide groepen, maar de schade aan DNA-moleculen in witte bloedcellen was minder bij vrouwen die het dieet volgden.’
‘Laaggradige ontsteking aan de basis van bijna alle westerse ziektes’
Een gezonde leefstijl beschermt de lichaamseigen barrières: de bloed-hersenbarrière, de huidflora en de darmbarrière. ‘Veel mensen lijden aan een lekkende darm. Een aandoening die ontstaat en verslechtert als gevolg van een westerse leefstijl, medicatie en stress. Wanneer de darmbarrière kapot is, kunnen bacteriele resten of gisten de bloedbaan in lekken en het lichaamsmilieu vergiftigen.’ Deze conditie veroorzaakt een toestand van chronische ‘laaggradige ontsteking’. Het immuunsysteem is dan continu licht geactiveerd.
‘Voor het kiezen van de juiste immuunreactie wordt er eerst bepaald of het lichaam de capaciteit heeft om een heftige immuunreactie tijdig te beëindigen. Zo ja, dan kiezen je hersenen voor een heftige reactie. Zo nee, dan kiezen de hersenen voor een milde reactie, en blijft het immuunsysteem continu geactiveerd.’ De chronische laaggradige ontsteking ligt aan de basis van bijna alle typische westerse ziektes: allergieën, chronische pijn, uitputtingsziekten zoals fibromyalgie, burn-out, hart- en vaatziekten, ontstekingsziekten van de darm, psychische aandoeningen (zoals depressie), auto-immuunziekten en sommige vormen van kanker.
‘Vooral de stoffen EPA en DHA zijn belangrijk’
Het lichaam krijgt enkel toestemming voor een heftige immuunreactie als koorts, als er voldoende omega-3, vitamine D en magnesium op voorraad is. Vooral de stoffen EPA en DHA zijn belangrijk.
DHA is een anti-ontstekingsstof die celdegeneratie voorkomt en zorgt voor herstel van de normale celfunctie en voor de aanmaak van bijvoorbeeld hersenhormonen. ‘In de afgelopen eeuw is de inname van vetten verminderd, en vervangen door koolhydraten.’ Ook eten we teveel omega-6 vetzuren ten opzichte van omega-3. Dat komt bijvoorbeeld doordat we meer linolzuur en sojaproducten zijn gaan eten. Omega-3 is ongelooflijk belangrijk voor de functionaliteit en soepelheid van het celmembraam. ‘Celmembramen zijn een optelsom van wat je hebt gegeten de afgelopen vijf, zes maanden.’
In haar praktijk ruimt Van Veen standaard plaats in voor de homeopathie, vertelt ze. In het boek ‘Kanker en Homeopathie’ beschrijft de Franse arts Jean Lionel Bagot het resultaat van vijftien jaar klinisch onderzoek. Op basis van data van vierduizend patiënten en zesduizend behandelingen concludeert hij dat de effectivitiet van de chemotherapie toenam bij de mensen die daarnaast een homeopathisch middel gebruikten. Ook waren zij aanzienlijk beter te spreken over hun levenskwaliteit. ‘Bovendien’, benadrukt Van Veen. ‘Er zijn geen bijwerkingen of interactie met de chemotherapie.’
De volledige Powerpoint-presentatie bij deze lezing vindt u hier.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief