Onder deze uitdagende titel presenteren wetenschappers van Harvard hun literatuuronderzoek naar kanker in mensen tussen twintig en vijftig jaar. Om de vraag meteen te beantwoorden: ‘De vroege-kankerepidemie kan een uiting zijn van de stijgende trends van veel chronische ziekten onder jonge en toekomstige generaties.’
In Nederland steeg het aantal kankerdiagnoses van afgerond 56.000 in 1989 tot 124.000 vorig jaar. Deze toename – die ook in veel andere regio’s in de wereld aan de hand is – heeft verschillende oorzaken. Bevolkingsgroei, vergrijzing en kankerscreening zijn de meest genoemde. Meer inwoners betekent meer kanker, meer screening betekent ook meer kanker en kanker treft voornamelijk oudere mensen, waarvan er zoals bekend steeds meer zijn.
Dat de toegenomen kankerincidentie mede het gevolg is van veranderingen in voedingspatronen, gebrek aan beweging, slaap en van milieuverontreiniging, is niet iets dat gezondheidsinstanties van de daken roepen. En nog minder dat kanker steeds vaker ook jongere mensen treft. Wetenschappers van Harvard en Cornell University (VS) doen dat wel. ‘De incidentie van kankers in verschillende organen, gediagnosticeerd in volwassen jonger dan vijftig jaar’, schrijven ze deze maand in Nature reviews clinical oncology, ‘is sinds de jaren negentig in veel delen van de wereld aan het stijgen.’
Stijging exclusief screeningeffect
Een leeftijd van vijftig jaar als grens voor ‘vroege kanker’ in volwassenen is discutabel, erkennen de auteurs, heeft echter als voordeel dat vroege opsporing als gevolg van screeningsprogramma’s geen rol speelt bij de beoordeling van de statistieken. Voor geen van de veertien kankersoorten die de studie uitlicht, bestaan in deze leeftijdsgroep screeningsprogramma’s. Onderaan dit artikel staat een tabel met de jaarlijks ontwikkeling van de diagnoses in verschillende landen.
Overigens lijkt baarmoederhalskanker – die in de Amerikaanse studie buiten beschouwing blijft – te passen binnen de trend die de onderzoekers signaleren. Gezien de jonge leeftijd waarop zich deze kanker ontwikkelt, ontvangen vrouwen in Nederland vanaf hun dertigste iedere vijf jaar een uitnodiging om een uitstrijkje te laten maken. Op de invoering van dit bevolkingsonderzoek in 1996 volgde aanvankelijk tegen de verwachting in een daling van het aantal diagnose. Deze hield zes jaar aan. Vanaf 2013 stijgt het aantal diagnose weer, van 661 naar 947 vorig jaar. Waarbij de grootste stijging te zien is bij vrouwen in de leeftijd van dertig tot 44 jaar.
‘Momenteel wordt er naar oorzakelijke verbanden gezocht om de lichte stijging te kunnen verklaren’, schrijft het IKNL. ‘Mogelijk heeft het te maken met veranderingen in bevolkingssamenstelling of gedrag. Bijvoorbeeld door een stijging van de risicofactoren in de jaren ’90, zoals roken bij vrouwen.’ Het IKNL wijst er op dat roken het afweersysteem verzwakt en daarmee de kankerverwekkendheid van het HPV-virus versterkt.
Tabak lijkt, gezien de daling van het aandeel rokende vrouwen sinds de jaren ’90, overigens niet de meest voor de hand liggende verdachte (tekst gaat door onder de afbeelding):
Exposoom
Ook wat de Amerikaanse reviewers betreft is nader onderzoek naar de oorzaken van de toename van kanker onder jonge mensen gewenst. ‘Prospectieve cohortonderzoeken die gebruik maken van elektronische gezondheidsdata en/of biospecimen (bloed-, urine-, ontlastingsmonster etc.) zouden het mogelijk maken gedetailleerd onderzoek te doen naar factoren vroeg in het leven, in relatie tot vele toekomstige gezondheidsuitkomsten, inclusief kanker.’ Daarbij doelen de auteurs op langlopende onderzoeken zoals het Rotterdamse ‘Generation R’ dat sinds twintig jaar duizenden kinderen vanaf de zwangerschap volgt.
De wenselijkheid van verder onderzoek neemt niet weg dat de bestaande wetenschappelijke literatuur al veel over de toename van vroege kanker te zeggen heeft. Samengevat: ‘De bewijslast suggereert een oorzakelijke rol voor blootstelling, vanaf de vroege jeugd en jongvolwassenheid, aan risicofactoren.’
In dit verband spreken de onderzoekers van het ‘exposoom’; het totaal aan omgevingsfactoren waar de mens gedurende het leven is blootgesteld. ‘Het exposoom aan het begin van het leven (onder andere dieet, leefstijl, overgewicht, blootstellingen in het milieu en het microbioom) zijn sinds het midden van de vorige eeuw substantieel veranderd.’
Ze sluiten genetische oorzaken niet uit, maar vonden geen bewijzen dat deze een rol spelen. Wel voor de rol van chronische ziekten: ‘De vroege-kankerepidemie kan een uiting zijn van de stijgende trends van veel chronische ziekten onder jonge en toekomstige generaties.’ Het feit dat ‘specifieke effecten van individuele blootstellingen grotendeels onbekend blijven’, mag geen reden zijn de ontwikkelingen op hun beloop te laten: ‘Bewustmaking van de vroege-kankerepidemie en verbetering van de omstandigheden aan het begin van het leven, zouden onze directe doelen moeten zijn. Dat belooft last te verlagen van kanker, zowel vroeg in het leven als later.’
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief