Per dag krijgen 35 mensen in ons land te horen dat ze dikkedarmkanker hebben. Daar komt bij dat het aantal mensen met deze aandoening snelt toeneemt: van 9.300 in 2001 naar ruim 13.250 in 2011. Immunotherapie lijkt dé aanvullende therapie van de toekomst te zijn maar boven alles gaat een gezond leef- en voedingspatroon.
Onze darmen zijn bekleed met weefsel dat enorm snel deelt, het zogenaamde darmslijmvlies. Elke vier tot vijf dagen vindt vervanging plaats! Hoe vaker cellen delen, hoe groter de kans dat er iets misgaat. Er kan daarbij DNA-schade ontstaan. Wanneer die niet hersteld kan worden, bestaat de kans uiteindelijk op een tumor.
Na longkanker en prostaatkanker is dikkedarmkanker (colorectale kanker) de meest voorkomende soort kanker bij mannen. Bij vrouwen komt na borstkanker, kanker van de dikkedarm op de tweede plaats.
De dikkedarm, het colon, is het langste (ca 1,5meter) en laatste deel van ons spijsverteringskanaal. Het ligt in de buikholte en wordt omgeven door het buikvlies.
De dikkedarm bestaat uit de blindedarm, het colon en de endeldarm. Ongeveer 20 procent van de mensen met darmkanker heeft een tumor in de endeldarm: endeldarmkanker of rectumcarcinoom. Bij 80 procent van de patiënten zit de tumor hoger in de dikkedarm: dikkedarmkanker of coloncarcinoom.
Adenomen kunnen kwaadaardig worden
Alle dikkedarmtumoren ontwikkelen zich voornamelijk uit de epitheelcellen die het darmslijmvlies vormen, de zogenaamde dekcellen. In eerste instantie ontstaat er een goedaardig adenoom, een gezwel dat is opgebouwd uit alleen maar dekcellen. Deze adenomen kunnen kwaadaardig worden en groeien dan door de verschillende lagen van de darmwand heen.
Hierbij wordt het risico automatisch groter dat er tumorcellen via de lymfe in de lymfeklieren terecht kunnen komen, waar ze uitgroeien tot tumoren. Dit noemen we uitzaaiingen of metastasen. De kankercellen kunnen ook via het bloed elders in het lichaam terechtkomen waar ze uitzaaiingen kunnen veroorzaken in bijvoorbeeld de lever, de longen of de botten. Ook is het mogelijk dat losgeraakte cellen van de tumor zich via de buikholte nestelen in het buikvlies.
Mogelijke oorzaken van dikkedarmkanker
• Ontstekingen. Iedere chronische ontsteking kan aanleiding geven tot het ontstaan van kanker en dit geldt dus ook voor darmontstekingen, zoals colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. Bekend is dat eet- en leefgewoonten een duidelijke bijdrage kunnen leveren bij het voorkomen en bestrijden van ontstekingen en dus ook bij het ontstaan van dikkedarmkanker.
• Er bestaat een aantal darmaandoeningen die het risico op dikkedarmkanker verhogen, zoals adenomen of poliepen. De kans op poliepen neemt toe met de leeftijd. Oudere mensen hebben vaak één of meer poliepen. Deze gezwelletjes zijn meestal goedaardig, maar ze kunnen zich in de loop van jaren tot dikkedarmkanker ontwikkelen. Voor alle duidelijkheid: dat hoeft niet.
• Eerder behandelde dikkedarmkanker. Mensen die al eens behandeld zijn voor een kwaadaardige tumor in de dikkedarm hebben meer risico een dergelijke tumor opnieuw te krijgen. Het gezonde darmweefsel heeft bij deze personen een sterkere neiging tot vorming van een kwaadaardig gezwel. Een duidelijk voorbeeld dat de zieke behandeld dient te worden en niet alleen de ziekte!
• Leef- en eetgewoonten. Het risico op dikkedarmkanker hangt nauw samen met onze leef- en eetgewoonten. In de natuurgeneeskunde is deze relatie met het leefpatroon, vootal met onze voeding, al heel lang duidelijk. De reguliere geneeskunde ziet ook steeds meer bewijzen voor het bestaan van deze relatie. Recent Europees onderzoek heeft aangetoond dat het dagelijks eten van rood vlees en vleeswaren het risico op darmkanker licht verhoogt. Tevens is aangetoond dat dikkedarmkanker vaker voorkomt bij mensen met overgewicht en mensen die weinig lichaamsbeweging hebben (gehad). Dat roken het risico op alle vormen van kanker en dus ook dikkedarmkanker verhoogt is niet moeilijk te begrijpen. De beroemde Duitse medicus Otto Warburg zei al in de eerste helft van de vorige eeuw dat een zuurstoftekort normale cellen duwt in de richting van de kankercel. En dat is nu precies wat er in het lichaam gebeurt wanneer men rookt. Roken vernauwt onze bloedvaten met als gevolg dat de bloeddoorstroming minder wordt. Gevolg is minder toevoer van zuurstof. Daarbij zorgt de koolmonoxide die zich in de rook van tabak bevindt, ook nog eens voor een slechte binding van zuurstof aan het hemoglobine in onze rode bloedcellen. Dat resulteert in nog minder beschikbare zuurstof. Dagelijks te veel alcohol nuttigen kan ook het risico op darmkanker verhogen.
Erfelijkheid speelt een bescheiden rol. Bij ongeveer 6 procent van alle mensen met dikkedarmkanker is erfelijkheid aan de orde.
Individuele therapie het meest kansrijk
Vanwege de sterke invloed van leef- en eetgewoonten op het ontstaan van dikkedarmkanker, is het verstandig bij de natuurgeneeskunde te rade te gaan. Zowel ter preventie als voor (aanvullende) behandeling. We moeten ons wel steeds goed realiseren dat ieder mens uniek is. Daardoor is een individuele therapie het meest kansrijk. Voeding is een onderdeel van onze leefstijl en neemt dus een erg belangrijke plaats in. Direct daaraan gekoppeld zijn een goede spijsvertering en een goede darmflora. Antibiotica, corticosteroïden en laxeermiddelen zijn een bedreiging voor de goede bacteriën van de darmflora. Met alle gevolgen van dien! Het dieet dat MMV onder de aandacht brengt, bestaat uit alle ingrediënten om het totale lichaam goed te verzorgen en daarmee de kans op dikkedarmkanker zo klein mogelijk te houden.
Echte preventie is gezond leven
Wie gezond leeft, heeft een kleinere kans op kanker om de simpele reden dat een gezond lichaam bescherming biedt tegen ziekten. Dit is in de visie van de natuurgeneeskunde de echte preventie.
In de reguliere gezondheidszorg wordt met preventie iets anders bedoeld. De screening (vroeg-opsporing) naar kanker wordt hier gezien als preventie. De gedachte is dat een vroege ontdekking van dikkedarmkanker een grotere kans geeft op een langdurige ziektevrije overleving. Om die reden heeft een landelijke screening op dikkedarmkanker plaats.
De klachten bij dikkedarmkanker manifesteren zich doorgaans laat en zijn duidelijk afhankelijk van de plaats van de tumor. Wanneer een tumor zich in het begin van de dikkedarm bevindt, ontstaan de klachten veel later dan bij een tumor in het uiteinde van de dikkedarm. In het begin van de dikkedarm is het voedselrestant (voedselbrij) namelijk nog dun, waardoor het de eventueel aanwezige tumor makkelijk passeert.
Op een bepaald moment kunnen er klachten ontstaan, zoals:
• Veranderingen in het ontlastingspatroon, bijvoorbeeld verstopping of afwisselend verstopping en diarree.
• Zichtbaar bloed en/of slijm bij de ontlasting.
• Mede door het (langdurig) optredende bloedverlies en de slechte spijsvertering kan er sprake zijn van vermoeidheid, al dan niet gepaard gaand met duizeligheid.
• Loze aandrang.
• Vage buikpijn.
• Een gevoelige plek in de buik.
Om de diagnose te kunnen stellen, is lichamelijk onderzoek en zo nodig ook rectaal onderzoek nodig. Daarna kunnen nog andere onderzoeken volgen, zoals endoscopie, röntgenonderzoek van de dikkedarm en endo-echografie.
Wanneer er kanker is vastgesteld, wordt bloedonderzoek gedaan naar de aanwezigheid van bepaalde markers (carcino-embryonaal antigeen) in het bloed die door tumoren in de dikkedarm geproduceerd kunnen worden. Ook kunnen verdere beeldvormende technieken ingezet worden om lokalisaties van eventuele uitzaaiingen op te sporen zoals CT- scan, MRI en echografie.
Verwijderen poliep of tumor geeft goede kans op overleven
Het operatief verwijderen van een poliep of tumor die nog niet is uitgezaaid, geeft een goede kans op overleving. Er wordt er dan wel vanuit gegaan dat elke poliep op den duur een kwaadaardige tumor vormt. Dat gebeurt zeker niet in alle gevallen. Het operatief verwijderen van een poliep kan dus een overbehandeling zijn.
Als er uitzaaiingen zijn, krijgen patiënten meestal het advies om een chemokuur te ondergaan die niet gericht is op genezing, maar op het verkleinen van de tumor dan wel het verminderen van de pijn. Uitzaaiingen worden gezien als de bepalers van overleven. Er wordt altijd goed gezocht naar uitzaaiingen in lymfeklieren of elders in het lichaam. Maar ook als deze niet gevonden worden, kan de kanker toch terugkeren.
Aangenomen wordt dat er bij terugkeer van de ziekte blijkbaar nog kankercellen in het lichaam aanwezig waren. Vandaar dat onderzoekers nu verfijndere technieken inzetten om minimale hoeveelheden achtergebleven kankercellen op te sporen.
Ook wanneer de tumor in een gevorderd stadium is, kan verwijdering ervan nodig zijn om bijvoorbeeld het gevaar van een totale afsluiting van de darmen weg te nemen.
Ga voor nieuwste technieken naar gespecialiseerd centrum
Wie kiest voor een reguliere behandeling, kan het beste kiezen voor een volledig gespecialiseerd centrum. Daar worden namelijk vaak de nieuwste operatie- en behandeltechnieken toegepast, zoals:
• Transarteriële Chemo Embolisatie (TACE);
• Laser Induced Interstitial Termotherapy (LITT)
• RFA – Radio Frequency Ablation;
• Radio-embolisatie (een vorm van inwendige bestraling);
• Hepatic Artery Infusion, ook wel HAI-leverchemotherapie (HAI) genoemd.
Hoewel deze nieuwe benaderingen wel enige verbetering laten zien, is darmkanker nog steeds een ziekte met een hoog sterftecijfer. Daar waar chemotherapie en radiotherapie na de operatie een optie zijn, dient men de vaak bescheiden overlevingswinst goed af te wegen tegenover de daling in levenskwaliteit.
Immunotherapie dé aanvullende therapie
Als dé aanvullende therapie van de toekomst wordt immunotherapie gezien. Onze afweercellen vormen de ideale verdediging tegen kankercellen. Zij kunnen de meest subtiele kenmerken van cellen herkennen en beschikken over een groot aantal middelen om de kankercellen uit te schakelen.
Bij ieder mens ontstaan regelmatig kankercellen, die grotendeels door het afweersysteem worden uitgeschakeld vóórdat ze kunnen uitgroeien. Een enkele cel ontsnapt aan deze ‘immuno-surveillance’ en groeit uit tot een kwaadaardig gezwel. Het behandelen van kanker zou simpelweg kunnen bestaan uit het activeren van het afweersysteem tegen de tumorcellen. Ook de reguliere geneeskunde ziet dat zo. Die benadering komt sterk overeen met de complementaire visie op preventie en behandeling van kanker.
Immunotherapie heeft de beste kansen bij kleine aantallen cellen. Vandaar dat preventie zeer kansrijk is bij het navolgen van de ideeën van Cornelis Moerman.
Ook als bij patiënten de tumor is verwijderd, kan een optimaal afweersysteem helpen de eventueel nog aanwezige kankercellen uit te schakelen.
Gunstige uitwerking voedingsadviezen MMV
Immuuntherapie is dus zowel in het reguliere als complementaire concept dé oplossing voor het voorkomen van darmkanker en het terugkeren ervan na operatief ingrijpen. Uit onderzoek blijkt dat na behandeling van darmkanker de kans op terugkeer van de kanker beduidend groter is bij het gebruik van westerse onvolwaardige voeding (rood bewerkt vlees en bewerkte, geraffineerde voedingsstoffen) die ons immuunsysteem en herstelmechanisme ondermijnen.
Het is dus niet moeilijk te begrijpen dat eten volgens de MMV-voedingsadviezen en het volgen van de Moermantherapie voor, tijdens en na de behandeling een gunstige uitwerking heeft en de kwaliteit van leven verbetert. Bovendien heeft het duidelijk ook een preventieve werking.
Olijfolie, shiitake, kalk (calciumcarbonaat) en groene thee kunnen aan het dieet nog meer waarde geven. Ook voedingssupplementen zoals levertraan, alphaliponzuur, glutathion, Q10, vitamines zoals vitamine A, betacaroteen, vitamine B, C, D, E, foliumzuur, mineralen zoals magnesium, ijzer, seleniummethionine, natriumseleniet en enzymen kunnen gebruikt worden om het immuunsysteem in optimale conditie te brengen. Een langer leven en een eventuele genezing behoren zeker tot de mogelijkheden.
Paddenstoelextracten en andere orthomoleculaire middelen
Orthomoleculaire stoffen die ingezet kunnen worden bij dikkedarmkanker zijn (naast de al genoemde vitaminen en mineralen) o.a.:
• Japanse paddenstoelextracten; PSK of krestin (uit de dunne boompaddenstoel: Trametes Versicolor of Coriolus Versicolor); oesterzwam (Pleurotus ostreatus) en Lentinan uit de shiitake paddenstoel.
• Salvestrolen en reservatrol. Deze stoffen vormen het immuunsysteem van de plant. Ze komen met name voor in die delen van de plant die met bacteriën en schimmels in aanraking komen. Dit is een van de redenen dat biologisch (-dynamisch) groente en fruit veel beter voor ons zijn dan wanneer ze met pesticiden zijn ‘overbehandeld’.
• Dimethyl sulfoxide (DMSO): in verschillende studies wordt aangegeven dat het de groei van kankercellen remt of zelfs stopzet. De werking heeft alles met de zuurstofvoorziening te maken.
• Glycoproteïnen. Onze voeding zelf is de bron van deze proteïnen. Glycoproteïnen komen voor in voedingsmiddelen als fruit, bessen, groente, paddenstoelen, noten en eieren. Vaak bevat ons voedsel te weinig van deze voedingsstoffen, waardoor er verstoringen kunnen ontstaan in ons lichaam. Vandaar het belang van volwaardige voeding, dat eventueel kan worden aangevuld met glycoproteïnen-supplementen.
• Curcumine (kurkuma).
• Visolie dat het beschermende omega 3-vetzuur bevat.
• Vitamine C. Intraveneus toegediend in hoge dosis.
• Ukrain.
Hyperthermie en andere complementaire therapieën
Andere complementaire therapieën die naast de voedingstherapie toegepast kunnen worden zijn:
• Hyperthermie, waarbij de tumor aan hoge temperaturen wordt blootgesteld. Deze therapie komt steeds meer onder de aandacht van zowel regulier als complementair. Ook na een reguliere behandeling kan het effect van de warmte therapie positief zijn.
• Dendritische celtherapie (klik hier voor meer informatie en adressen).
• Anti-neoplaston therapie van dr. Stanislaw Burzynski.
• Ayurveda: Carctol is een mengsel van acht Indiase kruiden dat in India werd ontwikkeld door dr. Nandlal Tiwari.
• Tarwekiemen, gefermenteerd of niet. De anti-kankereffecten van gefermenteerd tarwekiem extract (GTFKE) worden mede toegekend aan benzoquinone, een stof die van nature voorkomt in tarwekiemen. Avemar is een tarwekiemextract dat geregistreerd is in Hongarije als speciale voedingsstof voor kankerpatiënten. Uit onderzoek is naar voren gekomen dat het een anti-kankeractiviteit vertoont bij cellijnen door o.a. de glucosestofwisseling te verstoren. Daarnaast is avemar ook effectief bij het stimuleren van de activiteit van het afweersysteem. Dit samen leidt tot het doodgaan van de kankercel. Studies met gunstige uitkomsten zijn al gedaan bij patiënten met melanomen en patiënten met dikkedarmkanker. GTKE zou de werkzaamheid van chemotherapie en radiotherapie kunnen verhogen, de bijwerkingen ervan verminderen en de levenskwaliteit verbeteren.
Dikkedarmkanker is verzamelnaam
Zo’n 5.000 mensen overlijden ieder jaar aan dikkedarmkanker. Dikkedarmkanker is de verzamelnaam voor tumoren die voorkomen in de dikkedarm (colon) en de endeldarm (rectum). Dikkedarmkanker wordt voornamelijk vastgesteld bij mensen van 60 jaar en ouder, maar kan ook voorkomen op (veel) jongere leeftijd.
Bevolkingsonderzoek naar darmkanker verdient een kritische benadering
Het bevolkingsonderzoek naar darmkanker verdient een kritische benadering. De kans om voor je 75e dikkedarmkanker te krijgen, is voor een man bijna 5 procent en voor een vrouw ruim 3 procent. Dat wil zeggen: een op de 20 mannen een op de 30 vrouwen krijgt voor het 75e levensjaar dikkedarmkanker. Daarbij komt dat de sterfte aan darmkanker daalt. Wat niet duidelijk verteld wordt, is dat 95 procent van de Nederlanders bespaard blijft van darmkanker.
Toch heeft de Gezondheidsraad geadviseerd om een bevolkingsonderzoek naar darmkanker in te voeren. Iedereen tussen de 55 en 75 jaar wordt om de twee jaar uitgenodigd wat ontlasting in te leveren, waarin gezocht wordt naar bloedsporen die afkomstig kunnen zijn van aanwezige darmtumoren. Geschat wordt dat bij 84 van iedere 1.000 mensen die hun ontlasting laten onderzoeken (de poeptest), bloed wordt aangetroffen. Deze mensen ondergaan dan een kijkonderzoek (endoscopie). Bij 33 van hen zal een poliep worden gevonden en bij vijf een kwaadaardige tumor. Bij 51 van de 84 wordt dus geen poliep of tumor aangetroffen. Kortom, de winst is het vinden en het direct verwijderen van de poliepen. De poliep wordt beschouwd als een voorstadium van kanker. Door een niet-kwaadaardig gezwel te behandelen, wordt voorkomen dat deze zal ontaarden in een kwaadaardig gezwel.
Onbetrouwbare test
Dat is niet volgens iedereen aanbevelenswaardig. Het wordt gezien als het “verkopen van de ziekte” door de farmaceutische industrie, waarbij cijfers worden opgeblazen en bijwerkingen en nadelen worden verzwegen. Of de kans van voortijdige sterfte aan darmkanker werkelijk verkleind, wordt, komt in de campagne niet te sprake omdat het percentage slechts 0,2 bedraagt! Volgens de beste wetenschappelijke inzichten zullen er niet zeven maar zes mensen zijn overleden aan darmkanker wanneer er 1000 mensen gedurende tien jaar meedoen. Dat gebeurt dan door middel van een test die onbetrouwbaar is plus een vervolgonderzoek bij een vals-positieve uitslag die in 1 van de 400 gevallen kan lijden tot ernstige complicaties. En dat allemaal voor een preventief onderzoek bij iemand die gezond is.
“Veel onnodige coloscopieën”
Volgens klinisch geneticus dr. Frederik Hes is deze screening niet zo specifiek. Er kan namelijk ook om andere redenen bloed in de ontlasting voorkomen. Met andere woorden: meer fout-positieven. “Dat betekent dat er veel onnodige coloscopieën verricht zullen worden, wat veel geld en capaciteit kost”. Om over de psychische stress maar te zwijgen.
Voor dikkedarmkankerscreening werd 40 jaar geleden al gepleit in de medische vaktijdschriften. Tevergeefs. Volgens epidemioloog L. Bonneux is de screening ons nu door de strot geduwd door ambtenaren in dienst van medische industrie en politiek. Hij geeft aan dat hij geen artsen kent die zichzelf zonder enige indicatie preventief screenen op dikkedarmkanker.
De levering van de testbuisjes die gebruikt zullen worden voor de landelijke screening, is uitbesteed aan een Italiaanse firma. De Geneesmiddelenraad trekt de betrouwbaarheid van deze buisjes in twijfel. De werkzaamheid van de testbuisjes is namelijk niet afdoende bewezen.
Dr. Hans Stoop is als kankeronderzoeker verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Als u als darmkankerpatiënt een complementaire behandeling overweegt, raden wij u aan een arts voor niet-toxische tumortherapie te consulteren. De lijst met namen, adressen en telefoonnummers vindt u via de site van de ANTT of die van het NGOO.
Referenties:
ZonMW Parelproject. Parel voor bevolkingsonderzoek dikkedarmkanker. 11 maart 2013
Duijnhoven van FJB, Am J Clin Nutr 2009;89:1–12.
Thesis, Paul Gerard van Putten. Pitfalls and Opportunities in Colorectal Cancer Screening. juni 2013
Volkskrant. 18 maart 2013. Darmkankertest is Fyra onder de poeptesten.
WCRF raadt eten van vleeswaren af. November 2007
Journal of the American Medical Association. 15 augustus 2007
KWF brochure Darmkanker
Jansen JB, NTvG 2013:157(16):A5744
Maanen van H, Darmkanker: selling screening. 2006;30 juni
Maanen van H, Bevolkingsonderzoek darmkanker, de stand van zaken. 12 februari 2009
Maanen van H, Screening op darmkanker: meedoen of niet? Plus Magazine, maart 2013
Luc Bonneux, Medisch Contact 26 januari 2007 62 nr. 4
Luc Bonneux , 6 maart 2012, Het nieuwe (dubieuze) kankerspeeltje: screening op