Het Internationaal Agentschap voor kankeronderzoek (IARC), onderdeel van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) publiceert 14 juli een rapport dat de zoetstof aspartaam als ‘mogelijk kankerverwekkend’ bestempelt. Dat meldde persbureau Reuters op basis van ‘twee bronnen met kennis van het proces’.
Aspartaam (E951) behoort tot de meest gebruikte zoetstoffen ter wereld. Het zit in Frankrijk in bijna anderhalf duizend producten en wereldwijd zelfs in meer dan zesduizend producten. Franse onderzoekers publiceerden vorig jaar een studie die een positief verband toonde tussen het gebruik van zoetstoffen – met name aspartaam en acesulfaam-K – en het risico op kanker. Er bestaan ook sterke aanwijzingen voor de kankerverwekkendheid van aspartaam uit – bekritiseerd – dieronderzoek.
De voorgenomen opname van aspartaam in IARC’s Groep 2A van substanties met een mogelijke carcinogene werking voor de mens is een tweede tegenvaller voor de voedingsmiddelenindustrie in korte tijd.
Afgelopen mei publiceerde de WHO een richtlijn die tegen het gebruik van niet-suikerhoudende zoetstoffen adviseert. ‘Het is nodig dat mensen andere manieren overwegen om hun inname van vrije suikers terug te brengen’, citeerde MMV de directeur Voeding en Voedselveiligheid bij de Wereldgezondheidsorganisatie Francesco Branca bij die gelegenheid. ‘Bijvoorbeeld door voedsel te eten waar van nature suiker in voorkomt.’
Branca wees op het feit dat zoetstoffen geen ‘essentiële bouwstenen’ zijn en geen voedingswaarde hebben. Het enige gezonde alternatief voor zoetstoffen volgens Branca: ‘Mensen zouden over het algemeen – en al vroeg in het leven – minder zoet moeten leren eten om hun gezondheid te verbeteren.’ De WHO-richtlijn steunt vooral op onderzoek waaruit blijkt dat het gebruik van zoetstoffen op de lange termijn niet bijdraagt aan het verminderen van overgewicht.
Eerder het omgekeerde blijkt het geval. Daarbij wees de richtlijn ook vooruit naar nader onderzoek met betrekking tot schadelijke effecten door het langdurig gebruik van zoetstoffen. Zoals een verhoogd risico op diabetes type 2, hart- en vaatziekten en overlijden. De publicatie van het rapport over de relatie tussen aspartaam en kanker op 14 juli zou daar dan het begin van zijn.
Gelekt
Persbureau Reuters bracht het nieuws over de voorgenomen classificering van aspartaam als mogelijk kankerverwekkend vorige week op gezag van ‘twee bronnen met kennis van het proces’. Parallel aan de beoordeling van het IARC loopt die van het JECFA (Joint Expert Committee on Food Additives); een gezamenlijke club van de WHO en Food and Agriculture Organisation (FAO). De bevindingen van JECFA komen eveneens op 14 juli naar buiten.
De bevindingen van beide werkgroepen waren vertrouwelijk tot half juli, vertelde woordvoerder van het IARC aan Reuters. Deze zouden ‘complementair’ aan elkaar zijn en ‘de eerste fundamentele stap om de kankerverwekkendheid te begrijpen’.
Marion Nestle, voedingsprofessor met emeritaat, schrijft in haar blog Food Politics: ‘Van mijn eigen bronnen hoor ik dat alle betrokkenen vertrouwelijkheid zijn overeengekomen. Zij verdenken vertegenwoordigers van de voedingsindustrie ervan gelekt te hebben. Dat geeft de industrie plenty tijd tot klagen en lobbyen.’ Om daar een link aan toe te voegen naar een bericht op FoodNavigator waarin een voormalige FDA-bestuurder (Food and Drug Administration) het voornemen van het IARC ‘onwetenschappelijk en politiek gemotiveerd’ noemt. Hij zegt: ‘Toxicologie is geen politieke wetenschap.’
Zowel de FDA in de Verenigde Staten als de Europese voedselveiligheidsorganisatie EFSA zien geen bezwaar in het gebruik van de aspartaam. Zoals uit de vorige week geactualiseerde pagina over aspartaam te lezen is.
IARC-classificatiesysteem
Het IARC classificeert ‘agents’ in vier groepen. Deze agents kunnen infecties zijn met virussen, bacteriën en wormen, of blootstelling aan chemische of plantaardige stoffen (zie het bericht over aristolochiazuur), medicinale therapieën, straling en complexe combinaties zoals luchtvervuiling.
Groep 1 omvat 126 agents waarvan het IARC de kankerverwekkendheid bewezen acht. In deze groep zitten bekende boosdoeners als benzeen en astbest, maar ook bewerkt vlees en houtstof. In groep 2A gaat het om 94 agents die waarschijnlijk kankerverwekkend zijn. Daaronder vallen bijvoorbeeld het cytostaticum cisplatin, rood vlees en nachtdiensten.
In Groep 2B (322 agents) gaat het om mogelijke kankerverwekkendheid. Daar vinden we behalve een lange lijst chemische verbindingen ook Ginkgo biloba-extract en radiofrequentiestraling, zoals van mobiele telefoons. En binnenkort dus ook aspartaam.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief