Kwaadaardig lymfoom, zoals de ziekte van Hodgkin en Non Hodgkin, moet worden toegevoegd aan de rij kankers waarbij overgewicht een verhoogd risico geeft. Dat bepleit een commentaar in the Lancet Healthy Longevity naar aanleiding van een Zweedse studie. ‘De rol van voeding, nutrigenomics en vasten zou ook in de schijnwerpers moeten staan in de discussie over obesitas-gerelateerde kanker en kankerpreventie.’
‘Hoe groter de hoeveelheid vet in het lichaam, hoe groter ook de kans dat u bepaalde soorten kanker ontwikkelt’, meldt het onder de Wereldgezondheidsorganisatie ressorterende IARC (Internationaal Agentschap voor kankeronderzoek). Het IARC noemt negen soorten kanker waarbij dat het geval is: dikkedarm-, rectum-, nier-, slokdarm-, alvleesklier-, galblaas-, borst-, baarmoeder-, en eierstokkanker.
De commentatoren in de Lancet Healthy Longevity voegen daar, onder verwijzing naar een publicatie van IARC-werkgroep ‘Lichaamsvet en kanker’, nog vijf aan toe: maag-, lever-, schildklierkanker, meningeoom (tumorvorming vanuit het hersenvlies) en multipel myeloom – een kwaadaardige woekering van plasmacellen. En wat de commentatoren betreft, worden alle hematologische kankers aan dat rijtje toegevoegd, in elk geval de lymfomen.
Dat volgt uit een langlopend Zweeds onderzoek waaraan ruim vierduizend mensen met obesitas deelnemen en waarvan de helft een maagoperatie onderging. In de operatiegroep kregen 34 deelnemers een hematologische kanker – meestal een lymfoom dus – waaraan er drie overleden. In de controlegroep kregen 51 deelnemers een hematologische kanker en waren er dertien doden te betreuren.
Dat kwam overeen met een risicoreductie van gemiddeld veertig procent voor de aan hun maag geopereerde deelnemers om een dergelijke vorm van kanker te krijgen, en liefst een 78 procent lager risico er aan te overlijden. Het grote verschil in overleving had ook te maken met het feit dat de niet geopereerde deelnemers alleen lagere doseringen chemo aankonden. Daarbij was er een groot verschil tussen mannen en vrouwen. Bij vrouwen werd een statistisch duidelijk effect waargenomen (risicoreductie van 55 procent), bij mannen niet.
Man-vrouwverschillen
‘Kenmerken voor obesitas-gerelateerde kanker’, schrijven de onderzoekers, ‘is de hogere incidentie onder vrouwen dan mannen.’ Voor een deel verklaren ze dat uit het feit dat veel van de kankers waarbij het verband duidelijk is, vrouwen betreffen: borst-, eierstok- en baarmoederkanker. ‘Maar obesitas verhoogt ook de productie van het hormoon oestrogeen; en beïnvloedt daardoor de insulineconcentraties en ontstekingsprocessen.’
Het lage aantal kankerdiagnoses onder mannen – die in beide groepen overigens slechts een kwart van de deelnemers uitmaakten – benoemen de onderzoekers als een van de zwakke punten van Tot de zwakke punt van de studie, schrijven de onderzoekers, behoort het lage aantal kankerdiagnose onder de mannelijke deelnemers tot de zwakke punten van hun onderzoek. Dat ‘zou de zeggingskracht van deze studie kunnen beperken. De bevinden dienen behoedzaam te worden geïnterpreteerd.’
Desalniettemin concluderen zij: ‘Zorgverleners en beleidsmakers die actief zijn op het gebeid van kankerpreventie, zouden moeten nadenken over bariatrische chirurgie als een middel om kanker te voorkomen.’
Afvallen, liefst via voeding
De grafiek onderaan de tekst laat zien wat een maagoperatie op groepsniveau met het bmi doet. Na een jaar was dit met tien punten gedaald (vanaf ongeveer 43). In de jaren daarna neemt het bmi enkele punten toe. Te zien is ook dat de geopereerde deelnemers met hematologische kankers enkele bmi-punten hoger uitkomen. Het bmi van de controlegroep neemt in de twintig jaar opvolgtijd licht toe.
Op groepsniveau verklaart dat de noodzakelijkheid van maagoperaties die de onderzoekers signaleren. Maar dat laat onverlet dat gewicht verliezen het doel is en daar richtten de schrijvers van het commentaar de aandacht op. Het is belangrijk om in gedachten te houden, stellen ze, dat dit soort resultaten ondersteuning zouden moeten opleveren voor de verandering van leefstijl. En die omvatten in elk geval voeding en beweging.
‘De rol van voeding, ‘nutrigenomics’ en vasten behoort daarom ook prominent aandacht te krijgen als we spreken over obesitas-gerelateerde kankers en kankerpreventie.’ Onder verwijzing naar deze publicatie uit 2019 geven ze een voorzet richting dat doel. Voeding kan het genoom veranderen, door zowel de genetische structuur als de genetische expressie te veranderen.
‘Anticarcinogenen uit voeding, zoals calcium en vitamine D, groenten en fruit, folaat, methionine en retinoïden horen thuis in de dagelijkse voeding’, geven de auteurs te bedenken. Retinoïden zijn vitamine A-achtige verbindingen, onder meer aanwezig in levertraan, eieren en volle zuivelproducten. ‘Verder kan plantaardig voedsel – zoals appels, broccoli, cashewnoten, citrusfruit, kaneel, koffie, knoflook, druiven, sojabonen, thee, tomaten en kurkuma – kankerpreventieve epigenetische aanpassingen reguleren.’
Daarnaast wijzen de commentatoren op de mogelijkheden van periodiek vasten en een vasten-nabootsende diëten als middel om lichaamsgewicht en buikvet te verminderen, de bloeddruk te verlagen en de productie van IGF-1 (insuline-gelijkende groeifactor) te verlagen.
Rode blokjes geven het gemiddelde bmi weer van de geopereerde deelnemers zonder hematologische kanker, rode circel het bmi van geopereerde deelnemers met een hematologische kanker. In blauw het corresponderende bmi van de deelnemers uit de controlegroep. Uit Long-term incidence of haematological cancer after bariatric surgery or usual care in the Swedish Obese Subjects study: a prospective cohort study, the Lancet Healthy Longevity, 13 september 2023.
Beeld: Alan Cleaver, via Wikimedia Commons
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief