Een te hoog aandeel fructose in het dieet zou wel eens kunnen bijdragen aan het ontstaan en in stand houden van aandoeningen als ADHD, bipolaire stoornissen, manische depressiviteit en zelfs agressief gedrag. Amerikaanse wetenschappers veronderstellen een biologische link tussen fructose en gedrag.
Fructose is twee keer zoeter dan tafelsuiker. Bovendien is het met toepassing van enzymatische processen goedkoop na te maken uit maïszetmeel. Als gevolg van de overproductie van maïs veertig jaar geleden in de Verenigde Staten en de importheffingen aldaar op biet- en rietsuiker, is dit fructosesurrogaat vooral in de VS veelgebruikt.
Naast glucosesiroop uit graan, komt ‘hight fructose corn sirup’ (HFCS) ook in Europa in hoog bewerkt voedsel voor. Op het premium ijslabel van een grote Europese discounter bijvoorbeeld, is het zelfs het eerste – en dus het meest voorkomende – ingrediënt dat het etiket vermeldt. Gewone tafelsuiker, sucrose, bestaat overigens uit twee gelijke delen glucose en fructose.
Dankzij het activisme van artsen als Robert Lustig is de overconsumptie van suikers, met name fructosesiroop, in beeld als belangrijke oorzaak van (kinder)obesitas en ‘niet-alcoholische leververvetting’ (lees hier een Uitzicht-artikel over de niet-alcoholische leververvetting’). Fructose als medeveroorzaker van psychische aandoeningen is een relatief onbekende theorie.
Richard Johnson, professor aan de universiteit van Colorado – afdeling nierziekten van de medische faculteit, is hoofdauteur van een artikel in de jongste editie van vakblad Evolution and Human Behavior (klik hier voor de samenvatting) dat deze hypothese uitwerkt.
Fourageren
Harde bewijzen zijn er niet. Wel aanwijzingen en een mogelijk werkingsmechanisme. Een aanwijzing is het feit dat opkomst van fructose in het voedingspatroon en overgewicht, samengaat met de toename van ADHD, bipolaire stoornissen, manisch depressiviteit en agressief gedrag.
Als werkingsmechanisme wijst Johnson op de veranderingen die fructose op celniveau teweeg brengt. ‘We tonen aan dat fructose, door energie in cellen te verlagen, een foerageer-response activeert die gelijk is aan wat zich bij honger voordoet’, zegt hij op de website van de universiteit. Foerageren is het zoeken en vinden van voedsel.
In de evolutionaire biologie is de fourageertheorie onderdeel van de ‘gedragsecologie’. Het bestudeert hoe dieren zich gedragen bij het zoeken naar eten – fourageren – en de wisselwerking met de omgeving waarin ze leven. De foerageerresponse stimuleert risicovol gedrag, de snelheid van beslissingen nemen, impulsiviteit, agressiviteit en ‘novelty seeking’.
Dat laatste wordt in de psychologie ook wel neophilia genoemd, een eigenschap die zich kenmerkt door de neiging nieuwe ervaringen na te jagen. Het gaat samen met sensatiezucht, weinig zelfbeheersing en een afkeer van traditie, herhaling en routine. Ook met een sterke behoefte aan beloning en het vermijden van frustraties.
Fructose smaakt naar meer
Het ‘fructosereactiepad’ resulteert door het verlagen van de energie in cellen dus in trek naar meer. In de voedingsindustrie noemen ze dat de ‘dooreetfactor’. Daarbij stimuleert het de vetopslag. Een bijzonder nuttig mechanisme in tijden van periodieke schaarste. Fructose stimuleert zo op twee manieren de aanleg van vetreserves voor magere tijden.
Johnson: ‘Terwijl het fructose-reactiepad bedoeld was om te helpen overleven, is de consumptie van fructose de laatste eeuw door het dak gegaan. Het mechanisme is op hol geslagen als gevolg van de grote hoeveelheden suiker in het huidige Westerse dieet.’
We blijven van fructose dus niet alleen dooreten, stelt Johnson, het bijbehorende gedrag krijgt ook een permanent karakter. Overprikkeling van dit reactiepad door overmatig suikergebruik zou zo impulsief gedrag kunnen vastzetten. Variërend van ADHD en bipolair gedrag tot agressie aan toe.
Zetmeel, zout en urinezuur
Het artikel van Johnson c.s. gaat ook in op de rol van urinezuur. Dat komt in het lichaam vrij bij het metaboliseren van fructose. Het zou een bemiddelende rol spelen bij sommige van de hierboven genoemde processen. Chronische stimulatie van deze mechanismen, speculeren de auteurs, zou kunnen leiden tot het afvlakken van ‘hedonistische reacties’ en zo bijdragen aan het ontstaan van ‘affectieve stoornissen’ als depressie.
Hoog glycemische zout voedsel draag eveneens bij aan deze vicieuze cirkel, doordat het in ons lichaam ook in fructose kan worden omgezet. Denk hierbij aan zetmeelrijke maaltijden door een overmaat aan aardappelen, rijst en pasta. In een extremere vorm aan snacks als patat en chips.
Johnson presenteert suiker als een van risicofactoren. ‘Dat doet niets af aan het belang van genetische, familiaire, fysieke, emotionele en milieufactoren die de geestelijke gezondheid vormgeven. Wij geven suiker niet de schuld van agressief gedrag, maar stellen het liever voor als een van factoren die daar aan bijdragen.’
Dementie
Vorige maand publiceerde Richard Johnson een artikel waarin hij de fructosetheorie toepast op de ziekte van Alzheimer. Ook hier stelt hij het fructosemetabolisme als aanvullende oorzaak voor, die goed past bij de recente aandacht voor insulineresistentie en functieverlies van de mitochondriën in de hersenen.
De ‘fructoseschakelaar’ in de energiehuishouding speelt ook bij Alzheimer een belangrijke rol, vermoedt Johnson. Daarvoor heeft hij verschillende aanwijzingen:
- Onderzoeken die aantonen dat een hoge inname van fructose samengaat met afnemende cognitief functioneren in mens en dier.
- Veel risicofactoren voor diabetes (insulineresistentie, alcoholgebruik, diabetes, hoge consumptie van suikers en zoute zetmeelproducten) verhogen de productie van fructose binnen (hersen)cellen.
- In de hersenen van Alzheimerpatiënten is het fructosemetabolisme is actief.
- In de hersenen kan dit metabolisme Alzheimer onder andere op de volgende manieren bevorderen: door insulineresistentie, energietekort door disfunctionele mitochondriën, inflammatie als gevolg van het urinezuur dat hierbij vrijkomt en de vorming van amyloïde plaque (eiwitafzettingen) als gevolg van deze inflammatie, resulterend in het afsterven van hersencellen.
De volledige tekst van het artikel in Frontiers of Aging Neuroscience is gratis te lezen. Het behandelt uitvoerig de kenmerken van het fructosemetabolisme waar ook de ADHD-hypothese op steunt.
Restrictiedieet, ADHD volgens Lidy Pelsser
Na twintig jaar onderzoeken en zoeken naar financiering, publiceerde Lidy Pelsser negen jaar geleden de resultaten van haar aanpak in The Lancet. Conclusie: zestig tot tachtig procent van de kinderen in de onderzoeksgroep waren geholpen met de door haar ontwikkelde voedingstherapie. Uitgangspunt daarbij is de aanname dat voedselallergieën, -intoleranties en -gevoeligheden de symptomen van ADHD uitlokken.
Om er achter te komen welke voeding de reacties uitlokt, gaan de kinderen voor een periode van zes weken op een restrictief dieet. Eenmaal symptoomvrij worden een voor een productgroepen aan het dieet toegevoegd; de ‘provocatiefase’. Keren de symptomen terug dan is het laatst toegevoegde voedingsmiddel daar waarschijnlijk verantwoordelijk voor.
In dit interview in Psychologie Magazine uit 2013 vertelt Pelsser er meer over en gaat in op de teleurstellende reactie van het RIVM. Die stelde zich op het standpunt dat het onderzoek te weinig bewijskracht had om de methode als werkzaam te beoordelen. Belangrijkste reden was het ontbreken van dubbele blindering in het onderzoeksprotocol van Pelser.
Evidence based
De praktische onmogelijkheid om de placebogroep en onderzoeksgroep geheim te houden (blinderen) behoort tot de grootste uitdagingen in het klinische voedingsonderzoek. Met name ook voor de patiënt, want ‘onbewezen’ therapieën worden niet vergoed. Wat dat betreft heeft de Moermantherapie/NTTT met dezelfde problemen te kampen.
De laatste Uitzicht gaat hier met een artikel over evidence based medicine, door Frits Muskiet en Rineke Wisman, uitgebreid op in. In dezelfde editie een interview met Peter Voshol van het Louis Bolk Instituut, die MMV helpt met het opzetten van een alternatieve onderzoeksoptie: de keuzehulp en patientenlabs.
De voortschrijdende technologische ontwikkelingen openen ook andere, meer klinische, wegen naar bewijs. Daarom steunt MMV ook het onderzoek van Gaston Remmers financieel en roept mannen met prostaatkanker op tot deelname. Onderdeel hiervan is, via de bepaling van specifieke metabolieten in het bloed, na te gaan in hoeverre bepaalde fytonutriënten in het lichaam worden opgenomen en omgezet.
Ook Lidy Pelsser zoekt het nu in deze richting. In samenwerking met de WUR gaat zij in het laboratorium op zoek naar microbiologische aanwijzingen voor ‘ADHD-verdachte’ voedingsmiddelen.
Beeld: “NutriGrain bars made of high fructose corn syrup, corn syrup, plutonium, dogshit, barbed wire, etc, Magic Kingdom, Walt Disney World, Orlando, Florida, USA.JPG” by gruntzooki is licensed under CC BY-SA 2.0
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief