Bij het koken op gas komen verschillende schadelijke stoffen vrij. Nieuw onderzoek vraag aandacht voor een stof die nog niet eerder in de het vizier kwam: benzeen. De kankerverwekkende verbinding verspreidt zich door het huis waar het tot concentraties kan oplopen ver boven de officiële veiligheidsnormen.
Verbrandingsgassen van gasfornuizen en geisers voor warm water komen in het binnenmilieu terecht. Een geopend raam en het gebruik van een afzuigkap voorkomt dat slechts voor een deel. Behalve – het voor de mens in deze concentraties onschadelijke – koolstofdioxide (CO2), ontstaat bij de verbranding van aardgas ook koolstofmonoxide (CO), formaldehyde en stikstofdioxide (NO2).
Koolstofmonoxide hindert de celademhaling, formaldehyde is een kankerverwekkende verbinding en stikstofdioxide irriteert de luchtwegen. Deze binnenshuis geproduceerde luchtvervuiling heeft gevolgen voor de gezondheid. Een meta-analyse van 41 studies berekende een 24 procent hoger risico op levenslange astma voor kinderen die leven in een huis waar op gas gekookt wordt, en een 42 procent hoger risico momenteel astma te hebben. Een recente studie concludeert dat twaalf procent van de astma onder Amerikaanse kinderen toe te rekenen is aan het gebruik van gasfornuizen.
Benzeen en kanker
Benzeen staat wegens de kankerverwekkende eigenschappen op lijst 1 van het aan de Wereldgezondheidsorganisatie gelieerde IARC (Internationaal Agentschap van kankeronderzoek). Veel landen hanteren een veilige drempelwaarde van vijf microgram per kubieke meter, maar dat gaat over andere schadelijke eigenschappen van deze koolwaterstofverbinding, zoals het negatieve effect op de productie van bloedcellen. Voor de kankerverwekkende eigenschap van benzeen is geen veilige ondergrens te bepalen.
Om die reden stelt het Rijksinstituut Volksgezondheid en Milieu (RIVM): ‘Er kan altijd gezondheidswinst worden behaald door reductie van de uitstoot.’ Blootstelling aan benzeen verhoogt het risico op acute myeloïde leukemie, acute en chronische lymfatische leukemie, non-Hodgkin lymfoom en multipel myeloom.’
In navolging van het Europees Milieu Agentschap gaat het RIVM ervan uit dat levenslange inademing van 1,7 microgram per kubieke meter een extra kankergeval oplevert per 100.000 mensen. Bij hoge concentraties is het risico veel groter. Werknemers die gedurende hun werkzame leven aan gemiddeld 3,2 milligram werden blootgesteld hebben een risico van tot 5,1 per duizend werknemers.
De helft van het benzeen dat we inademen, komt volgens het RIVM uit het buitenland aanwaaien. Het meeste is afkomstig uit verbrandingsmotoren. ‘Andere bronnen zijn houtkachels en open haarden.’ Sigarettenrook en koken op gas worden hier niet genoemd. Dat zou wel mogen, gezien de resultaten van een studie uitgevoerd door wetenschappers aan de Stanford Universiteit in Californië, VS.
Benzeen uit gaspitten en ovens
Zij brachten meetapparatuur aan in de keukens van 87 verschillende woningen verdeeld over de staten Arizona en Californië. Daar bereidden ze steeds twee verschillende ‘maaltijden’ – gebakken bacon en zalm – met gebruik van het daar aanwezige gasstel en als het kon de oven. Koken op gas produceerde tien tot 25 keer meer benzeen dan het elektrische alternatief, rapporteren ze vorige maand in Environmental Science & Technology.
Bij het bakken op een inductieplaat kwamen geen meetbare hoeveelheden benzeen vrij. Bij het bakken op een keramische (elektrische) kookplaat werden alleen meetbare hoeveelheden geregistreerd als deze op de hoogste stand stond. Waar deze vandaan zou kunnen komen, vermeldt de tekst niet. In ieder geval niet uit het voedsel zelf.
Hoeveel van het gas in de keuken terecht kwam en hoe lang het daar bleef hangen, hing sterk van de omstandigheden af. Factoren die daarbij een rol spelen zijn in de eerste plaats hoe hoog het vuur brandt, dan de mate van ventilatie, de grootte van de keuken en of het een open of gesloten keuken is. Vast staat in elk geval dat een afzuigkap op zichzelf niet volstaat om de benzeen het huis uit te krijgen.
In zes van de woningen registreerden de onderzoekers bovendien hoeveel benzeen de verst van de keuken afgelegen slaapkamer bereikte. In twee gevallen liepen de concentraties daar over een periode van meerdere uren hoog op. De auteurs wijzen op twee situaties waarin lokale gezondheidsautoriteiten bij vergelijkbare concentraties openbare gebouwen ontruimden.
Volgens de auteurs was het nauwelijks bekend dat bij koken op gas benzeen vrijkomt en al helemaal niet om welke hoeveelheden het daarbij gaat. Hun studie toont ‘dat concentraties waarin binnenshuis benzeen geproduceerd wordt bij de verbranding van gas door kookpitten en ovens, onder omstandigheden de gezondheidsrisico’s zouden kunnen verhogen’.
De kwaliteit van de lucht binnenshuis verdient wat hen betreft meer aandacht. Dat geldt des te meer voor mensen die klein behuisd zijn. De onderzoekers onderstrepen dat met de verwijzing naar een studie onder een kleine tweeduizend Californiërs die er op uitkwam dat zij gemiddeld 87 procent van hun tijd binnen doorbrengen. De Stanford-studie is gefinancierd door de Hightide Foundation, die met dit soort sponsoring wil bijdragen aan het doel ‘de wereldwijde temperatuurstijging op maximaal 1,5 graad Celsius te houden’.
Naast de overstap van gas naar elektrisch koken, laat het binnenklimaat zich overigens ook meetbaar verbeteren met behulp van kamerplanten.
Foto door Pixabay
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief