Een stevige wandeling stimuleert de stofwisseling, het immuunsysteem en de stemming. Wandelen in de natuur heeft daarbij een streepje voor dezelfde activiteit in een stedelijke omgeving. Steeds meer mensen leven echter in de stad. Een experiment met ruim honderd wandelaars toont dat ook daar blijer stemmende kijkkeuzes te maken zijn.
Als we een wandeling maken dan zijn we sterk geneigd de aandacht op mensgemaakte constructies te vestigen. Daarnaast kijken we meer naar de grond dan dat we blik omhoog richten, een gewoonte die vooral bij ouderen sterk is. Dat blijkt uit recente studies met mobiele ‘eye tracking’ technologie, speciale brillen en software die het mogelijk maken de bewegingen van de ogen te volgen. Maakt het wat uit als je deze onbewuste kijkvoorkeuren doorbreekt, vroegen onderzoekers van Bangor University uit Groot Brittannië en van het Israëlische Instituut voor Technologie zich af.
Een relevante vraag, maken zij in vakblad People and Nature duidelijk. Want leven in de stad gaat gepaard met een wel twintig procent hoger risico op een psychische aandoeningen; depressie en angststoornissen voorop. Daarbij is zowel bewegen, buiten zijn als natuurbeleving bewezen gunstig voor de fysieke en mentale gezondheid. Zelfs als die natuur slechts als beelden tot ons komt, bijvoorbeeld via het venster of een beeldscherm.
‘Het blootleggen van simpele gedragsveranderingen die individuen in hun dagelijks leven kunnen toepassen om hun mentale gezondheid te verbeteren’ schrijven de auteurs, ‘kan leiden tot meer welzijn.’ Daartoe ontwierpen zij een experiment waar stedenbouwkundigen en planologen hun voordeel mee kunnen doen, maar vooral ook de wandelaar.
Groen en grijs
Ze zetten een wandelroute van 45 minuten uit door de Israëlische stad Haifa. Daar stuurden ze drie groepen van 39 wandelaars langs die voorzien waren van oog-volgtechnologie. Een groep kreeg vooraf de instructie naar ‘groene’ elementen in het straatbeeld te kijken. In het jargon van stedenbouwkundigen betekent dat gras, bloemperken en bomen. Een tweede groep kreeg de instructie naar de grijze elementen te kijken, dat wil zeggen gebouwen en infrastructuur. De derde groep kreeg geen kijkinstructies. Tien keer werd de wandeling onderbroken op plekken waar danwel het groen, danwel het grijs nadrukkelijker aanwezig was. De derde groep kreeg geen instructies.
Voorafgaand en na afloop van hun wandeling maakten de deelnemers verschillende tests. Deze gaven een indicatie van waar ze stonden voor wat betreft cognitie, stemming, angst/stress en het gevoel van herstel dat ze bij zichzelf waarnamen. Analyse van de oogbewegingen wees uit of de deelnemers zich aan hun opdracht gehouden hadden. Dat bleek het geval.
Dus kon de kijkdata vergeleken worden met de (veranderingen in) mentale data. Daaruit kwamen verschillen tevoorschijn tussen de groepen voor wat betreft stemming, angst/stress en gevoeld herstel. Op cognitieve vlak (geheugen en concentratie) waren geen verschillen.
Het duidelijkste waren de uitkomsten bij angst/stress en het gevoelde herstel. Daar ging een groter aantal minuten kijken naar groen duidelijk samen met meer herstel en minder onrust. Bij de ‘grijze groep’ was dat precies omgekeerd. De gunstige effecten waren het sterkst bij bomen.
Foto Wikimedia
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief