Vergelijkingen tussen kanker en zwangerschap mogen behoorlijk onkies overkomen, Amerikaanse onderzoekers vermoeden dat de overkomsten de weg kunnen wijzen naar een fundamenteel andere aanpak. ‘Van therapieën die kanker doden, naar nieuwe therapieën die kanker begrenzen.’
Wat invasieve tumoren en placenta’s gemeen hebben, is dat ze doordringen in omliggend weefsel. Bij de placenta gaat het daarbij om het baarmoederslijmvlies. ‘De mate waarin de placenta doordringt in het baarmoederslijmvlies varieert duidelijk tussen verschillende soorten zoogdieren met een baarmoeder’, herinneren de wetenschappers van onder meer het Cancer Systems Biology Center van Yale University in PNAS – lees hier de samenvatting – aan hun eerdere bevindingen.
Wat kankeronderzoekers intrigeert is dat ‘de mate van invasie door placentacellen positief samenhangt met hoe vaak kanker kwaadaardig wordt’. Concreet betekent dit dat mensen veel vaker met kwaadaardige tumoren te maken krijgen dan dieren met een ‘oppervlakkige’ placentagroei. Zoals koeien en ander vee.
In hun eerdere onderzoek had het team al uitgevogeld dat een belangrijk celtype – fibroblasten – van verschillende zoogdieren zeer verschillend was in hun verzet tegen invasieve cellen. Hun jongste experimenten hadden tot doel meer te weten te komen over de celbiologie achter deze verschillen.
Ze identificeerden een aantal gebieden rond het DNA die de ‘vatbaarhheid voor invasie’ reguleren. Experimenten met genetische gemanipuleerde celkweken brachten het aantal van deze zogeheten transcriptiefactoren terug tot de twee invloedrijkste. Hun werk verklaart genetische mechanismen achter de genoemde verschillen, concluderen de auteurs. En ‘plaveien de weg naar therapieën die zich richten op de cellulaire karakteristieken die placentavorming, wondgenezing en kankerverspreiding reguleren.’
Nieuwe benadering
‘Als je een beeld ziet van placentavorming dan lijkt dat griezelig veel op kanker in elk ander deel van het lichaam’, verduidelijkt de bij het onderzoek betrokken assistent professor met de naam Kshitiz op de website van de universiteit van Connecticut. ‘Zelfs de moleculaire mechanismen zijn best wel hetzelfde. Nogal een verschil met koeien en paarden waar de placenta niet in de moeder doordringt. In deze zoogdieren dringen kankercellen ook niet in omliggend weefsel door, zoals ze bij mensen wel doen.’
Geïnspireerd door deze verschillen en de gevonden biologische mechanismen stelt Kshitiz een nieuwe benadering voor. Een benadering die zich niet richt op het vernietigen van tumorcellen of het africhten van immuuncellen, maar op het vermogen van gezonde cellen om de tumorgroei om zich heen te beperken.
‘We denken allemaal over menselijke kanker als een gevolg van de kankercel zelf’, zegt hij. ‘Maar deze studie wijst ons meerdere richtingen waarlangs we kankertherapie kunnen heroverwegen. Van therapieën die kanker doden naar de ontwikkeling van nieuwe therapieën die kanker begrenzen.’
‘Niet toxische therapie’
Enkele maanden geleden berichtte MMV over een onderzoeksrichting die eveneens uitgaat van de gezonde weefsels in plaats van het vernietigen van tumorweefsel. De inzet daarbij is om gezonde weefsels te beschermen tegen de schadelijke stoffen ver veraf gelegen tumoren, dan kan dat het gebruik van toxische therapieën deels of zelfs geheel overbodig maken, denkt David Bilder van de University of California, Berkely. ‘Het is een werkelijk complementaire manier om over therapie na te denken.’
Foto door lucas mendes
MMV maakt wekelijks een selectie uit het nieuws over voeding en leefstijl in relatie tot kanker en andere medische condities.
Inschrijven nieuwsbrief