Australische onderzoekers lieten mannen met uitgezaaide onbehandelbare prostaatkanker zich in het zweet fietsen en toonden aan dat daardoor stoffen in hun bloed verschenen die tumorgroei onderdrukken. ‘Dit helpt ons te begrijpen waarom kankerpatiënten die oefenen een langzamere ziekteprogressie laten zien en langer leven.’
Vergelijkingen tussen grote groepen mensen tonen telkens weer een verband tussen fysieke inspanning en het voorkomen van kanker. Onlangs nog berichtte MMV hier van een grote studie waarvan de resultaten suggereren dat een langere duur en een hogere intensiteit het preventieve effect van beweging vergroten. Het bewuste artikel linkt ook door naar eerdere berichtgeving dat dit ook het geval lijkt te zijn bij mensen die al kanker hebben, of hebben gehad.
Net als bij het thema voeding, geven observationele studies als deze duidelijke aanwijzingen in welke richting patiënten en behandelaars het moeten zoeken. Maar als het er op aankomt te bewijzen dat het waargenomen verband de uitkomst ook daadwerkelijk veroorzaakt, zijn ook andersoortige onderzoeken nodig. Onder meer studies die mogelijke werkingsmechanismen aantonen. In die categorie valt het experiment de wetenschappers van de Edith Cowan University, in het Australische Joondalup, uitvoerden.
Myokinen
Voortbordurend op hun voorgaande onderzoek naar het kankerremmende effect van zes maanden conditietraining bij prostaatkanker, wilden ze nu weten wat één enkele trainingssessie teweegbrengt. Daarbij werden ze geholpen door negen mannen, in de leeftijd van 58 tot 78 jaar, met uitgezaaide niet-hormoongevoelige prostaatkanker. Verdeeld over een serie intensieve en minder intensieve intervallen trapten de mannen 34 minuten lang de pedalen rond van een medische hometrainer.
Vlak voor deze sessie, direct daarop en een half uur na afloop namen de onderzoekers bloed af. Daarmee wilden ze twee dingen. Ze analyseerden het op de aanwezigheid van specifieke eiwitten die spiercellen produceren als ze kracht leveren. Een aantal van deze zogeheten myokinen bleek direct na de training duidelijk verhoogd. Een half uur na afloop waren deze waarden weer terug op het oude niveau.
Daarnaast brachten ze het bloedserum in contact met prostaatkankercellijnen. Het bloed dat direct na de training was afgenomen bleek de celgroei af te remmen. Welke myokinen verhoogd waren en in welke mate deze de celgroei remden, staat te lezen in de samenvatting in Prostate Cancer and Prostatic Diseases. De universiteitswebsite citeert een enthousiaste professor Rob Newton:
‘Dit helpt ons te begrijpen waarom kankerpatiënten die oefenen een langzamere ziekteprogressie laten zien en langer overleven.’ Newton zou niet kunnen zeggen welke trainingsomvang en intensiteit de beste kansen geeft. ‘Maar waarschijnlijk zal dat elke dag zijn en meer dan twintig minuten.’
Interne apotheek
Oefenroutines moeten ook krachttraining omvatten, zegt Newton. ‘Om spieren te kweken, de omvang en capaciteit te vergroten van de interne apotheek en om de myokineproductie aan te jagen.’ Newton is van mening dat de betekenis van deze uitkomsten verder reiken dan prostaatkanker alleen.
‘Deze studie verschaft sterk bewijs voor de aanbeveling dat prostaatkankerpatiënten, en waarschijnlijk iedereen met elk kankertype, de meeste dagen moeten trainen. Zo niet elke dag. Om een biochemisch lichaamsmilieu te onderhouden dat de proliferatie van kankercellen onderdrukt.’
Foto: Nick Youngson
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief