Staar is een routineoperatie met louter voordelen. Ja, meestal wel. Maar één keer op de duizend à vijftienhonderd patiënten gaat het mis. Helaas overkwam dit mij een half jaar geleden.
Mijn vertrouwen in de oogarts was groot. Ik had aan mijn rechteroog immers al een prima verlopen staaroperatie achter de rug. Met dat oog zie ik kraakhelder. De ingreep aan mijn linkeroog leidde tot een mist, die als een gordijntje voor mijn oog hangt. Tot op de dag van vandaag is er geen enkele verbetering, waardoor ik links veel slechter zie.
Na een controlebezoek werd in eerste instantie geconcludeerd dat ik nastaar had, een onschuldig verschijnsel dat vaker voorkomt, en op termijn met een laserbehandeling hersteld zou kunnen worden. Omdat ik mijn slechte zicht niet vertrouwde, en aan de bel bleef trekken, ontdekte een alerte optometrist dat er iets niet klopte. Daar moest de oogarts zelf even naar kijken.
Het was een ontsteking die met hoge doseringen prednison, elk uur druppeltjes én zalf bestreden moest worden. Toen dat niet hielp moesten de tijd en mijn lichaam het helen. Wat er tijdens de operatie was misgegaan, was toen(nog) niet duidelijk.
Ik voelde een lichte pijn en hoorde een zacht krakend geluid
Tijdens de ingreep merkte ik namelijk dat er iets niet helemaal goed ging. Ik voelde een lichte pijn en hoorde een zacht krakend geluid. Ik meldde het niet. Wel liet ik een paar dagen later weten dat er een mist voor mijn oog trok en noemde toen ook deze ervaring. Het was echter een volkomen normale operatie geweest, probeerde de oogarts mij gerust te stellen. Het was vast een kleinigheidje dat later hersteld zou kunnen worden. Eerst moest de ontsteking genezen met eerder genoemde medicatie.
Bij de laatste controle zag de oogarts echter met de apparatuur waarmee je in en achter het oog kan kijken dat er per abuis een sneetje in het lenszakje moet zijn gekomen. Hierdoor vloeit glasvocht in het lenszakje die de ‘mist’ veroorzaakt. Jammer dat hij het niet tijdens de operatie gemerkt had, dan had hij deze beschadiging met een simpel ringetje kunnen repareren. Nu zou een netvliesdeskundige het ‘mogelijk’ iets kunnen herstellen met het risico dat het netvlies beschadigt, waardoor mijn zicht nog slechter zou kunnen worden. Zowel de oogarts en de optometrist waarschuwden mij hiervoor.
Het alternatief leek veiliger: dagelijks een extra contactlens dragen die mijn zicht wat rustiger maakt. De zachte lens brengt inderdaad wat verlichting. In het beste geval helpt de lens mijn brein ook nog om te wennen aan het gordijntje voor mijn oog. Accepteren dat ik daarmee moet leren leven wordt een kunst op zich, temeer omdat ik priegelwerk doe als kunstenaar. En juist ‘kunstenaren’ is voor mij van levensbelang voor mijn emotionele welbevinden. Ik heb nog een lange weg te gaan voordat ik dit zal kunnen accepteren.
Natuurlijk probeer ik weer mooie dingen te creëren, maar ondanks de extra lens en de +2,5 leesbril ben ik toch nog onrustig en heel onzeker over deze tegenvaller. Gelukkig begrijp ik nu wat er aan de hand is en heeft de oogarts bevestigd dat mijn waarneming juist was. Die erkenning is voor mij belangrijk in het proces van acceptatie.
Diep van binnen weet ik dat ik ook dit te boven kom.
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief