Een en andermaal heeft het Europese voedingsbureau EFSA verklaart dat aspartaam en andere kunstmatige zoetstoffen geen kwaad kunnen. Toch is er nieuwe twijfel onstaan. Een Israëlische studie wijst op aantasting van de darmflora met alle gevolgen van dien. Gebruik van kunstmatige zoetstoffen blijkt volgens de Israëlische studie glucose-intolerantie tot gevolg te hebben bij personen die hier gevoelig voor zijn.
Hoge doses
Aan de hand van een experiment met muizen, kwamen de Israëliërs tot deze bevindingen. Hun proef bestond uit het vergelijken van muizen die elf weken lang de zoetstoffen aspartaam, sucralose en sacharine in extreem hoge doses kregen met muizen die water of water met glucose kregen. Het bleek dat de muizen die de zoetstoffen kregen, een hogere glucosespiegel hadden na de orale glucosetolerantietest (OGTT). Vooral de sacharine bleek een sterk effect op de glucosetolerantie te hebben.
Bacteriën
Een andere conclusie werd gevonden in de aanwezigheid van bacteriën. Bepaalde bacteriën bleken veel meer voor te komen bij de muizen met het zoetstofdieet. Ook werd er een verband gevonden tussen de consumptie van zoetstoffen en een verhoogd HbA1c en nuchter glucose. Om te onderzoeken of de zoetstoffen daadwerkelijk tot glucose-intolerantie kunnen leiden, deden de onderzoekers nog een klein vervolgexperiment met zeven mensen. Zij kregen een week lang de maximale veilige dosis sacharine toegediend. Na deze periode was het merendeel (vier van de zeven) minder tolerant voor glucose. Gezien hun darmflora al vóór de proef anders was, wijst dit op een rol van de bestaande darmflora bij de ontwikkeling van glucose-intolerantie door zoetstoffen.
beeld: www.liveto110.com
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief