Fitnessapps geven boodschappen met de bedoeling gebruikers te motiveren meer te bewegen. Canadees onderzoek vond dat informatie die de nadruk legt op ziekte en overlijden het effectiefst motiveerde.
‘Met dit tempo behoort u tot de beste veertig procent van de mannen van uw leeftijd’, concludeert de app die bij het sporthorloge hoort. Een vrolijke coach roept de bezitter van de telefoon via een tekstballonnetje toe: ‘Nog 15 minuten in je Conditie hartslagzone vandaag. Ga nu op weg!’ Het ego wordt gestreeld met ondefinieerbare begrippen: ‘Gefeliciteerd, je fitnessleeftijd is geweldig!’
Een populaire app zoals Strava draait ook zonder sporthorloge. De competitieve inslag is dezelfde. De gebruiker kan ‘kudo’s’ scoren voor elk gelopen rondje, ‘local legend’ worden op bepaalde segmenten en zich laten uitdagen door alle ‘challenges’ waar mede-appgebruikers zich toe hebben laten verleiden.
Ook op wandel-app Ommetje is positiviteit troef. Wandelen maakt productiever, energieker en creatiever. Ook het competitieve element heeft een belangrijke plek in de wandelapplicatie van de Hersenstichting. ‘Zo motiveer je elkaar om dagelijks een Ommetje te maken.’ Bij thuiskomt beloont Ommetje de wandelaar op een van de zestig ‘interessante hersenfeitjes’ van televisieprofessor Eric Scherder.
Weetje nummer zes: ‘Wist je dat regelmatig bewegen creativiteit kan stimuleren?’ Weetje veertig wijst op het feit dat de hersenen naast voldoende beweging ook ‘gezonde voedingstoffen’ nodig hebben en weetje 22 meldt dat beweging het natural killercellen doet stijgen. ‘Dat zijn de cellen die virussen aanpakken. Bewegen verhoogt dus je weerstand!’ Met het vergaren van weetjes zijn medailles te winnen.
Dat mag allemaal best wat negatiever, suggereert het onderzoek waarop gezondheidswetenschapper Kiemute Oyibo promoveerde aan de Waterloo University, Canada.
Tijd voor ziekte
Wat de bijna 700 proefpersonen bovengemiddeld aangaven te motiveren, waren boodschappen die zich richten op ziekte en dood. Bijvoorbeeld: ‘Zij die geen tijd vinden voor beweging, zullen tijd moeten vinden voor ziekte.’ Of onder verwijzing naar de Wereldgezondheidsorganisatie: ‘Zes procent van de wereldwijde sterfte wordt veroorzaakt door fysieke inactiviteit.’
Dat motiveerde meer dan de cijfers over hoeveel mensen in Canada obees zijn – een op de vier – en wat dit de samenleving jaarlijks kost – bijna 7 miljard Canadese dollar. Of de wetenschap dat het sociale stigma op obesitas vergelijkbaar is met discriminatie op etnische afkomst.
Deze uitkomsten relateerde Oyibo aan drie andere elementen die geacht worden bepalend te zijn voor het slagen van oefenprogramma’s: vertrouwen in het eigen doorzettingsvermogen, verwachte resultaten van de oefeningen en voornemens over zelfregulatie. Alle drie toonden een sterk verband met de aan ziekte- en dood gerelateerde stellingen.
Depressief doorgaan
Het vertrouwen een gegeven oefening uit voeren, moesten de deelnemer scoren op een schaal van één tot zeven. Aan de hand van vragen als: Zelfs als je zorgen en problemen hebt? Zelfs als je gedeprimeerd bent? Zelfs als je gespannen bent? Zelfs als je moe bent? Zelfs als je het druk hebt?
Een schatting van het vermogen tot zelfregulatie scoorde de onderzoeker aan de hand van de mate waarin de deelnemers het eens waren met verschillende tactieken om het wekelijks gemiddelde te halen, van bijvoorbeeld push ups. Bijvoorbeeld: Ik ga een doel stellen. Ik ga een serie stappen ontwikkelen om mijn wekelijke doel te behalen. Ik zal proberen het gestelde doel te behalen. Ik maak mijn doel openbaar door anderen er over te vertellen.
Van hoge scores op te verwachten positieve resultaten wordt aangenomen dat het eveneens bijdraagt aan het daadwerkelijk uitvoeren van oefening. Hier gaven de deelnemers punten aan acht stellingen:
‘Deze oefening zal: Mijn vermogen verbeteren de dagelijkse werkzaamheden uit te voeren. Mijn fysiek functioneren in het algemeen verbeteren. Mijn botten versterken. Mijn cardiovasculaire systeem verbeteren. Mijn spierkracht vergroten. Mijn sociale status verbeteren. Mij in gezelschap meer op mijn gemak doen voelen. Mijn acceptatie door anderen verhogen.’
Vrouwelijke en mannelijke deelnemers scoorden ongeveer gelijk. Uitgezonderd op het stigma over obesitas. Daar liet bij vrouwen een significant verband zien met positieve score op het element de ‘resultaatverwachting’.
In theorie
Kiemute Oyibo noemt in zijn artikel in Information een hele rij beperkingen bij de resultaten. De belangrijkste is wel het theoretische karakter van zijn onderzoek. In theorie zijn het overtuigingen gecombineerd met waarden en motieven die houdingen – attitudes – opleveren, die op hun beurt weer in gedrag resulteren. Maar of Oyibo’s proefpersonen de daad bij het woord hebben gevoegd is niet onderzocht.
‘Deze bevindingen geven ontwerpers van fitnessapps een basis’, concludeert Oyibo, ‘om als meer boodschappen te benutten die gerelateerd zijn aan ziekte en dood; als een methode om mensen tot gedragsverandering te overreden.’ Zelf wil de promovendus graag verder vorsen naar demografische effecten zoals leeftijd, etnische afkomst, opleiding en dat ook in andere landen dan de VS en Canada.
‘Digitale gezondheid’ – beter bekend als E-health – en gamification zijn met de opkomst van internet en smartphone een onderwerp onderzoek. MMV berichtte over een app die kan helpen impulsieve ongezonde eetneigingen af te flauwen. En over een studie die aannames over het stellen van doelen aan een praktijktoets onderwierp. De verrassende uitkomst daarvan was dat doelen stellen pas wat opleverde als ze meteen gehaald werden.
Beeld: Hersenstichting
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief