Toch hield de therapeut de patiënt een tijdlang in zijn greep. Dat maakte Jeroen Geurts kwaad. Het ging hier om een behandeling die niet degelijk is onderzocht. Geurts is een vooraanstaand wetenschappers en voorzitter van Zonmw. Die organisatie financiert gezondheidsonderzoek. Je zou ook kunnen zeggen: ze verdeelt de onderzoeksmiljoenen die de overheid beschikbaar stelt.
Vanwege de ervaringen met zijn zwager zou je denken dat Geurts een broertje dood heeft aan alles wat alternatief en complementair is. Toch valt dat reuze mee. “Complementaire zorg wordt namelijk op grote schaal gebruikt”, zegt hij in NRC. “Zesentachtig procent van de mensen met gewrichtsaandoeningen kiest voor complementaire zorg. Voor vrouwen met borstkanker is dat vierenveertig procent. Voor kinderen die een kinderarts bezoeken betreft dat dertig procent.”
Gebruikers van complementaire zorg houden hun mond
Ook wijst hij er fijntjes op dat maar liefst tweeënnegentig procent van de ziekenhuizen enige vorm van complementaire zorg biedt, van acupunctuur tot ontspanningsoefeningen. Geurts: “Een groot deel van de dagelijkse werkelijkheid onttrekt zich op deze manier aan het zicht van de behandelend arts. Kritische wetenschappers kunnen vinden wat ze vinden, maar de realiteit haalt ons in. Zorgwekkend daarbij is dat zestig procent van de gebruikers van complementaire zorg hun mond houdt tegen hun hoofdbehandelaar of huisarts, vaak uit angst dat hun keuze voor dit type zorg wordt afgewezen. Wanneer de complementaire interventie schadelijke gevolgen heeft wordt dit dus niet openbaar. Overigens, als een interventie wél veilig en effectief is ook niet.”
Kortom, er is onderzoek nodig, aldus Geurts. Moet dan alles maar worden onderzocht? Klankschalen, kleurentherapie, Chinese kruiden? “Nee, daar zijn de middelen te schaars voor. Complementaire therapieën missen vaak niet alleen wetenschappelijke onderbouwing, maar zelfs enige vorm van redelijkheid a priori. Hoe zou homeopathie ooit effectief kunnen zijn als er door eindeloos verdunnen geen enkel werkzaam molecuul overblijft in het ‘medicijn’? Chakra’s en energiebanen ben ik in het anatomisch laboratorium nog nooit tegen gekomen. En toch zijn er ook complementaire behandelingen die gewoon blijken te werken. Dankzij gedegen wetenschappelijk onderzoek (ook in ons land) zijn er bewijzen voor werkzaamheid van omega-3 vetzuren voor agressieregulatie. En voor pepermuntolie en hypnotherapie bij het prikkelbare darmsyndroom, muziek voor operatiepatiënten en mindfulness voor mensen met depressie.”
Ook onderzoek naar poeptransplantatie
De wetenschap zou moeten onderzoeken wat in beginsel ook onderzoekbaar is, vindt hij. Onderzoek dus naar therapieën waarvan het werkingsmechanisme (enigszins) aannemelijk gemaakt kan worden. Als voorbeeld noemt hij chiropractie. “Er zijn ook deskundigen die een meer pragmatisch standpunt innemen: ook al ken of begrijp je het werkingsmechanisme niet, je kunt gewoon effectiviteitsonderzoek doen door twee behandelingen met elkaar te vergelijken.”
Hij pleit voor onbevangenheid jegens de complementaire geneeskunde. ” Vanuit een onbevangen houding zijn wetenschappers ook onderzoek gaan doen naar verrassende onderwerpen als poeptransplantatie of, destijds tegen het heersende dogma in, naar een bacterie als maagzweer-oorzaak.”
Er is volgens Geurts al een flinke beweging gemaakt. Twee UMC’s, twee topklinische ziekenhuizen, een GGZ-instelling en een kennisinstituut. willen wetenschappelijk onderzoek in de eigen huizen mogelijk te maken. “Nu nog de goede onderzoeksprojecten selecteren, vanuit een open, zij het kritisch wetenschappelijk vizier.”
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief