De verkoop van de CBD-supplementen loopt ver op het wetenschappelijke bewijs vooruit. Aan het nog dunne stapeltje bewijs voegden Amerikaanse wetenschappers een studie toe. Ze ontwierpen een experiment om te bepalen of het pijnstillende imago van cannabidiol berust op een placebowerking of op een medicinaal effect. Het antwoord: een beetje van allebei.
Over een paar jaar bedraagt de markt voor cannabidiol twintig miljard dollar, schatten onderzoekers van de Syracuse University (New York), en dat maakt onderzoek naar het daadwerkelijke effect van deze componenten uit cannabis maatschappelijk relevant. Pijn is deels een subjectieve beleving die van persoon tot persoon verschillend wordt waargenomen. Daar komt bij dat het lichaam zelf ook pijnstillende mogelijkheden heeft – onder meer door de aanmaak van endorfines. Dat betekent dat het effect van pijnstillers voor een belangrijk deel op een placobo-effect kan berusten.
Om daartussen te kunnen onderscheiden ontwierp het team een aantal experimenten. Met behulp daarvan werd een aantal uitkomsten meetbaar gemaakt; zoals onder meer pijngrens, pijntolerantie, pijnintensiteit en de mate waarin een prikkel onaangenaam is. De deelnemers onderwierpen zich in een zogeheten cross over-ontwerp vier keer aan dezelfde serie experimenten, om het effect van individuele verschillen in pijnbeleving uit te vlakken.
Zo ontstonden vier onderzoeksgroepen van steeds vijftien dezelfde gezonde volwassenen. De controlegroep kreeg te horen dat ze een placebo kreeg, wat ook gebeurde. Groep twee verwachte CBD maar kreeg een placebo. De derde groep verwachte een placebo maar kreeg CBD en de vierde groep verwachte én kreeg CBD.
Pijncompensatie en pijnconditionering
De bevindingen, gepubliceerd in Experimental and Clinical Psychopharmacology, zijn alleen als samenvatting beschikbaar. Daarin staat dat er noch voor CBD, noch voor placebo duidelijke effecten gevonden werden in de uitkomsten op pijngrens, -tolerantie en –intensiteit.
Een duidelijk placebo-effect was er in de uitkomstmaat ‘compenserende pijnstilling’. In pijnonderzoek raakt dit begrip in zwang om het fenomeen te benoemen waarbij een afname in pijnintensiteit als groter wordt ervaren dan de afname in de toegediende pijnprikkel zou voorspellen.
Enigszins tegenstrijdig zijn de uitkomsten als het op ‘geconditioneerde pijnmodulatie’ (CPM) aankomt. Dit is het vermogen van het lichaam om pijnstillende systemen te activeren. Een uitgebreid artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde beschrijft een methode om dit vermogen bij patiënten te meten.
Na het vaststellen van de basisgevoeligheid voor pijn, ‘bijvoorbeeld door het meten van een drukpijndrempel’, volgt een ‘conditioneringsstimulus (doorgaans een ijswatertest)’. Herhaling van de eerste test zegt iets over het functioneren van deze conditionering. Placebodeskundige professor Andrea Evers heeft onder meer over dit fenomeen gepubliceerd, een interview met haar verscheen eerder in Uitzicht.
In het Amerikaanse onderzoek bleek dat CBD en placebo onafhankelijk van elkaar de geconditioneerde pijnmodulatie verbeterden. Terwijl twee groepen op dit punt de kleinste verandering lieten zien: de controlegroep én de groep die verteld was actieve CBD te hebben gekregen en dat ook daadwerkelijk gekregen had. Wat paradoxaal is omdat als CBD een effect heeft en apart daarvan ook de verwachting (placebo) van CBD een positief effect sorteert, je zou verwachten dat een combinatie van verwachting én CBD tenminste een gelijkwaardig effect teweeg zou brengen.
Uitkomsten ‘opwindend maar nogal complex’
‘Onaangenaamheid’ is de zesde dimensie van pijn waarin de wetenschappers het (placebo)effect van CBD onderzochten. Ten opzichte van de controlegroep – die dus niets kreeg en niets verwachtte – verminderde de mate waarin de proefpersonen een pijnprikkel als onaangenaam ervaarden in alle drie de groepen significant.
Voorafgaand aan dit onderzoek, publiceerde het team de resultaten van een literatuurstudie naar CBD als pijnstiller. In het persbericht naar aanleiding van de huidige studie zegt eerste auteur Martin de Vita dat de uitkomsten verrassen omdat het team uitging van de hypothese dat de gerapporteerde effecten puur op het placebo-effect terug te voeren zouden zijn.
Emeritus professor psychologie Stephen Maisto noemt de uitkomsten ‘opwindend maar nogal complex. Gegeven het feit dat verschillende maten voor pijn verschillend reageerden op het CBD-effect, op de verwachting, of op de combinatie van beide. Dus we zijn nog bezig uit te puzzelen wat daar achter zit.’ Een logische volgende stap, zegt Maisto is nieuw onderzoek de psychologische en de farmacologische mechanismen achter CBD.
Fybromyalgie
Vier jaar geleden verscheen in Uitzicht [2017 U02] een artikel met Mikeal Kowal die in Leiden een gerandomiseerd klinisch onderzoek leidde naar het effect van geïnhaleerde TCH en/of CBD op de pijnbeleving bij mensen met fybromyalgie. De resultaten zijn twee jaar geleden gepubliceerd in vakblad Pain en als volledige tekst toegankelijk. In het kort: alleen de combinatie van THC en CBD bleek op ‘toegediende pijn’ effect te hebben. Voor ‘spontane pijn’ werkte geen van de middelen beter dan placebo.
“CBD Cannabidol Oil Stock Photo, Free To Use” by Chemist 4 U is licensed under CC BY 2.0
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief