Een studie onder ruim tweeduizend prostaatkankerpatiënen wijst uit dat de mannen met het gezondste dieet de helft minder kans hadden dat de tumor terugkwam of toenam. ‘Deze bevindingen suggereren dat het in kaart brengen van voedingsgewoonten van prostaatkankerpatiënten en het geven van voedingsadviezen is aan te bevelen’, concluderen de onderzoekers van de universiteit van Californië.
De conclusies betrekken zich op 2062 deelnemers, rond de leeftijd van 65 jaar, die tussen 1999 en 2018 via 43 Amerikaanse urologiepraktijken in de CaPSURE-studie instroomden. Gemiddeld tweeënhalf jaar na hun biopsie-bevestigde diagnose van niet uitgezaaide prostaatkanker (kleiner dan stadium T3a), werden zij uitgebreid ondervraagd naar hun voedingsgewoonten. Aan de hand daarvan kregen ze twee scores; een voor de mate waarin hun voedingspatroon plantaardig was en een voor de mate waarin hun eetgewoonten ‘gezond plantaardig’ was.
Gleasonscore
De behandeling had bestaan uit het verwijderen van de prostaat en/of bestraling, hormoontherapie of afwachten. Na een gemiddelde opvolgduur van zesenhalf jaar waren er 190 gevallen van progressie bekend; meestal in de vorm van verdubbelen van de PSA-waarden. Daarbij bleek het deel van de deelnemersNa een gemiddelde opvolgduur van zesenhalf jaar bleken de deelnemers met de hoogste score voor plantaardige voeding een 47 procent lager risico te hebben dat de kanker verder groeide dan degenen met de laagste score, berichten de onderzoeker in JAMA Network Open.
Hoger scoren op de gezond plantaardige index hield over het algemeen geen verband met het risico op kankerprogressie. Maar dat lag anders in een subgroep van 680 personen met de meeste agressieve vormen van prostaatkanker. Deze word uitgedrukt in de Gleasonscore. Gezond plantaardig etende mannen met een score van zeven tot tien liepen een 55 procent lager risico dan hun ongezond etende lotgenoten met hoge gleasonscore.
Gezond plantaardig dieet
Dat ‘gezond plantaardig’ (hPDI) niet voor de gehele groep tot een lager risico leidde, komt in meer studies naar voren, schrijven de auteurs. In dit geval geven ze twee verklaringen die met elkaar samenhangen. Ten eerste liggen de scores voor hPDI over de vijf groepen heen zo dicht bij elkaar dat de rekenmodellen daar geen duidelijke (significante) samenhangen uit kunnen destilleren.
Dat – ten tweede – die verschillen tussen de groepen zo klein zijn, komt ook omdat ongezonde plantaardige voedselgroepen niet de score voor hPDI meewegen. Wat wel het geval is bij het gewone plantaardige dieet. De auteurs opperen dat deze groepen (vruchtensappen, geraffineerde granen, zoetigheid en desserts) wellicht minder relevant zijn bij het al dan niet voorkomen van de kankerprogressie dan de gezonde plantaardige voedselgroepen. Over wat het betekent dat een hoge hPDI bij een hoge Gleasonscore het risico wél duidelijk verlaagde, wijdden de auteurs niet uit.
Beeld: Easy-peasy.AI
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief