Analyse van nieuwe data leidt tot een bevestiging van een oude aanname. Op middelbare leeftijd dagelijks tot tienduizend stappen zetten, verlaagt het risico op voortijdig overlijden tot zeventig procent. Deze bevinding bevestigt grotendeels de marketing waarmee een Japanse fabrikant decennia geleden pedometers aan de man bracht.
Na(ast) gezond eten en drinken, behoort regelmatig fysiek actief zijn tot de belangrijkste dingen die mensen zelf voor hun gezondheid en welzijn kunnen doen. Om het risico op tal van ziektes en voortijdig overlijden te beperken, adviseren de meeste gezondheidsautoriteiten wekelijks minstens tweeënhalf uur matig intensief te bewegen en daarnaast twee keer per week krachtoefeningen te doen. Met daarbij de aantekening: meer is beter.
In tegenstelling tot wat bij de beweegrichtlijnen het geval is, bestaan er nog geen officiële aanbevelingen voor het optimale aantal dagelijkse stappen. De wetenschap daaromtrent begint pas net op gang te komen. Pedometers – stappentellers – zijn sinds halverwege jaren negentig op de markt en sinds 2010 zijn deze vaak gecombineerd met technologie die de versnelling meet.
Inmiddels zijn er studies die een positief verband laten zien tussen het daadwerkelijk gemeten aantal stappen en de intensiteit van deze stappen met voordelige gezondheidsuitkomsten. Maar deze gaan steeds over ouderen, stellen de auteurs van een artikel op JAMA Network Open. Studies met jongere deelnemers zijn ‘belangrijk omdat het vereiste volume en de intensiteit tussen oudere en jongere volwassenen kan verschillen.’
‘Geen verband tussen stapintensiteit en sterfte’
Jongere volwassenen met een stappenteller filterden de auteurs – verbonden aan een zevental Amerikaanse universiteiten – uit een bevolkingsonderzoek met de naam CARDIO (Coronary Artery Risk Development in Young Adults). De studie loopt sinds de jaren tachtig. Tussen 2005 en 2006 werden 2110 deelnemers met een snelheidsgevoelige stappenteller uitgerust.
Aan de hand van hun loopgedrag verdeelden de onderzoekers ze in drie groepen: een groep met een stapvolume van minder dan zevenduizend per dag, een groep die tussen zeven- en tienduizend stappen zette en een groep die nog actiever doorstapte. In de opvolgperiode van gemiddeld elf jaar overleden 72 deelnemers. Kanker was daarbij met achttien sterfgevallen de belangrijkste doodsoorzaak. Vlak voor hart- en vaatziekten waar zeventien deelnemers aan overleden.
Ten opzicht van de groep met de minste stappen hadden de deelnemers in de middelste groep een tussen 72 en 52 procent lager risico op overlijden. Het verschil tussen de twee percentages is het gevolg van verschillende statistische methoden (harzard ratio en risk difference). Meer dan tienduizend stappen gaf geen verdere afname van het risico te zien.
‘Dit cohortonderzoek’, concluderen de auteurs, ‘vond dat het zetten van minstens zevenduizend stappen gedurende middelbare leeftijd samengaat met een lager sterfterisico. Er was geen verband tussen stapintensiteit en sterfte.’
Wellicht toch wel
Dat dit verband hier niet gevonden is, wil niet zeggen dat het niet bestaat. Een van de beperkingen van deze studie, schrijven de auteurs, is dat methode om de intensiteit te meten ontwikkeld is met behulp van een loopband. ‘Dat zou vrije loopbewegingen en sporadische patronen in loopgedrag niet adequaat kunnen weergeven.’
Elders schrijven ze: ‘In onze studie neigden de deelnemers met een grotere stapintensiteit ernaar ook meer stappen te zetten. Wat het moeilijk maakt het aantal stappen en de intensiteit onafhankelijk van elkaar met sterfte in verband te brengen.’ Om daarnaast te verwijzen naar recent onderzoek dat stapintensiteit positief in verband brengt met de verbetering van cardiovasculaire risicofactoren.
Behalve dat, bestaat er ook recent onderzoek dat stapintensiteit koppelt aan betere overlevingskansen bij kanker. MMV berichtte daar eerder dit jaar over en wees, aan de hand van ander onderzoek, daarnaast op een van de mogelijke werkingsmechanismen. De helft van de deelnemers uit de CARDIO-studie zette per dag meer dan negenduizend stappen. Het aantal overledenen was, zoals te verwachten, laag. Dat en het relatief kleine aantal deelnemers maakt het moeilijk uitspraken te doen over specifieke doodsoorzaken.
Ook bij de conclusie dat er boven de tienduizend stappen geen extra voordeel is waargenomen, is een nuancering op zijn plaats: ‘De 95% CI is tussen twaalf- en vijftienduizend stappen is verbreed. Dat beperkt gevolgtrekkingen over grotere stapvolumes en het sterfterisico.’ Dat betekend dat de spreiding toeneemt tussen deelnemers die wel profiteren en de deelnemers die niet profiteren van extra stappen. Daardoor heeft het gemiddelde tussen deze uitersten minder te betekenen. In de bijbehorende grafiek blijft deze spreiding overigens toenemen tot het maximale aantal van twintigduizend stappen per dag:
Restricted cubic splines of hazard ratios of steps/d with all-cause mortality. Knots set at 10th, 50th, and 90th percentile of steps per day. Reference set at 5800 steps/d (the approximate median steps per day of low step group). The model is adjusted for age, accelerometer wear time, race, sex, education, study center, body mass index, smoking, alcohol, systolic blood pressure, hypertension medication use, diabetes, hyperlipidemia, history of cardiovascular disease, and self-rated health. Shading indicates 95% CI.
© 2021 Paluch AE et al. JAMA Network Open.
Beeld: Aleksei Andreev
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief