Risicobeoordelingen van potentieel schadelijke stoffen baseren zich in de regel op proefdieronderzoek. De veilige grenzen voor blootstelling van mensen worden afgeleid van de dosering die proefdieren ziek maakt. Spaanse onderzoekers draaiden deze logica om. Ze keken wat een combinatie van schadelijke stoffen deed met de ontgifting. En vestigen de hoop op selenium.
De stoffen waarmee de onderzoekers van de universiteiten van Cordoba en Huelva aan de slag gingen, liggen op het eerste gezicht niet allemaal even voor de hand. Diclofenac kennen we bijvoorbeeld als een weinig effectieve maar tamelijk gevaarlijke ontstekingsremmer en pijnstiller – die desondanks bij de drogist nog altijd vrij verkrijgbaar is. De beste kans om maagbloedingen, darmproblemen, hart- en nierfalen als bijwerkingen van deze – en andere – NSAID’s te voorkomen, is ze niet te slikken. Toch?
Een kort bezoek aan Wikipedia leert echter dat de Bengaalse gier is uitgestorven sinds de introductie in 1990 van diclofenac als diergeneesmiddel. In India blijft dood vee op het land achter. ‘Wanneer deze vogels de kadavers eten, worden ze door het opgehoopte diclofenac vergiftigd en sterven ze aan nierfalen.’ Desondanks liet de EU diclofenac in 2013 toe voor gebruik in de veeteelt.
Op vragen uit het Europees parlement verscheen een dik rapport van Europese Medicijnautoriteit dat concludeerde dat ‘aanvullende maatregelen nodig zijn om het risico te managen’. Overigens vond een onderzoek uit 2020, uitgevoerd door de Vulture Conservation Foundation, nog geen gevallen van diclofenacvergiftiging onder de aasgieren in Spanje en Portugal.
Flumequine was het tweede medicament dat de Spaanse onderzoekers voor hun experiment uitzochten. Een synthetisch antibioticum uit een groep die in mensen slechts beperkt, maar in de viskwekerij en veeteelt ruim wordt ingezet. Overblijfselen van dit antibioticum in slachtdieren lokten discussie uit naar aanleiding van bewijzen over de kankerverwekkendheid ervan – die later weer werden ingetrokken.
Zware metalen
De andere stoffen in de ‘cocktail’ waren arsenicum, kwik en cadmium. Bij arsenicum denken we in eerste plaats aan rijst en rijstwafels. Het komt volgens de American Cancer Society ook voor in drinkwater, vis, kip, paddenstoelen en sommige vruchtensappen. Wellicht is de keuze voor kwik ingegeven door het feit dat Spanje en Italië samen goed zijn voor de helft van de wereldproductie. De belangrijkste blootstelling via het voedsel is via vis; een voedselbron die in de Spaanse richtlijnen een belangrijke plaats inneemt.
Cadmium krijg je binnen, ook als je niet rookt. Het komt in de voedselketen via planten die het opnemen en de dieren die deze eten. Om die reden komen – als het goed is – met cadmium vervuilde gronden niet voor landbouw in aanmerking. Maar in kleine hoeveelheden geraakt dit zware metaal, onder meer door het gebruik van kunstmest, toch in de voeding. Voor al deze stoffen bestaan wettelijke limieten. Blootstelling beneden deze limieten geldt als veilig.
Leverschade voorkomen met selenium?
‘Deze vervuilingen komen ruimschoots in het milieu voor, stapelen zich op in de voedselketen en zijn giftig voor mensen’, schrijven de biochemici en moleculair biologen in vakblad Science of The Total Environment. ‘In combinatie kunnen ze met elkaar interacteren en hun individuele toxiciteit vergroten.’ In de samenvatting valt te lezen dat de onderzoekers, aan de hand van een paar honderd eiwitten in de lever, herleiden welke stressreacties de giftige cocktail na twee weken opwekte. Reacties die in principe toewerken naar ontgifting, maar waarvan de intensiteit deze ontgifting juist belemmert. ‘Aldus de biosynthese van vetten en leververvetting versterkend.’
Dezelfde analyses in een groep muizen die naast de cocktail ook selenium kreeg, wezen uit dat de levereiwitten duidelijk in mindere mate veranderden. ‘Hetgeen suggereert dat het gebruik van dit sporenelement als voedingssupplement, leverschade als gevolg van blootstelling aan milieuverontreinigingen op z’n minst gedeeltelijk goed maakt.’
Over de dosering van de selenium zegt de samenvatting niet meer dan dat deze ‘laag’ was. Het nieuwsbericht op de universiteitswebsite stelt dat selenium van zichzelf een oxidant is. ‘Maar in lage doseringen activeert het reacties op een gecontroleerde manier en bereid het lichaam voor op een betere verdediging.’
Selenium is ook van groot belang voor de werking van het immuunsysteem en hoogstwaarschijnlijk komt de gemiddelde Nederlander niet aan de noodzakelijke dagelijkse inname. Eerder berichtte MMV ook over de rol van selenium en lichaamsbeweging bij de vorming van nieuwe hersencellen.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief