Hoe hoger de inname van flavonoïden uit voeding, hoe lager het risico op Alzheimer en daaraan gerelateerde vormen van dementie. Dat verband blijkt uit observationeel onderzoek onder Amerikaanse vijftigers van Europese oorsprong.
Onderzoekers van het Jean Mayer centrum voor voedingsonderzoek en veroudering van de Tufts universiteit in Boston, volgden twintig jaar een groep van 2.801 mannen en vrouwen die bij het begin van de studie vijftig jaar oud waren. Oudere volwassenen die voeding met weinig flavonoïden tot zich namen, ontwikkelden duidelijk vaker dementie vergeleken met leeftijdgenoten die meer bessen, appels en thee consumeerden.
Anthocyanidinen
Van de deelnemers ontwikkelden 158 personen Alzheimer en nog eens 35 personen vielen ten prooi aan Alzheimer gerelateerde dementie. Omdat de uitkomsten tussen deze weinig verschillen, vatten we ze verder samen onder de noemer Alzheimer. De onderzoekers onderscheiden zes klassen van flavonoïden. Daar van lieten anthocyanidinen de sterkste relatie zien: de groep met de laagste inname ontwikkelde vier keer vaker Alzheimer vergeleken met de groep die de hoogste inname aangaf. Bessen, aardbeien en druiven (rode wijn) zijn het rijkst aan anthocyanidinen
Flavonolen en flavonoïde polymeren
Van de zes klassen aan flavonoïden die de onderzoekers onderscheiden, sprongen er nog twee uit. De laagste consumptie van flavonolen en flavonoïde polymeren ging samen met een verdubbeld risico ten opzicht van de groep met de hoogste consumptie. Deze plantstoffen zitten veel in appels, peren en thee.
Al het plantaardig voedsel bevat flavonoïden. In hun persbericht noemen de onderzoekers donkere chocola, uien en groene thee apart als rijke bronnen van flavonoïden.
‘Kop thee per dag’
Het onderzoek, hier gratis na te lezen, toont een duidelijk verband, maar bewijst niet hard dat de genoemde voedingsmiddelen er de oorzaak van zijn. Epidemiologisch onderzoek is vooral geschikt om trends en samenhangen te destilleren uit grote hoeveelheden data. Maar het heeft zijn beperkingen, geven de auteurs aan:
‘Factoren als opleidingsniveau, roken, lichamelijke activiteit, gewicht en kwaliteit van het dieet van deelnemers in algemene zin kan de resultaten beïnvloeden. Al is daar in de statistische analyse rekening mee gehouden.’ Ook de zelfrapportage is een zwak punt. Dat weerhoudt de auteurs er niet van aanbevelingen doen.
‘Thee, speciaal groene thee, en bessen zijn goede bronnen van flavonoïden’, zegt hoofdauteur Esra Shisthar. ‘De mensen die het meest profiteren, zitten op het laagste niveau van inname. Er is niet veel voor nodig om dat te verbeteren. Een kop thee per dag en twee of drie keer per week wat bessen zou voldoende zijn.’
Mede-auteur Paul Jacques benadrukt dat een leeftijd van vijftig jaar niet te laat is om het dieet ten goede te keren. ‘Het risico op dementie begint na het zeventigste jaar echt op te lopen. Mijn boodschap is dat je bij het naderen van de vijftig serieus zou moeten overwegen gezond te gaan eten; als je dat al niet deed.’
Hoe het zou kunnen werken
De auteurs hebben wel ideeën over mogelijke werkingsmechanismes achter de getoonde verbanden. Ouder reageerbuisonderzoek, schrijven ze, suggereerde een beschermend effect op het brein door de anti-oxidatieve werking van flavonoïden. Onderzoek van meer recenter datum wijst op de bescherming van neuronen tegen neurotoxinen en het tegengaan van neuroinflamatie door flavonoïden.
Flavonoïden hebben ook via het darmbioom een immuun-regulerende – lees ontstekingsremmende – functie. Dit artikel uit Science beschrijft hoe de buikbacterie ‘Clostridium orbiscindens’ flavonoïden omzet in een product dat er toe bijdraagt dat het immuunsysteem niet ‘doorschiet’ in zijn reactie op een besmetting met een influenzavirus – en zo longschade veroorzaakt. ‘Eet meer planten voor influenzabestendigheid’, geven de auteurs de lezer mee.
Probiotische therapieën, ‘een ontluikende miljardenmarkt ’
Aangenomen wordt dat depressies en slaapstoornissen de kans op dementie verhogen. Via de omweg van het microbioom spelen flavonoïden en andere plantstoffen daar ook een rol. Tijdschrift Science bericht onder de titel ‘Ontmoet het psychobioom: de buikbacteriën die kunnen veranderen hoe u denkt, voelt en handelt’, over de inspanningen van onder meer het bedrijf Holobiome.
Deze Amerikaanse start up vermoedt een goudmijn in de bij elkaar twintig miljoen genen van de duizenden soorten microben de darm bevolken. Ter vergelijking, het menselijk DNA telt slechts 22.000 genen. Holobioom heeft naar eigen zeggen tweederde van het menselijke microbioom genetische gecodeerd en in voorraad.
Gefinancierd door durfkapitaal probeert het bedrijf aanwijzingen uit de wetenschappelijke literatuur zo snel mogelijk tot werkzame producten te promoveren. Daartoe heeft al verschillende patenten op zijn naam staan. Want psychobiotische therapieën zijn een ‘ontluikende miljardenmarkt’.
Beeld: RVG
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief