Over de risico’s van parabenen zijn de meningen al bijna twintig jaar verdeeld. De Europese Voedselautoriteit en ook het KWF zien in de beschikbare wetenschap geen aanleiding tegen het gebruik ervan te waarschuwen. Wellicht dat recent onderzoek uit Amerika daar verandering in brengt. ‘Zwangere en zogende vrouwen zouden moeten proberen producten met propylparabeen en andere parabenen te mijden.’
Nee, het is nog geen ‘smoking gun’ die onderzoekers van de universiteit van Massachusetts Amherst hebben gevonden. Maar wel zoveel rook dat ze vuur vermoeden. Ze ontdekten abnormale veranderingen in de borstklieren van zogende muizen die vanaf de zwangerschap kleine doseringen propylparabeen hadden gekregen.
Vergeleken met de muizen die niet aan het conserveringsmiddel waren blootgesteld, constateerden de onderzoekers een verhoogd niveau van celproliferatie. Wat op zichzelf een mogelijke risicofactor voor borstkanker is. Daarbij was de structuur van het epitheel minder stevig, hadden ze minder types immuuncellen en dunner verbindingsweefsel – periductaal collageen.
In de loop van de zwangerschap bereiden borstklieren zich voor op de productie van melk. Dat gebeurt onder invloed van hormonen. Algemeen wordt aangenomen dat deze aanpassingen bescherming bieden tegen de ontwikkeling van borstkanker. Raakt dit proces – deels – verstoord, zo is de gedachtegang, dan zou daarmee ook de bescherming tegen borstkanker ook weg kunnen vallen. Of dat in de praktijk ook zo uitpakt, moet toekomstig onderzocht uitwijzen. De uitkomsten van deze studie zijn alvast wel een sterke aanwijzing dat propylparabeen een hormoonverstorende stof is.
Lage dosering
De zwakke oestrogene werking van parabenen vormt volgens de meeste gezondheidsautoriteiten bij normaal gebruik geen bedreiging voor de gezondheid. Ook niet voor van zwangere vrouwen of hun baby’s. Wat dit onderzoek bijzonder maakt is dat er ook bij lagere dosering effecten zichtbaar werden.
‘Wij hebben aangetoond dat propylparabeen de borstklieren van muizen verstoort’, zegt milieuwetenschapper Laura Vandenberg op de website van de universiteit. ‘Bij blootstellingsniveaus die voorheen als veilig golden, gebaseerd op de resultaten van industrie-gesponsorde studies. We zagen ook effecten van propylparabeen na veel lagere doseringen, vergelijkbaar met wat mensen binnen krijgen.’
Mede-onderzoeker Joshua Mogus raadt zwangere en zogende vrouwen aan uit voorzorg alle parabenen te mijden. Voor zover dat mogelijk is. ‘Deze chemische stof wordt zo breed ingezet dat het wellicht onmogelijk is ze helemaal te ontlopen. Het is hoog nodig instanties die verantwoordelijk zijn voor de volksgezondheid hormoonverstorende chemicaliën op de politieke agenda zetten.’
Het onderzoek verscheen onlangs in Endocrinology, het tijdschrift van de Endocrine Society en is alleen als samenvatting vrij toegankelijk.
E-nummers 214 – 219
In Europa zijn parabenen toegestaan als conserveermiddel in voeding, cosmetica, verf, lijm en medicijnen. In 2005 besloot de Europese Commissie het gebruik van propylparabeen (E-216) als aromastof in voedselproducten niet meer toe te staan. Het lijkt er op dat Europese producenten het gebruik in voeding vrijwillig beperken; parabenen zijn zelden op een voedseletiket terug te vinden.
In cosmetica is het gebruik ervan gebruikelijker. In deze uitzending besteedt Tros Radar aandacht aan een recent onderzoek van Stichting Tegengif. Deze onderzocht 111 populaire verzorgingsproducten en vond in zestig procent hormoonverstorende stoffen.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief