Naast volwaardige voeding komt gezonde lichaamsbeweging keer op keer in beeld als succesvolle strategie om veroudering te vertragen. Niet alleen ter preventie, maar ook als interventie. Een groep senioren ging aan de wandel en verbeterde daarmee hun hersenwerking aantoonbaar. Heel erg veel inspanning was daar niet voor nodig.
Twaalf weken duurde het onderzoek waar de 33 Amerikaanse mannen en vrouwen in de leeftijd van 71 tot 85 jaar aan deelnamen. De helft van hen had een milde cognitieve stoornis. Dat wil zeggen een minder functionerend geheugen, denk- en beoordelingsvermogen. Dat is een risico voor de ziekte van Alzheimer. De verwachting is dat de ontwikkeling van Alzheimer kan worden uitgesteld, als het lukt deze functies te verbeteren. Of zelfs afgesteld.
Voordat de studiedeelnemers onder begeleiding van een persoonlijke trainer of fysioloog aan hun wandelvaardigheden gingen werken, werden ze uitgebreid onderzocht en getest. Onder meer (functionele) MRI-scans brachten de hersenactiviteit in beeld en inspanningstesten de maximale zuurstofopname (VO2-max). Verder waren er verschillende testen om het leervermogen en het geheugen te beoordelen.
Betere verbindingen
Zo kon iedereen op zijn of haar eigen niveau op stap. Dat gebeurde onder deskundige begeleiding en op een loopband. Op die manier kon het tempo in de loop van de twaalf weken durende interventie worden opgeschroefd, in lijn met de verbeterende conditie. Binnen vier weken was iedereen in staat de gestelde beweegdoelen te halen: vier keer per week een half uur matig intensief wandelen. Aan elke sessie ging een warming-up van tien minuten vooraf en een cooling-down van eveneens tien minuten besloot de wandeling.
Dat leverde beide groepen een verbetering van de maximale zuurstofopname op van gemiddeld ruim tien procent. De fMRI-scans registreerden een verhoogde connectiviteit (verbinding) in de drie belangrijkste neurale netwerken en ook tussen deze netwerken. Dat ging samen met duidelijk (significant) betere prestaties van het episodische geheugen in beide groepen. Het episodische geheugen werd getest door de deelnemers een verhaal te vertellen, dat zij met zoveel mogelijk details moesten reproduceren.
Beide groepen profiteerden in gelijke mate van de wandelsessies. Maar betekent dit nu ook dat de deelnemers met de milde cognitieve stoornis daarmee uit de gevarenzone van Alzheimer zijn? Dat zouden de onderzoekers op basis van deze kleine studie niet durven beweren. Hun resultaten moeten eerst maar eens in nieuwe en grotere studies herhaald worden, schrijven ze in Journal of Alzheimer’s Disease Reports, voordat definitieve conclusies getrokken kunnen worden. Maar, schrijven ze:
‘Onze bevindingen suggereren dat regelmatige deelname aan eenvoudige aerobische oefening, zoals matig intensief lopen, neuroplastische effecten zou kunnen opwekken. Zelfs als er sprake is van Alzheimer-gerelateerde neurodegeneratieve processen die resulteerden in de diagnose van milde cognitieve stoornis.’
Alzheimer hersenen zonder de ziekte
De bescheidenheid van deze onderzoekers valt te prijzen. Hun onderzoek ondersteunt echter wel observationeel onderzoek dat een verband toont tussen fysiek actief zijn en het uitblijven van Alzheimer. Over een sterk voorbeeld daarvan berichtte MMV een poos terug. Onderzoek aan de hersenen van vierhonderd overleden Amerikanen wees uit dat degenen die fysiek actief waren, minder vaak Alzheimer hadden. Ook al vertoonden hun hersenen daar alle tekenen van, namelijk plaque en atrofie.
Dat deze ouderen desondanks een voldoende goede hersenwerking behouden hadden, was de danken aan de kwaliteit van de hersenverbindingen. De uiteinden (synapsen) van hun neuronen (zenuwcellen) bevatten grotere aantallen van de eiwitten die de signaaloverdracht tussen neuronen mogelijk maken.
Lopend de weg vinden
Voor onderzoeksdoeleinden liepen de 33 Amerikaanse senioren, waar dit artikel mee begon, hun kilometers op een loopband. Normaal gesproken verdient dit niet de voorkeur. Buiten lopen heeft verschillende voordelen boven de loopband. Over het algemeen is de buitenlucht van een betere kwaliteit dan de lucht binnenshuis. Blootstelling aan de zon levert niet alleen vitamine D op, blootstelling aan daglicht draag ook bij aan het ‘slaapvermogen’.
Daarbij komt dat buiten lopen meer van het brein vraagt doordat het de omgeving in de gaten moet houden. Ook de constante aanpassing aan de wisselende ondergrond geeft het motorisch centrum extra indrukken. Wat dat betreft gaat er niets boven bos- en bergpaden. Jennifer Heisz, directeur van het NeuroFit lab van de Mc Master University (Canada), doet onderzoek naar de langetermijneffecten van fysieke activiteit op de breingezondheid. Zij heeft nog een aanvullende tip: bewandel nieuwe wegen en laat de gps thuis.
‘Het moderne bestaan ontbeert de specifieke cognitieve en fysieke uitdagingen die het brein nodig heeft om te gedijen’, zegt ze op de website van haar universiteit. ‘Blijft actief navigeren uit dan lopen we het risico deze neurale architectuur te verliezen.’ Heisz wijst er op dat de weg naar huis niet terug kunnen vinden, een van de eerste symptomen van Alzheimer is. Dit disfunctioneren van het ruimtelijke geheugen betreft de helft van alle patiënten, zelfs in de mildste fases van de ziekte.
Foto: Wikimedia
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief