De conventie wil dat 1 januari– waarom eigenlijk niet 21 maart, begin van de lente, of 21 juni als langste dag – dat deze overgang van het ene naar het andere jaar, het moment is om de balans op te maken. Om terug te blikken en vooruit te kijken. Alsof de circulariteit van de seizoenen toch een rechtlijnigheid in zich draagt. Iets is voorbij en iets komt eraan.
Ik beschouw mezelf niet als een erg conventioneel mens, maar aan deze gewoonte ontkom ik niet. Net als met mijn verjaardag (5 december) stimuleert Oud & Nieuw de reflectie. Misschien helpt de donkerte, met spiegelende ruiten, daar ook nog een handje in mee. Deze tijd van het jaar is voor mij een tijd van inkeer.
Dit jaar was een jaar van afscheid van een periode, die meer dan tien jaar heeft geduurd. Een periode van kanker krijgen, ziek zijn en beter worden. Een periode van een zoektocht naar de balans tussen meebewegen en een eigen koers varen. Tussen ellende doorstaan en je daarvoor een beetje afsluiten van je omgeving, en diepe verbondenheid ervaren door alle steun en liefde die geboden worden. Die periode is afgesloten, met het laten verwijderen van mijn borstprothesen én het stoppen met de medicatie. Toevalligerwijs stonden beide mijlpalen dicht bij elkaar in de buurt. Slechts drie maanden ertussen. Ik hoef, als het om deze kanker gaat, nooit meer terug naar het ziekenhuis. Dat is voorbij.
‘Ik ben banger voor de ziekenhuisbezoeken dan voor terugkeer van de ziekte’
Ik blijf het verwonderlijk vinden dat dat ziekenhuis me grotere schrik aanjaagt dan de kanker zelf. Als ik bang ben dat het terug komt – en natuurlijk ben ik daar bij tijd en wijlen nog wel eens bang voor- dan ben ik niet zozeer bang voor de ziekte, maar vooral bang voor de ziekenhuis bezoeken, voor de kille ruimtes, voor de klinische apparaten en felle lampen. Voor het liefdevol, maar onpersoonlijk behandeld worden door ál die mensen die daar vreselijk hun best voor je doen, maar je toch als patiënt, en niet als persoon benaderen. Dat moet ook, want in een persoon zet je geen mes, of een spuit. Een persoon doe je geen pijn. Een patiënt wel, omdat het nou eenmaal even moet. Heel vervreemdend, elke keer weer. ‘Kleed u zich maar van boven uit’. ‘Even in uw borst prikken.’ Ik heb het doorstaan. Maar dat nooit weer.
Zeg nooit nooit. Want voor je het weet zit je er tóch weer. Niet om in een borst te prikken, want die heb ik niet meer. Maar voor een uitzaaiing, of een andere nare ziekte. Ik zal ooit ergens aan dood gaan tenslotte, en ik weet niet wanneer dat zal zijn. Ik neem géén afscheid van de onzekerheid, van de ongewisheid die mijn leven is binnengevallen toen de eerste bobbel in mijn borst liet weten dat het tijd was om me om mijn lijf te bekommeren. De tweede bobbel, andere borst, andere kanker, kwam in die zin niet als een verrassing. Ja natuurlijk, als het één keer kan gebeuren, waarom dan niet nog een keer? Waarom niet? Dacht ik eerder dan: waarom ik?
De onzekerheid, de angst voor de dood is inmiddels mijn vriend. Die helpt me te blijven richten op de belangrijke zaken in het leven. Die helpt me lichte ongemakken te relativeren. En die helpt me ook me verbonden te voelen met mensen die ook getroffen worden door het leven. Dat koester ik allemaal.
Dus als ik zo, aan het eind van het jaar, de balans opmaak, dan is het eerste gewicht dat ik in de schaal kan leggen de vreugde om het leven zelf. Ik ben blij dat ik er ben. Dat ik het leven mag genieten. Dat ik lieve mensen om me heen heb, gezin, familie, vrienden, collega’s, of zo maar mensen, die je op straat vriendelijk groeten of de deur van de tram voor je openhouden als je aan komt rennen.
Verder was het dus een jaar van afscheid van het ziekenhuis. Van een ziekteperiode, die een grote impact in mijn leven heeft gehad. Negatief én positief. Bij de gratie van het feit dat ik nog mag leven, mag verwachten te blijven leven, en met niet al te ernstige restkwalen – want laten we wel wezen, zonder kleerscheuren kom je er niet van af -, gegeven deze positieve uitkomst had ik deze periode, de balans opmakend, toch niet willen missen. Omdat het me kracht en gezondheid heeft gebracht. Liefde en verbondenheid. Intensiteit en focus. Omdat ik leef en van (het) leven hou. Wat heerlijk om het nieuwe jaar, elk nieuw jaar in mijn leven, telkens weer zo te kunnen beginnen. Ik voel mij een gezegend mens.
Foto door Jill Wellington
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief