Potplanten bieden duidelijk mogelijkheden om de luchtkwaliteit binnenshuis te verbeteren. ‘Met name in afgesloten, matig geventileerde ruimten en/of in gebieden met veel luchtvervuiling.’ Dat concluderen Britse wetenschappers uit metingen met drie populaire kamerplanten en stikstofdioxide.
Onze atmosfeer bestaat voor 78 procent uit onschadelijk stikstofgas, de rest is voornamelijk zuurstof. Toxisch wordt het als deze twee een reactieve verbinding aangaan. Ammoniak is daar een voorbeeld van. Ook stikstofoxiden zijn schadelijk. Er zijn er meerdere van, meestal aangeduid onder de verzamelnaam NOₓ.
Stikstofoxiden ontstaan bij de verbranding van fossiele brandstoffen onder hoge temperatuur: bij het gebruik van auto’s met verbrandingsmotor, elektriciteitsopwekking met kolen- en gascentrales en bij industriële processen. Stikstofdioxide is de variant die het meest in de lucht voorkomt. In reactie met water vormt het salpeterzuur, dat bijdraagt aan de verzuring van de bodem.
Longen kunnen beschadigen door stikstofdioxide en het gas tast ook rode bloedcellen aan, die daardoor minder zuurstof kunnen opnemen. In steden, vooral in de metropolen, kunnen de concentraties ongezonde niveaus aannemen. Dat gebeurt ook over grotere regio’s. De zuidelijke helft van Nederland, Vlaanderen en Nordrein Westfalen behoren in hun geheel tot de sterkst met stikstofdioxide vervuilde gebieden in Europa. Samen met de Po-vlakte in Italië.
Luchtvervuiling is gelinkt aan tal van aandoeningen en de recente pandemie maakte wereldwijd ‘duidelijk dat luchtvervuiling, een belangrijke negatieve rol speelt bij Covid-19, door de incidentie en mortaliteit te verhogen’. Aangezien luchtzuiveringssystemen hoog op de politiek agenda staan, ziet de Royal Horticultural Society het als haar taak onderzoek te doen naar de mogelijke zuiverende eigenschappen van kamerplanten.
Hoeveel plant per meter?
Samen met wetenschappers van twee Britse universiteiten gingen ze aan de slag met drie soorten potplanten die vandaag de dag veel huiskamers en kantorenruimtes opfleuren. Een uit het geslacht Spathipyllum – lepelplant, een Dracaena – Drakenbloedboom en een Zamioculcas, net als de lepelplant behorend tot de Aronskelkfamilie. Van onder meer de lepelplant had eerder onderzoek al aangetoond dat ze de concentraties stikstofdioxide kon verlagen.
Wat de plantkundigen aan deze kennis wilden toevoegen, waren antwoorden op een aantal praktisch vragen die van belang zijn voor het huis-, kantoor-, en keukengebruik van planten als luchtzuiveraars. In de eerste plaats wilden ze natuurlijk weten hoeveel plant je ongeveer nodig hebt om zoden aan de dijk te zetten.
Dat deden ze door planten van ongeveer gelijke grootte in een klimaat-gecontroleerde ruimte te plaatsen, met daarin een hoeveelheid stikstofdioxide die de WHO bestempelt als schadelijk voor de gezondheid. Deze concentratie, van 100 ppb – deeltjes per miljard. wordt geregeld overschreden binnen huizen en kantoren in buurt van drukke verkeerswegen.
In deze ruimte, met de inhoud van een kleine koelkast, wisten alle drie de planten de concentratie van het giftige gas binnen een uur ongeveer te halveren. Omgerekend naar het bladoppervlak zouden vijf kamerplanten in staat zouden moeten zijn de concentratie stikstofdioxide, in een kleine, slecht geventileerde ruimte van 15 kubieke meter, met twintig procent te verlagen. Grotere ruimtes zouden voor dat effect navenant meer vegetatie nodig hebben.
Grote verdwijntruc
Tot zover alles goed. Het gekke is alleen dat, geheel tegen de verwachting in, noch licht noch bodemvochtigheid veel verschil maakte. ‘Dit is heel verschillend van de manier waarop binnenplanten CO2 opnemen’, aldus onderzoeksleider Christian Pfrang op de website van Birmingham University. Wat een aanwijzing is dat fotosynthese bij de omzetting van stikstofdioxide nauwelijks tot geen rol speelt.
Het gas verdwijnt op raadselachtige wijze en wordt ook na langere tijd niet weer door de plant uitscheiden. Pfrang: ‘Dus er speelt waarschijnlijk een biologisch proces waarbij ook de bodem waarin de plant groeit betrokken is. Maar we weten nog niet wat het is.’ Het is zelfs nog gekker dan Pfrang hier doet vermoeden.
In het onderzoeksverslag in Air Quality Atmosphere and Health valt namelijk te lezen dat ook gemeten is wat het effect was van alleen de potgrond; zonder plant dus. Wat bleek? De stikstofdioxide nam in ongeveer gelijke mate af! Wat ‘suggereert dat het meeste van deze verwijdering gerealiseerd wordt door het groeimedium zelf’.
Verdere experimenten met natte en droge potgrond wezen uit dat ook dit weinig verschil maakte. Wellicht, zo vermoeden de onderzoekers na nog meer testen met verschillende ‘groeimediums’, zijn de microben in de potgrond verantwoordelijk voor de gemeten afname. Je zou bijna denken dat je de bureaus net zo goed op een bak compost kunt plaatsen.
De auteurs komen niet op die gedachte. Wat voor botanisten waarschijnlijk ook ondenkbaar is. Zij vermoeden dat micro-organismen in de bodem voornamelijk voor de opruiming verantwoordelijk zijn, maar dat planten indirect nodig zijn om de groei van deze micro-organismen te ‘onderhouden en te ondersteunen’.
Niet dat ze dat met dit onderzoek aantonen, maar dat maakt niet uit. Want planten zijn ontegenzeggelijk gezelliger dan een kale bak aarde. Daarbij zetten ze koolstofdioxide uit de lucht in zuurstof om en dat is ook wat waard. Wanneer het vooral om de stikstofdioxide gaat dan leert dit onderzoek dat het niet uitmaakt welke plant u kiest. En dat een beetje laten uitdrogen ook geen probleem is.
Foto door Thắng Lê De Lepelplant. Niet de makkelijkste maar wel de mooiste van drie onderzochte planten.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief