Vergeleken met het gemiddelde van 22 rijke landen besteden de VS twee keer zoveel geld aan kankerbehandelingen. Voor de overleving blijkt dat niet uit te maken. ‘Meer uitgeven en daarvoor minder terugkrijgen is een bekend patroon in het Amerikaanse zorgsysteem’, zegt een auteur van de studie, waaruit ook Nederland bepaald niet als het beste jongetje van klas naar voren komt.
De Verenigde Staten gaan de wereld al decennia voor in een trend die ook beleidsmakers in Europa zorgen baart, een ongebreidelde groei van de zorgkosten. De uitgaven aan gezondheidszorg per hoofd van de bevolking zijn in Amerika de hoogste ter wereld. Sinds het jaar 2000 verdubbelden deze uitgaven tot het onvoorstelbare bedrag van 3.800 miljard dollar per jaar. De uitgaven aan kankerzorg volgen deze trend; 200 miljard dollar in 2020. Gedeeld door het aantal inwoners komt dat neer op 584 dollar per hoofd van de bevolking.
‘Dat roept de vraag op naar de waarde ervan’, motiveren onderzoekers van Yale University hun onderzoek dat vorige week verscheen op JAMA Health Forum. ‘Gaan de hoge uitgaven aan kankerzorg vergezeld van lagere sterftecijfers, met name in vergelijking met andere landen met een hoog inkomen?’ Dat is niet het geval. Per 100.000 inwoners sterven er in de VS 86 mensen aan kanker. In een aantal landen zijn dat er minder, tegen kosten die in enkele gevallen dramatisch lager liggen.
Grote verschillen in kosteneffectiviteit
Finland bijvoorbeeld, heeft per 100.000 inwoners jaarlijks slechts 84 doden aan kanker te betreuren en geeft per hoofd van de bevolking slechts 179 dollar aan kankerzorg uit. Dat komt neer op 4 procent van de totale zorgkosten. Korea telt met, naar boven afgerond, 76 overlijdens de minste kankerdoden. Per Koreaan belopen de kosten aan kankerzorg 250 dollar jaarlijks. Maar als percentage van de totale uitgaven komt dit Aziatische land met afgerond tien procent het hoogste uit.
Spanje valt op door de laagste kosten per inwoner: 132 dollar, goed voor een kleine 5 procent van de totale zorguitgaven. Ook hier weinig tot geen relatie met het aantal sterfgevallen: negentig. Nederland komt zowel wat kosten als wat het aantal sterfgevallen betreft bovengemiddeld uit. Met 108 doden per 100.000 inwoners komt alleen Denemarken (114) nog slechter uit de bus. Daar staat tegenover dat de Denen minder aan kanker uitgeven (288 dollar) dan Nederlanders (367 dollar).
Als aandeel van de totale zorgkosten per persoon komt de Nederlandse kankerzorg met bijna 7 procent bovengemiddeld uit. Voor de Denen bedraagt dat percentage 5. ‘Vergeleken met de Denemarken geeft Nederland 103,5 miljoen dollar extra uit per vermeden sterfgeval’, noteren de auteurs. Zie de tabel onderaan dit artikel voor een overzicht van alle landen.
In vergelijking roken – en rookten – Amerikanen weinig. Omdat roken een risicofactor is voor verschillende kankertypen, berekenden de onderzoekers ook waar Amerika zou staan als de bevolking van de andere landen net zo weinig zou roken. Gecorrigeerd voor het aantal rokers zouden negen landen lagere kankersterftecijfers hebben dan de VS.
Dure medicijnen door ‘lakse regelgeving’
Torenhoge medicijnprijzen zijn een belangrijke oorzaak voor de stijgende kosten. Aan het begin van dit millennium kostte een nieuw kankermedicijn in de VS gemiddeld 22duizend dollar, in 2018 was dat 175duizend dollar. Amerikanen betalen de hoofdprijs voor medicijnen, die in andere landen vaak niet worden vergoed of zelfs toegelaten ‘vanwege tekortkomingen in veiligheid, werkzaamheid of kosteneffectiviteit’.
Voor de FDA, de autoriteit die over de markttoelating gaat, speelt de prijs geen rol bij de evaluatie van medicijnen, schrijven de auteurs. ‘En de FDA laat steeds meer medicijnen toe op basis van voorlopige bewijzen, inclusief niet-gevalideerde surrogaatuitkomsten.’ Met als gevolg dat veel van de gestegen medicijnenkosten voor rekening komen van ‘monoclonale antilichamen, kinase remmers en immuun checkpointremmers, die vaak marginale of onduidelijke winst qua overleving opleveren’.
Overigens hanteert de Europese Medicijnautoriteit bij nieuwe kankermedicijnen eveneens een versnelde toelatingsprocedure en wordt er een stevige lobby gevoerd om de toelating van nieuwe kandidaten verder te versoepelen. Daar staat tegenover dat het nationale autoriteiten, zoals in Nederland het Zorginstituut, vervolgens hun eigen afweging kunnen maken om een medicijn al dan niet te vergoeden.
In de VS betekent markttoelating in de meeste gevallen ook automatisch verplicht vergoeden. Het nieuwsbericht op Yale News spreekt van ‘lakse regelgeving rond de toelating en prijsvorming van medicijnen als twee sleutelfactoren die bijdragen aan de hoge prijs van de Amerikaanse kankerzorg’.
Elizabeth Bradley, professor wetenschap, technologie en samenleving zegt: ‘Het patroon van meer uitgeven en daarvoor minder terugkrijgen, is goed gedocumenteerd in het Amerikaans gezondheidszorgsysteem. Nu zien we het ook in de kankerzorg.’ Bradley, mede-auteur van de studie, zegt dat andere landen en zorgsystemen de VS veel te leren hebben. ‘Als we open konden staan voor verandering.’
Foto boven: Anna Shvets
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief