Je wilt bewegen, maar is het verstandig als je last hebt van ondergewicht bij kanker? Daarover wisselden een arts, oncologisch fysiotherapeut en ervaringsdeskundige hun kennis in een online sessie. ‘Bewegen is altijd aan te bevelen. Maar bij ziekte: niet teveel en niet te intensief.’
‘Ons lichaam is eigenlijk een zak – de huid – met daarin een hele grote biochemische fabriek’, begint arts voor integrale geneeskunde Kees Rhee zijn verhaal. ‘Aan ons de taak om die fabriek op de juiste manier te gaan besturen.’ De vraag is: hoe kunnen we ons immuunsysteem versterken als er sprake is van ondergewicht bij kanker? Matig intensieve, maar regelmatige spiertraining, is aan te bevelen, aldus Rhee. Waarom bewegen belangrijk is? Je geeft je immuunsysteem, je spieren en doorbloeding tegelijkertijd een stimulans door beweging en sport.
‘Als we bewegen, treedt een milde ontstekingsreactie op’
Hoe dat werkt? Als we gaan bewegen, treedt een milde ontstekingsreactie op in de spieren. Dit gebeurt met TH-1 cytokines die het immuunsysteem aanmaakt. De ontsteking wordt geremd door TH-2 cytokines. Die brengen de TH-1 activiteit weer tot rust. ‘Een goed evenwicht tussen TH1 en TH2 activiteit is belangrijk voor een goede gezondheid.’ Met een afbeelding verduidelijkt Rhee deze les fysiologie en immunologie.
Trainen kost energie. Het lichaam heeft twee manieren om energie te creëren. Dat kan op een langzame of op een snelle manier. Het verschil zit in het verbruik van zuurstof tijdens het sporten. Rhee geeft aan dat de langzame ‘aerobe’ manier van verbranden de voorkeur heeft voor mensen met een kwetsbare gezondheid. In aanwezigheid van voldoende zuurstof en glucose ontstaat een langzame, maar volledige verbranding waarbij 36 energie-eenheden (ATP) worden gevormd.
Bij zuurstoftekort – topsport, hijgen! – kent het lichaam een tweede route, legt Rhee uit. Hierbij worden zonder zuurstof via onvolledige verbranding uit evenveel glucose, maar nu razendsnel, slechts 2 eenheden ATP gevormd. Deze snelle manier van ‘anaerobe’ verbranding noemt hij ‘fakkelverbranding’. Omdat via op deze manier uit veel méér glucose veel minder energie (ATP) en veel meer afvalstoffen worden gevormd, is dit roofbouw voor het lichaam en bij kanker zeer ongewenst, aldus Rhee. ‘Dus bewegen, ja. Maar voorkom dat het lichaam overschakelt op de fakkelverbranding.’
‘Geef vooral je grote spieren aandacht’
Rhee toont een beeld waarop de gewenste intensiteit in een grafiek staat afgebeeld. ‘We moeten een activiteit doen in de buurt van 3, 4: fietsen, wandelen zwemmen, eenvoudige oefeningen op de sportschool. Als je tijdens het bewegen nog een gesprek kan voeren, is het prima. Raak je buiten adem en ga je hijgen, dan zit je in de fakkelverbranding. Je herstel van het bewegen duurt dan langer en in een tijd dat je kwetsbaar bent, is dat ongunstig voor je gezondheid.’
Je hebt dus twee keer een keuze, zegt Rhee. ‘Bewegen: ja. En de tweede keuze is: niet teveel en rustig. Anders doe je jezelf meer kwaad dan goed.’ Dat beaamt Antoinette Straver, oncologie fysiotherapeut, volmondig. ‘Door te bewegen, maak je je spieren een klein beetje kapot, daarna bouwen ze weer op’, klinkt haar uitleg van bovenstaand verhaal van Rhee.
Ga bij het trainen gericht te werk, vult zij aan. Geef vooral je grote spieren aandacht. Die in je armen, benen, bilspieren. Doe het in korte sessies, bouw een beweegschema in overleg met een professional op en zorg voor voldoende rust, zodat de spieren kunnen herstellen. ‘Neem na een training minimaal 24 uur rust om de spieren daartoe de kans te geven. Zorg voor voldoende nachtrust.’
In het revalidatiecentrum waar zij werkt, merkt ze vaak dat mensen onzeker zijn. Vaak vragen ze: ‘Wat is raadzaam?’ Bespreek dit met een professional, adviseert zij. ‘Een diëtist of een fysiotherapeut of allebei. Ga niet in je eentje het wiel uitvinden, anders help je jezelf van de regen in de drup.’
En passant komt ook een paar keer het onderwerp voeding ter sprake. Wat te eten voor een goed herstel na de beweging? Voldoende hoogwaardige eiwitten. Daarover ging het uitgebreid in een vorige sessie. Geen ‘nutridrankjes’ als het aan arts Kees Rhee ligt. ‘Die zijn misdadig zoet voor mensen met een kwaadaardige aandoening. Protëineweipoeder is een goed alternatief.’
‘Intensief sporten is voor mij funest’
Maaike de Vette, werkzaam in het onderzoeksteam, vertelde over haar persoonlijke ervaringen met beweging en ondergewicht door ziekte. Vanaf haar 13e is ze chronisch patiënt: reuma (de ziekte van Bechterew met artrose en Crohn) en een hartafwijking.
Desondanks deed ze veel aan sport in haar jeugd. Dansen en voltige – turnen op een galopperend paard – zelfs op topniveau. Maar ze was veel uit de running als gevolg van ziekte en klachten. Door de pijn en frustratie stopte ze uiteindelijk met sporten op haar 17e. Het was het begin van een negatieve spiraal. ‘Ik ging minder bewegen, en kreeg daardoor minder eetlust en ondergewicht.’ Ook werd de voeding die ze at niet goed opgenomen, vanwege infecties in haar maag en darmen.
Toen ze als twintiger weer begon met bewegen, zag ze haar gewicht toenemen.’ Wat De Vette leerde is dat zij vooral niet intensief moet sporten. ‘Ik krijg daarna direct de rekening gepresenteerd.’ De afgelopen jaren vond zij een balans in de omgang met voeding, beweging en gewicht. Ze deelde de oplossingen die voor haar werken. Les1: Overweeg ‘homebased’ bewegen: ofwel thuis. ‘Ik beweeg thuis. Ik heb een serie bewegingen die ik overal kan doen. Dat maakt het voor mij gemakkelijk om het vol te houden.’ Les 2: Beweeg niet te intensief. ‘Hoe zwaarder ik train, hoe meer pijn ik de volgende dag heb.’ Les 3: Bouw je training op. ‘Ik begin met stretchen en wat lichte yoga en dan een serie bewegingen die past bij mijn gevoel van die dag.’
‘Bekkenbodemspieren train ik onderweg in de auto’
Ze benadrukt dat de beweegmogelijkheden voor iedereen anders zijn. Haar tips stammen uit puur persoonlijke ervaringen van iemand met een zeer sportieve instelling. Iemand die het leuk vindt om te bewegen, dus: ‘Ik doe yoga in bed of op de bank voor de tv, in de badkamer en keuken. In de auto onderweg doe ik oefeningen voor mijn bekkenbodem, een aantal spierkracht oefeningen doe ik tegen de trap.’ Of als ik even naar de keuken loop voor een kop thee, doe ik in de gang een diepe kniebuiging – squad – en loop dan weer door. ‘Hoe meer ik beweeg, hoe meer honger ik heb. Voor mij is dat een belangrijk signaal, een teken dat ik goed bezig ben.’
Ze adviseert een onderhoudsplan op te stellen. Bij haar bestaat deze uit: 1 x per maand fysio- en osteopathie en pedicure. Ook heel belangrijk is ontspanning. ‘Even een dag niets. Of een keer een massage als de spieren vastzitten. Ik heb het moeten leren door ervaring, ik krijg teveel pijn als ik over mijn grenzen ga.’ Ook blijft het opletten om op gewicht te blijven. ‘Twee weken geleden had ik de griep en was ik ineens twee kilo lichter. Het is een eyeopener dat je dan niet alleen aan eten denkt, maar ook aan bewegen. Dat creëert honger.’
Stichting Tegenkracht voor een beweegplan op maat
Matijs Jansen, werkt sinds zestien jaar als coördinator bij de stichting Tegenkracht. Een stichting die mensen met kanker helpt aan een ‘beweegplan op maat’, voorafgaand, tijdens en/of na de behandeling van kanker. De stichting heeft een netwerk van zorgverleners bestaande uit fysio- en ergotherapeuten, psychologen, diëtisten.
‘Bewegen is goed voor iedereen.’ Dat blijkt ook uit de prehabilitatietrajecten in de academische ziekenhuizen. Hoeveel of hoe weinig je moet bewegen? ‘Dat is een puzzel die iedereen voor zichzelf moet leggen. Hoe lastiger de omstandigheden, hoe moeilijker die balans. Veel mensen met kanker worstelen met vermoeidheid en met het feit dat ze het vertrouwen in hun lichaam kwijt zijn.’
Ook de voeding is belangrijk. Daarom werkt Tegenkracht een netwerk van oncologiediëtisten met samenwerking in achttien ziekenhuizen. In ondervoede toestand is er sneller afname van spierkracht, slechtere conditie, genezen wonden minder goed, vergroot de kans op complicaties en een langere opnameduur, terwijl de vermoeidheid en kwaliteit van leven vermindert. Hoe eerder je er aandacht voor heb, hoe beter het is. Wacht niet te lang.’
‘Voeding en beweging versterken elkaar. Eiwitten worden door de beweging beter ingebouwd in de cel. Direct na een training of lange wandeling eiwitten eten is belangrijk voor minder verlies van spieren, een betere conditie tijdens behandeling en minder last van vermoeidheid.’
Jansen: ‘Het gaat dus om de juiste voeding op de juiste momenten en sporten en bewegen op maat waarbij je ook dagen inplant waarop het verstandiger is om energie te sparen. Het vinden van de juiste balans is maatwerk. Laat je begeleiden door professionals en begin meteen. Dat is belangrijk, anders zet je jezelf meteen op achterstand. Vaak kan een fysiotherapeut ook aan huis komen.’
Sinds 2018 investeert de MMV in onderzoek naar ‘Ondergewicht en kanker’. De afgelopen maanden werden maandelijks bijeenkomsten georganiseerd rondom de leefstijlpijlers ‘beweging, rust en herstelmomenten, voeding, verbinding (sociaal contact en zingeving)en middelengebruik (waaronder medicijnen, supplementen, tabak, drank, drugs). Verslagen en video’s van deze sessies, waarbij artsen, wetenschappers en onderzoekers tekst en uitleg gaven, zijn online terug te vinden.
Op www.gezondlevenmetkanker.nl/nieuws staan artikelen van de onderzoeksgroep over dit onderwerp.
Woensdagavond 13 december is de volgende bijeenkomst die wederom draait om de leefstijlpijler Bestaanszekerheid en ondergewicht bij kanker. Schrijf je hier in.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief