Eerst verandert de omgeving, daarna passen de genen zich erop aan. Dat 88 procent van het leven op aarde zich ooit onder de zee afspeelde, is iets dat we goed tot ons moeten laten doordringen. Dat benadrukte Frits Muskiet tijdens zijn lezing op het jubileumcongres van MMV. ‘De sporen van het zeewaterleven dragen we nog steeds in ons en bepalen in hoge mate de deficiëntieziektes die we tegenwoordig hebben.’
‘Darwin en Moerman hadden het reeds feilloos door’, luidt de titel van zijn lezing. Maar: ‘Pioniers hebben het niet altijd helemaal aan het rechte eind’, nuanceert Muskiet, em. UMCG-hoogleraar Klinische Chemie en Pathofysiologie, zijn verhaal. Eén van de dingen die Darwin bijvoorbeeld niet goed heeft gedaan, is dat hij een spanningsveld creëerde tussen de kerk en de wetenschap. ‘Dat had niet gehoeven. De wetenschap kan nooit ontkennen dat er een god dan wel meerdere goden bestaan, maar de wetenschap houdt zich niet met deze artificiële controverse bezig.’
Zijn verhaal gaat over voeding en wetenschap. Te beginnen met een plaatje van het meest ongezonde drankje van de Verenigde Staten in 2009. ‘Dat wordt jaarlijks democratisch gekozen, zelfs Trump kan het niet afwijzen’, grapt Muskiet. Het drankje bevat meer dan 2.600 kilocalorieën, 135 gram vet, waaronder 2,5 gram van het ongezonde transvet, en 263 gram suiker. ‘Het duurt 5 minuten om het op te drinken, maar als je de calorieën wilt verbranden moet je een marathon lopen.’
Overgewicht: it runs in the family?
De samenleving heeft te maken met veel overgewicht en dat zorgt voor een hoop ziekte. Muskiet toont een afbeelding van een man met metabool syndroom die zijn gigantische buik in een kruiwagen voor zich uit meezeult. Metabool syndroom is een lichamelijke conditie die meestal samengaat met overgewicht, een verhoogd vet- en cholesterolgehalte, verhoogde glucose, hoge bloeddruk en insulineresistentie. ‘Deze mensen zitten in de wachtkamer van diabetes en het syndroom is ook gerelateerd aan kanker. Van de Nederlandse volwassenen tussen de 30 en 70 jaar lijdt 24 procent van de vrouwen en 34 procent van de mannen hieraan.’
‘Obesity runs in the family, zie je vaak. ‘Mensen zeggen: Ik ben dik, mijn moeder is ook dik en trouwens: ik heb ook zware botten’. Dat klopt wel, zegt Muskiet: de botten groeien gelukkig mee anders kunnen ze het lichaam niet dragen.’ Toch is het niet de genetische aanleg die ons dik maakt, maar de ongezonde omgeving waaraan we dagelijks worden blootgesteld. In het westen gaan we niet meer dood aan infectieziektes, maar de ziektes waar wij aan dood gaan, die hebben onze traditioneel levende voorouders niet. Terug naar vroeger kan niet, maar: ‘We moeten ons wel weer verbinden met die mensen. Als je het heden wilt begrijpen, moet je het verleden kennen.’
‘Nothing in biology makes sense except in the light of evolution’
De kern van Darwin’s pleidooi was dat eerst de omgeving verandert, en daarna pas de genetica. ‘Die hobbelt erachteraan. Muskiet’s visie bouwt daarop voort en vertaalt zich naar de evolutionaire geneeskunde; een discipline die niet in de geneeskunde opleiding wordt onderwezen. De oplossingen voor de problemen waar de medische wereld nu voor staat, zouden, zoals altijd, uit de biologie moeten komen. Zoals één van zijn idolen Theodosius Dobzhansky schreef: ‘Nothing in biology makes sense except in the light of evolution.’ In vogelvlucht neemt Muskiet zijn publiek mee door de miljoenen jaren van onze evolutie. Beginnend bij de oerknal 13 miljard jaar geleden, het ontstaan van de aarde 4,5 miljard jaar geleden, het ontstaan van leven op aarde 300 miljoen jaar later, en de zon die fotosynthese mogelijk maakte en aan de basis van alles staat. ‘Zonder zon geen leven.’
Na de Cambrische explosie – 500 miljoen jaar geleden – zijn alle soorten die we nu op het land kennen ontstaan. ‘Het lijkt lang geleden, maar op de tijdschaal van de evolutie was dat gisteren.’
’88 procent van het leven op aarde speelde zich af onder het zeewater. Daarna is het leven vanuit de zee het land op bewogen, benadrukt hij. Vissen die dat deden werden de huidige landdieren en planten ontstonden uit de algen uit de zee. De sporen van het waterleven hebben we nog steeds in ons en bepalen in hoge mate een aantal ziektes die we tegenwoordig hebben, met name de ziektes die ontstaan door voedingstekorten.’
‘We zijn genetisch oorverdovend gelijk’
Muskiet neemt het publiek mee in de ontwikkeling van de moderne mens via onze gemeenschappelijke voorouders. Een belangrijke ontwikkeling was de groei van onze hersenen. ‘De mens heeft grote hersenen ten opzichte van de rest van ons lichaam. Dat heeft gemaakt dat we gemakkelijk insulineresistent worden. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de dolfijn, die in de relatieve hersenmassa de tweede plaats inneemt.’ Onze directe voorvaderen komen zeer waarschijnlijk uit de Zuid-Afrikaanse kustregio. Toen 74.000 jaar geleden de Toba – een vulkaan in Sumatra-Indonesië met een kraterlengte van 100 en een breedte van 30 kilometer – explodeerde, was de wereld zes jaar in een vulkanische winter getooid. De anatomisch moderne Homo Sapiens heeft toen op de rand van uitsterven gestaan. Een groepje overleefde in Zuid-Afrika in het meest rijke land-water ecosysteem waar gemakkelijk voeding te verkrijgen was. Eén van de baaien heet ‘Mosselbaai’; dat zegt genoeg. Ook zeewier was er zo voor het oprapen.’
Vanuit Zuid-Afrika waaierde Homo Sapiens uit naar de andere continenten en daaruit zijn de huidige vijf verschillende ‘rassen’ ontstaan. Hoewel Muskiet, zelf een kind van Surinaamse ouders, het woord rassen hekelt: ‘We zijn genetisch oorverdovend gelijk. De verschillende groepen chimpansees in Afrika verschillen genetisch veel meer van elkaar dan mensen onderling.’
Onze dichtstbijzijnde nog levende voorouders zijn de Khoi en San. ‘We hebben altijd bij de kust gewoond, het zeewater is onze bakermat, zou je kunnen zeggen.’
‘De zee is qua samenstelling al miljoenen jaren hetzelfde‘
Toen we vanuit dat land-water-ecosysteem het binnenland introkken, ging het mis, betoogt Muskiet. Want de zee is qua samenstelling al miljoenen jaren lang hetzelfde. Het land is daarentegen qua samenstelling ongelooflijk grillig. ‘In China zijn plaatsen waar zoveel selenium in de bodem zit dat het eten van de lokale planten toxisch is, maar ook plaatsen waar je hiervan juist een tekort oploopt.’ Grote gezondheidsproblemen ontstonden met de komst van landbouw en veeteeltrevolutie. Aan de botten van de eerste landbouw en veeteelt bedrijvende bevolking in Mesopotamië is bijvoorbeeld af te leiden dat ze een ijzertekort hadden, maar waarschijnlijk ook van calcium en zink. Vandaag de dag hebben 2 miljard mensen een tekort aan jodium en zink, 4 à 5 miljard mensen een tekort aan ijzer en een half miljard een tekort aan selenium. ‘Waar vind je deze nutriënten? In het land- water-ecosysteem!’
‘Pikant is dat Moerman zei dat je jodium moest eten’
Aan het gebit en de kaken van eerdere Homo Sapiens, onze behoefte aan vitamine B12 en onze huidige relatief korte dikke darm is te zien dat de mens evolueerde van vegetariër naar omnivoor, een alleseter. Daarmee moeten we rekening houden nu de focus in de samenleving verschuift naar een meer plantaardige voeding. Ook moeten we meer variëren in voeding. ‘Sinds we landbouw zijn gaan bedrijven, is de variëteit aan voedingsmiddelen sterk afgenomen en hebben we het aandeel van koolhydraten sterk verhoogd. Vooral uit rijst, tarwe en maïs. Er zijn zo’n 200.000 verschillende wilde plantensoorten, maar daarvan eten we tegenwoordig maar een paar tientallen.’
‘De granen vechten terug. Ze bezorgen ons coeliakie’
De voedingsaanbevelingen waren de klap op de vuurpijl. ‘Het advies werd om meer koolhydraten te eten en minder vet. Vet was slecht en koolhydraten – vooral suiker – lekker goedkoop. Resultaat: we werden alleen maar dikker en kregen diabetes en hartvaatziektes.’ Met de gemengde landbouw-veeteelt revolutie nam in de afgelopen 5.000 tot 10.000 jaar met name de zuivel- en graanconsumptie toe. ‘Er is geen enkel zoogdier dat op volwassen leeftijd nog melk drinkt, alleen de moderne Homo Sapiens doet dat.’ Samen zorgen granen en zuivel momenteel voor 37 procent van onze macronutriënten. Ook halen we hier tegenwoordig het meeste van ons calcium en magnesium uit. Onze paleolithische voeding die louter bestond uit nagenoeg onbewerkte groente en fruit en vlees en vis uit de natuur veranderde langzaam naar de soms hoog geraffineerde producten uit de chemische landbouw en veeteelt die we nu in de supermarkt aantreffen. Kwantiteit ging ten koste van de kwaliteit, want we moesten de sterk toenemende wereldbevolking immers voeden. ‘Maar de granen vochten terug. Ze bezorgden ons coeliakie, een auto-immuunziekte waaraan tegelijkertijd een hoop andere auto-immuunziekte ziektes, zoals diabetes type 1 en reumatoïde artritis, zijn gerelateerd. Ook melk vocht terug. In landen met de hoogste calciuminname komt ook de meeste osteoporose voor.’
‘Zuurvormende voeding vergroot de kans op kanker’
Dan stapt Muskiet over naar het zuur-base evenwicht; een onderwerp dat steeds belangrijker wordt voor onze gezondheid. ‘De meeste mensen eten een zuurvormende voeding en dat is gerelateerd aan diverse ziektes: osteoporose, sarcopenie, nierstenen, nierschade, hoge bloeddruk, maar ook kanker en een slechte prognose van reeds bestaande kanker.’ Vlees en vis zijn zuurvormend. Voor een optimale balans is het belangrijk om daarbij volop groente en fruit te eten. In Nederland eet slechts 29 procent van de volwassenen per dag ten minste 200 gram groente (huidige aanbeveling: 250 gram) en 18 procent ten minste 200 gram fruit. Negentig procent eet te weinig vezels. We hebben groente en fruit vooral vervangen door granen en melk. De uitkomst is een hogere vorming van zuur.
‘Kankercellen houden ervan om zich te omringen met zuur. Ze maken lactaat, en in dat milieu kunnen ze heel hard groeien, ze breken dan pas goed door. Zonder die zure omgeving vinden ze het niet leuk. Een zure voeding bevordert zo’n omgeving.’ Wat ze niet fijn vinden, zijn de kaliumzouten van citroenzuur en appelzuur. Die treft je aan in groente en vooral fruit. Bijvoorbeeld: citroenzuur in citroenen. In het lichaam worden deze zuren omgezet in base, dat het zuur neutraliseert. En wat heeft Moerman gezegd? Citroenen eten!’
Tot zijn verrassing ontdekte Muskiet onlangs dat gecultiveerd fruit minder citroenzuur en appelzuur bevat dan de wilde soort. Dus ook daarin levert de veranderde voedselomgeving meer nadeel dan voordeel. Hij besluit met een afbeelding van een man anno 2024. ‘Deze wil zich weer verbinden met u. Wij willen ons weer verbinden met ons verleden. Dat vertelt onze fysiologie en niet de wetenschap…. die hobbelt er wat achteraan.’
Kijk hier de lezing online.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief