Eiwitbeperking is een realistische strategie om tumoren gevoeliger te maken voor behandeling, concluderen onderzoekers in de British Journal of Cancer. Ze doen dat op basis van cel- en proefdieronderzoek. Een laag-eiwitdieet zal op zichzelf geen behandeling zijn.
De celstofwisseling is een onlosmakelijk onderdeel van hoe cellen zich aan stress aanpassen. Of (tumor)cellen aanslagen op hun leven doorstaan, hangt voor een belangrijk deel af van hoe goed ze er in slagen hun DNA te repareren. Of hoe snel en hoeveel antioxidanten ze kunnen produceren om vernietigende zuurstofradicalen onschadelijk te maken. Voor beide mechanismen is de beschikbaarheid van aminozuren cruciaal.
Aminozuren zijn de bouwstenen van eiwitten. Er zijn er ruim twintig van en daaruit kan een lichaamscel meer dan een miljoen verschillende eiwitten formeren. De helft van de benodigde aminozuren kan het lichaam zelf aanmaken, de andere helft moeilijk of niet. Deze essentiële en semi-essentiële aminozuren moeten uit de voeding komen.
Serine en glysine
Het onderzoek naar eiwitrestrictie in relatie tot tumorgroei is niet van gisteren. Tal van aminozuren zijn daarbij al onder de loep genomen en ook de bovengenoemde studie onderzocht wat onthouding van specifieke aminozuren in tumorcellen teweeg bracht. Zo beperkten wetenschappers van de universiteit van Glasgow en het Memorial Sloan Kettering Cancer Centre in New York zich tot het niet-essentiële serine en het semi-essentiële glysine.
In cellijnen en organoïden van verschillende tumortypes en in proefdieren konden ze aantonen dat de afwezigheid van deze aminozuren het vernietigende effect van bestralingen duidelijk versterkte. In proefdieren was het alleen mogelijk de aanwezigheid van deze aminozuren te beperken, maar ook daar was het effect aantoonbaar.
In de Britisch Journal of Cancer doen ze uitgebreid uit de doeken welke methoden en technieken ze gebruikten om aan te tonen via welke wegen dat gebeurde. De chaos in de ‘uitgehongerde’ cellen was onder meer te danken aan de ontregeling van de citroenzuurcyclus. Allerlei medicijnen die zijn uitgevonden om precies datzelfde te bereiken, hebben hun belofte in de praktijk echter niet waar kunnen maken, schrijven de auteurs.
Dat heeft alles te maken met het enorme aanpassingsvermogen van cellen om hun werk met andere middelen voort te zetten. ‘Liever dan complete metabole routes af te sluiten (wat waarschijnlijk eerder vergiftiging veroorzaakt), gebruik je een alternatieve aanpak. Een aanpak die verschillende metabole routes raakt, maar dat doet door voorraad precursors (voorloopstoffen, red.) te verwijderen. Een zo’n strategie die preklinische belofte toont in een brede range van kankermodellen is nutriëntenbeperking via het dieet.’
Alleen tijdelijk
Een gezond dieet uitkienen waarin deze aminozuren niet in voorkomen, zal niet mogelijk zijn. Serine zit behalve in vlees en vis, veel in sojabonen, pinda’s, amandelen, walnoten, eieren, kikkererwten en linzen. Het semi-essentiële glysine zit eveneens in veel peulvruchten, vlees, vis en zuivel. Ook gezien het veel voorkomende probleem van spierverlies bij kanker en het belang van voldoende eiwitten om dit tegen te gaan, is eiwitbeperking geen goed idee voor de lange termijn. Een laag-eiwitdieet kan op zichzelf dus geen behandeling zijn, maar wel complementaire waarde hebben.
Dat toonde de klinische studie in Leiden waar MMV onder andere hier over berichtte. Weliswaar ging het om calorierestrictie (licht vasten) in de aanloop naar chemotherapie, in het dieet was met name het aandeel van eiwitten laag. Overigens was het probleem waar de onderzoekers tegenaan liepen niet dat hun patiënten te veel gewicht verloren of verzwakten, maar dat veel deelnemers het vasten niet volhielden.
Foto: Foto door Katerina Holmes
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief