Lang niet alles was vroeger beter maar de voedingswaarde van groenten, fruit en granen was dat wel. De precieze afname van micronutriënten blijft onderwerp van debat. Maar vast staat: wie ouderwetse kwaliteit zoekt, wil voedsel van een gezonde bodem. Amerikaans onderzoek vond in spinazie van ‘regeneratieve’ bodem vier keer meer polyfenolen dan in de spinazie uit de supermarkt.
De voedingswaarde van granen, groenten en fruit is de afgelopen decennia over de hele linie afgenomen. Een artikel in Uitzicht (2016, nummer 3) over dat thema zoomt in op mineralen en sporenelementen. Zich baserend op onderzoek door de Medical Research Council die sinds 1940 in Engeland periodiek herhaald wordt, noemt Uitzicht de gemiddelde afnames van 27 soorten groenten: natrium 49 procent, kalium 16 procent, magnesium 24 procent, calcium 46 procent, ijzer 27 procent en koper met 76 procent.
Uitschieters naar beneden, zoals driekwart minder magnesium in wortels of eenzelfde achtergang voor wat betreft calcium in broccoli, benadrukken dat ook bij de keuze van groenten en fruit variatie geboden is. Of dat op zichzelf voldoende is dat betwijfelt NTTT/Moermanarts Roland Lugten ernstig. Broccoli verloor meer dan alleen calcium. Tussen 1985 en 2002 verloor de als superfood bekend staande groente ook 62 procent foliumzuur en meer dan de helft aan magnesium. ‘Mensen denken: Als ik maar gezond eet, is het goed. Maar helaas is suppleren noodzakelijk geworden.’
Kanker, tekorten als oorzaak
Tekorten aan macronutriënten – proteïnen, vetten en koolhydraten – tasten de gezondheid relatief snel aan. Dat is ook het geval bij sommige micronutriënten zoals de vitaminen C en D. Van veel andere micro- en fytonutriënten hebben tekorten pas op langere termijn gevolgen. Lugten wijst op wetenschappers als Otto Warburg en Linus Pauling en artsen als Max Gerson en Cornelis Moerman. Zij hamerden op de belangrijke rol van micronutriënten bij het correct aflopen van de methylering in gezonde cellen.
Voor de relatie van tekorten met het ontstaan van kanker neemt de bewijslast toe. Lugten noemt de essentiële rol van foliumzuur en selenium voor een optimale stofwisseling. ‘Een gebrek aan selenium is in meerdere onderzoeken gelinkt aan prostaatkanker.’ Gezond oud worden, stelt hij, vereist een zo groot mogelijke beperking van oxidatieve stress.
Samen met beweging en het vermijden van toxische stoffen is de keuze voor optimale voeding(stoffen) goed voor reductie van het risico op kanker van zestig procent, schat Lugten. ‘Vers, gevarieerd en biologisch voedsel’ is de basis. ‘Daarnaast kan je zelf de inname van vitaminen en mineralen optimaliseren met supplementen.’
Oorzaken van tekorten
De oorzaken van de teruglopende voedingswaarde grijpen in elkaar. Rasveredeling is puur gericht op grotere opbrengsten in kilo’s product, niet op een gelijkwaardige toename van micronutriënten. De hoogproductieve rassen in de ‘efficiënte landbouw’ vragen om veel (kunst)mest. Dat verstoort het bodemleven en de belangrijke functie daarvan op de ontwikkeling van het gewas. Voorbeeld: schimmels in de bodem en de wortels van planten onderhouden een symbiotische relatie. Dat betekent dat ze voor elkaar zorgen en van elkaar profiteren. Zo fungeren schimmels als verlengstuk van de wortels door mineralen uit de bodem vrij te maken. In ruil daarvoor krijgen ze van de plant suikers.
Zo verzwakt het gebruik van kunstmest indirect de plant. Daar komt bij dat de hoogproductieve gewassen ook van zichzelf minder robuust zijn. Ze zijn aanvalliger voor plagen en de teelt ervan ‘vraagt’ om een ruim gebruik van bestrijdingsmiddelen. Bij ouderwetse gezonde planten lokken aanvallen van schimmels, bacteriën of insecten sterke immuunreacties uit.
Deze plantaardige ‘gifstoffen’ – metabolieten – zijn voor de mens juist gezond. Wat nadrukkelijk niet het geval is bij de chemische bestrijdingsmiddelen. Het gebruik daarvan beperkt niet alleen de aanmaak door de plant van dit soort fytonutriënten, het beperkt ook in belangrijke mate de biodiversiteit op en in de aarde; waarmee de vicieuze cirkel rond is.
Meer kwantiteit minder kwaliteit
Verdunning van de voedingswaarde door de hogere opbrengst per hectare; het werkt niet alleen negatief uit op micronutriënten, ook macronutriënten zijn betroffen. Waar biologische spelt tussen drie- en vierduizend kilo per hectare oplevert, daar brengt moderne ‘gangbare’ tarwe met gemak het dubbele op. De toename in zetmeel is hierbij groter dan die in eiwitten, wat betekent dat een pond moderne tarwe minder eiwitten levert
Een onderzoek, gepubliceerd in Scientific Reports, uit 2020 vond een afname van 23 procent tussen 1950 en 2016 en noemt behalve dit proteïneverlies ook opmerkelijke afnames van mangaan, ijzer, zink en magnesium. Dat heeft direct invloed op miljarden wereldburgers, vooral die uit de armere landen. ‘Drie miljard mensen kunnen zich geen gezond dieet veroorloven’ citeert National Geographic Chase Sova, chef van het Amerikaanse World Food Program. ‘En minstens twee miljard gaan gebukt onder zogeheten verborgen honger. Zij missen sleutelnutriënten in hun voeding. Deze mensen kunnen zich geen verder verlies van nutriënten uit plantaardige voeding veroorloven.’
National Geographic voegt nog een oorzaak aan het probleem toe: koolstofdioxide. De toename van CO2 in de atmosfeer heeft tot gevolg dat planten meer koolhydraten produceren – en minder in staat zijn tot de opname van mineralen uit de bodem. Tot 2050, rekenen wetenschappers, zal de verdere toename van CO2 in de atmosfeer tot een verdere daling leiden van het eiwitgehalte van tarwe – maar ook van rijst, gerst en aardappelen – van zes tot veertien procent.
Herstel van de aarde
Voor de welgestelde Westerling met een gezonde eetlust en dito spijsvertering is de nutriëntafname wellicht nog te compenseren met dagelijks een paar ons extra groenten en fruit. Maar een fundamenteel andere benadering van landbouw levert de grootste bijdrage aan de oplossing van de meeste problemen tegelijk.
Deze benadering gaat uit van bodemgezondheid. Minder kunstmest en minder bodembewerking vragen ook minder gebruik van fossiele energie en verlagen de CO2-uitstoot. Het gebruik van groenbemesters verhoogt het gehalte organische stof wat zelfs CO2 uit de atmosfeer opneemt en vastlegt. Dergelijke investeringen in landbouwgrond betalen zich ook uit in een hogere voedingswaarde van de gewassen die er op groeien, weet David Montgomery van de universiteit van Washington.
Onduidelijkheden uit het verleden over de verschillen in voedingswaarde tussen gangbare en biologische landbouwproducten, stelt Montgomery, zijn terug te voeren op het feit dat studies daarnaar ten onrechte niet corrigeerden voor bodemgezondheid. Begin dit jaar publiceerde hij onderzoek dat producten van topbodems vergeleek met gangbare soortgenoten uit de supermarkt. Dat liet geen ruimte voor misverstanden. Biologische producten van gezonde bodem staken ruim boven het maaiveld uit. Met als uitschieter spinazie met vier keer zoveel polyfenolen.
Voedingswaarde verdient een hogere marktwaarde. Dat zou de landbouw in zijn geheel een duw in juiste richting geven. Zo ver zijn we nog niet, constateert Montgomery. ‘Helaas krijgen boeren betaald voor het gewicht van hun oogst. Dus dat zet hen aan dingen te doen die niet goed zijn voor de nutriënteninhoud.’
Foto door Kostiantyn Stupak
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief